Jeroen Wielaert - In de oude hal waar munten werden gemaakt in verhit smelten, likt nu een tong over grote rood gestifte lippen en is het binnenkomen in een vulva om te luisteren naar prikkelende verhalen. De productiehallen van de voormalige Rijksmunt zijn ingericht als goudmijn voor nieuw erotisch leven: COME ALIVE, the power of pleasure, een grootschalige tentoonstelling, uitdaging om los te komen uit een benauwde tijd. Vrijdagavond liep het al warm vol bij de opening, daags voor de Canal Pride. Het was het zwoelste weekend dat het net 900-jarige Utrecht kon vieren.

De entree is een deur met twee aan weerskanten gespreide dijen. Het bezoek komt niet hier niet zomaar binnen, maar penetreert de expositie. De suggestie van een dergelijke entree wordt versterkt door een pulserende, rijkelijke geribbelde, kleurige grot waar het publiek doorheen moet.

Dan valt meteen de vulvatent op. Voor het betreden moeten eerst de schoenen uit – niemand wil met schoeisel aan naar bed, maar het is ook gevoelig, daarbinnen. Het is er plaatsnemen op lage kussens, en dan met koptelefoons luisteren naar een grote keuze aan verhalen uit een rijke erotische catalogus.

De vulvatent...

Ik hoor jonge vrouwen die op lichte toon vertellen over hun fantasieën.

De een zegt: 'Ik vind twee mannen die het samen doen heel geil.'

Een ander: 'Ik denk altijd aan twee vrouwen die met mijn vriend seks willen. Supergeil als mijn vriend niet wil en dan gebeurt het toch.'

Een derde: 'Ik zit in een verlaten schuur en dan bindt een man me vast. Hij heeft allemaal dingen bij zich waarmee hij aan de slag kan gaan. Een mesje of zo. Het moet niet te ver gaan. Ik heb wel een veilige setting in mijn hoofd. Het is gewoon heel spannend.'

Naar buiten weer na deze akoestische vulvavervoering. Links in de hoek draaien films met uiteenlopende getuigenissen, best edgy, ook de bekentenissen van twee Utrechtse dragqueens beneden aan de Oudegracht.

In dit alles is de zwierige hand te zien van Ine Gevers, al jaren curator van het grote, bizarre gebaar, met uitdagende installaties en projecties. In 2016 kwam ze met Hacking Habitat in de voormalige gevangenis aan het Wolvenplein. Come Alive heeft ze voor de stichting Niet Normaal Int opgezet met Morgan Catalina. Het is een verbazende, plezierige, confronterende, geestige, soms opwindende mélange met rossige ruimten, holen, schermen. Nergens is het plat, of ranzig, maar ook niet overal erotisch of hitsig.

Om onbeschaamd plezier gaat het, niet om beschamende seks, in een tijd dat de meeste opwinding ontstaat door andermans grensoverschrijdende gedrag. Ine Gevers: 'Wij navigeren tussen MeToo en de preutsheid door, internet en algoritmes. Er moet een nieuwe balans komen. Na MeToo weer verder. Het er laten zijn, laten gebeuren. Come Alive betekent remmen los, maar ook leren wat je grenzen zijn en wat je toestaat. In deze ruimten werden munten geslagen. Nu is alles vloeibaar. Het muntgebouw staat voor oude waarden. Hier vinden we onze waarden.'

De liefhebbers van harde porno hebben niks te zoeken op Come Alive.

Gevers, breed lachend: 'Nee, maar er zijn genoeg juicy details.'

Over de oude metalen trap gaat het naar een zolderruimte voor een performance links en bordeelscènes rechts, compleet met een verguld ligbad. Eenmaal weer beneden is het binnenkomen in het Piemelbos, zoals Ine Gevers het liefkozend noemt. Het is een zaal vol heftig bewegende, enorme bruine worsten. Genieten van the Urge, een kinetische installatie van Amsterdammer Oscar Peters. Bord aan de muur legt uit: 'Deze glijdende, en glibberende hotdogs in broodjes roepen onvermijdelijk associaties op met erotische bewegingen. Aan de ene kant zijn de broodjes grappig, speels en onbekommerd, terwijl ze ook typisch 'mannelijke' gedachten oproepen. Met zelfironie raakt de kunstenaar aan de kwetsbaarheid van het mannelijke verlangen om te presteren, impliciet in de populaire maar eendimensionale duiding van seks als penetratie.'

Zo is het, smakelijke kunst, waarin geen van de snacks driedimensionaal klaarkomt. Het is geestig, maar niet geil.

Glibberende hotdogs...

Het toeval wilde dat ik bij de voorbezichtiging Vincent Bijlo trof, door de zalen geleid door performancekunstenaar Tjerk Ridder. We bespraken het na op het zonnige terras van de Zware Jongens, partners van Come Alive. Tjerk zei: 'Ik mis sensualiteit. Het is nogal hard. Ik zou meer willen zien met veiligheid en verbondenheid met de ander en daarna met jezelf. En seks kan toch ook leuk en licht zijn?'

Vincent Bijlo en achter hem Tjerk Ridder.

Vincent Bijlo: 'Het is bij Ine Gevers altijd zo dat ze bepaalde terreinen exploreert en dat gaat gepaard met extremen. Bij mij is erotiek en liefde nooit visueel. Ik ben heel zacht, moet het van tectiliteit hebben. Dit is mijn jargon helemaal niet. Het deed me heel erg aan de late jaren zeventig en vroege jaren tachtig denken. Heel hard en confronterend. Ik vraag me af of dit wel bij deze tijd past. Wij zijn natuurlijk meer van de Woodstockseks. Ik zou in zo'n vulva meer met geuren doen, iets warms waar je zin van krijgt. Ik dacht dat ik meer ziel zou vinden. Wat is er nu leuker dan verlangen naar erotiek. Die spanning die in de lucht hangt?'

De komende maanden zal blijken hoe Come Alive gaat leven. Ieder zijn voorkeuren. Ieder zijn plezier, welk geslacht en aard ook, jong en oud. Het heeft power te over.

Come Alive, the power of pleasure - Het Nieuwe Muntgebouw, Muntkade. Tot 31 juli.