Jim Terlingen 

Op de avond van 14 mei 1940, toen de ondergaande zon een bloedrode gloed over de stad Utrecht wierp, verwerkte de schrijfster Ina Boudier-Bakker (1875-1966) op de stoep voor haar huis aan de Oudegracht het 'verpletterende' nieuws van de Nederlandse capitulatie.

'De gracht is leeg en verlaten', noteerde zij in haar dagboek. 'Dan komt bij ons, onze buurman, de Joodse dokter Perel, en zegt zacht: Nu begint het voor ons.'

Zo begint in 2003 een artikel in de Volkskrant van journalist Jeroen Trommelen. Met op het laatst aangrijpende zinnen uit het dagboek van de schrijfster die lang in Utrecht woonde. Ook historicus Bart van der Boom haalde ze in 2012 aan in zijn veelgeroemde boek ‘Wij weten niets van hun lot: gewone Nederlanders en de Holocaust’. Ze komen tevens voor in het proefschrift 'Vergeet niet dat je arts bent’ van Hannah van den Ende uit 2015. En onlangs nog, in mei 2019, werden ze voorgelezen tijdens de Utrechtse Open Joodse Huizen-route in mooie bijeenkomsten over huisarts Maurits Perel.

Waarom dit rijtje voorbeelden met waar dit citaat is aangehaald? Nou, omdat deze zinnen helemaal niet door Boudier-Bakker in haar dagboek zijn genoteerd. Degene die het oorlogsdagboek in 1975 liet uitgeven onder de titel ‘Met de tanden op elkaar’, Hans Edinga (pseudoniem voor Hans Heidstra, 1918-1980), heeft ze zèlf toegevoegd. Met andere, wat populairdere woorden: de toevoeging over dokter Perel komt uit Edinga's duim. En het is een van de talrijke 'wijzigingen' die hij aanbracht.

2013
Wat hierboven staat, is feitelijk gezien geen nieuws. Want in 2013 schrijft historicus Rémon van Gemeren (1979) dit al in een nieuwe uitgave van het oorlogsdagboek onder de titel ‘Zo doods en stil en donker’. Van Gemeren heeft het over ‘vervalsingen’ van het oorspronkelijke dagboek. Ondanks dat Edinga het niet slecht bedoeld zal hebben, zijn dat het wel natuurlijk.

Van Gemeren schrijft in de inleiding dat hij zich vooral stoort aan het vele schrappen van zinnen die Edinga niet interessant vond of die niet gunstig zijn voor de beeldvorming van Ina Boudier. Ik vind op mijn beurt het voorbeeld van dokter Perel ernstig. Geschiedvervalsing zelfs.

Ik heb wat zitten googelen naar hoe het nieuwe oorlogsdagboek in 2013 in de media is ontvangen, maar ik vind nergens - ik herhaal: nèrgens – een vermelding over deze vervalsingen in de eerste versie. Dat vind ik vreemd. Journalisten hebben blijkbaar een beetje zitten suffen. Het gevolg is wel dat op dit moment overal nog doodleuk naar de 1975-versie wordt verwezen. Zelfs op de site van tv-serie De Oorlog (NPS).

Ontdekking
Ik ben bezig met het schrijven van een best ambitieuze publicatie over Utrecht in de Tweede Wereldoorlog. Met de eerste versie van het dagboek voor handen plande ook ik een mooie plek daarin voor de Oudegracht-zinnen.

Ik kan wel stoer schrijven dat ik in mijn rol als historisch onderzoeker volgens de hoogste normen natúúrlijk ook de tweede dagboek-versie ging bekijken, maar dat ik dat gedaan heb voelt eerlijk gezegd toch ook een beetje als een gelukkie. Fieuw.

    

PS. Eerder liep ik als eens tegen het vervalste dagboek van Betje Boerhave aan.

            

Reageren? terlingenschrijft@kpnmail.nl
Zie ook: www.jimterlingen.nl