Nestorix - Als er ooit nog een Asterix en Obelix verschijnt over “Asterix et les Pays Bas” dan zal daarin ongetwijfeld een rol zijn weggelegd voor Jeroen Wielaert. Waarschijnlijk in de rol van een verslaggever in het jaar nul die voortdurend met stenen en een beiteltje achter de machthebbers aansjouwt en probeert een idee in hun hoofden te hameren.

Je moet immers wel iets van onoverwinnelijke Galliër hebben om zo lang vol te houden om je ideaal te verwezenlijken. In zijn boek “De tour van Utrecht”, dat maandag in de Michaelskapel in de Domtoren gepresenteerd werd, beschrijft hij zeer gedetailleerd het lobbytraject dat uiteindelijk heeft geleid tot de Grand Depart die we komende zomer gaan beleven.

Het boek geeft een mooi beeld van een  wereld die voor de meeste mensen verborgen blijft. De wereld van een van de grootste sportorganisatoren ter wereld, de ASO, een wereld van geld, macht maar ook van hele gewone mensen met hun eigen sentimenten. Sentimenten die je kunnen maken en breken.

Een Marseillaise op de Dom. Een “groen smokescreen” in Rotterdam. Burgemeesters die verder zijn in hun liefde voor de stad dan de lokale politici. Het gekende Utrechtse cynisme van “Jochie, dat gaat je niet lukken”. En natuurlijk de euforie van het binnenhalen van de palmares.

De tour van Utrecht is een Utrechts boek van een jochie dat ooit in de kroeg een idee kreeg en niet rustte voor het gerealiseerd werd. Een goede beschrijving van Utrecht aan het begin van de 21ste eeuw.  

Wat dat betreft is het ook een voorbeeld van de verandering die Utrecht de laatste jaren doormaakt. Die saaie, behoudende provinciestad begint te geloven in de kracht van het initiatief van de doorzetter.

Alleen maar hopen dat die wielrenners van onder de DOM niet per ongeluk de DOM Under binnen fietsen. Het zou twee recente en geslaagde particuliere initiatieven op een fraaie manier verbinden maar het wordt dan wel een korte tour. Het zou zeker een mooie slotzin opleveren. “Het blijven rare jongens die Utrechters”.