Rene van Maarsseveen - ‘De Tour van Utrecht’ is verschenen. Het boek van Jeroen Wielaert, waarin hij verhaalt over zijn Tour de Force de start van de Ronde van Frankrijk naar Utrecht te halen. Ik keek er naar uit te lezen over zijn ervaringen van droom naar werkelijkheid.

Ik had me voorgenomen het boek rustig te lezen, elke dag een stukje. Maar ik kon het niet wegleggen. De dertien jaren, van idee naar realisatie, vliegen aan me voorbij. Euforie, vreugde, hoop, verdriet, ergernis, doorzetten en tenslotte de overwinning. Alles zit er in.

Van alles naar niets tot alles

Het boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel neemt Jeroen de lezer mee langs het parkoers van de beide wielerdagen door stad en provincie Utrecht. Maar niet voordat hij op speelse wijze de geschiedenis van de stad beschrijft. De oud bisschoppelijke wereldstad werd  geleidelijk door alles en iedereen voorbij gestreefd. Utrecht maakte zich klein en bescheiden, terwijl het zoveel heeft te bieden.

Aan de hernieuwde trots werd door velen al een tijdje gewerkt, maar de meeste Utrechters hadden het nog niet door. Dat is na 5 juli voorbij. Dan staat Utrecht op de kaart en valt de schroom van de Utrechter.

Trio Zazi speelt met begeleiding van Jeroen Wielaert op de fietsbel. Foto: Ton van den Berg

Het parcour

Met feitjes uit heden en verleden komt de stad daarna tot leven. Vanuit een laagvliegende helikopter word je meegenomen over het parkoers. Dat begint vanzelfsprekend bij de Dom, waar DOMunder de vroege geschiedenis van Utrecht heeft blootgelegd. Daar waar Romeinen een oversteek vonden op de plek waar de Vecht en Rijn samenvloeiden.

Alle mooie plekken van de route komen aan bod, waarbij Jeroens persoonlijke voorkeuren doorschemeren. Op de ene plek is dat een wetenswaardigheid uit een ver verleden, elders een herinnering aan zijn studententijd of een voorval van kort geleden.

De rondrit door de stad eindigt in Leidsche Rijn, de nieuwe wijk met zijn 80.000 inwoners, waar de tourkaravaan de stad verlaat en door de provincie Utrecht richting Zeeland rijdt.

Tour de Force

Op basis van zijn herinneringen, wat aantekeningen en enkele gesprekken herleidt Jeroen in het tweede deel de lange weg van viltjes naar het wielerfeest. Een weg met bergen en dalen. Vooral de toewijzing van Rotterdam, als vertrekpunt voor de tour van 2010, is een dieptepunt. Na zeven jaar lobbyen lijkt het doek te vallen voor Utrecht.

Maar Wielaert en zijn aanhang pakken de draad al snel weer op. En geven daarmee een prachtig voorbeeld van Utrechtse daadkracht, doelgerichtheid en doorzettingsvermogen. Het verhaal van de Tour de Utrecht, dat wordt al snel duidelijk, is een document, een jongensboek en een praktijkboek in één.

De Utrechter

Wat is een Utrechter, vraag ik me af na het lezen af. Een vraag die los staat van het boek, maar er wel door wordt opgeroepen. Veel halve en hele Utrechters hielpen de lobby naar Parijs. Bij vele namen vermeldt Veenendaler Jeroen het Utrechterschap van de persoon of zijn binding met de stad.

Bij onze koning echter, laat hij diens Utrechterschap achterwege. Freudiaans lees ik ‘ook de koning is erbij, als sportfan en Utrechter’, waar Jeroen schrijft ‘Ook de koning is blij, als oprechte Tourfan en Hollandpromotor’.

Jeroen, we zijn allemaal blij. Je hebt een fantastische prestatie geleverd voor Utrecht en dat in een heerlijk boek gedocumenteerd. En over een paar maanden gaan we met zijn allen genieten van het door jou geïnitieerde wielerfeest.

Oud-burgemeester Wolfsen, Jan Fokkens, Frank Ponten, Mies Stolker, Jeroen Wielaert, burgemeester Van Zanen en oud-burgemeester Brouwer ontvingen het nieuwe Tourboek. Foto: Ton van den Berg