Rene van Maarsseveen - Vrijdag vond in de namiddag het eerste Historisch Café van de vereniging Oud-Utrecht van dit jaar plaats. Journalist/fotograaf Ton van den Berg gaf daar een lezing over de Uterechse Vollekstaol. Dat deed hij samen met zijn Uterechse alterego Koos Marsman. Als Marsman is Van den Berg de cabaratier, stadgids en Stadsblad-columnist die het onvervalst Uterechs in leven houdt.

De opkomst bij de lezing was groot. Ruim voor aanvang van de lezing vonden ruim 120 enthousiaste oude en Oud Utrechters een plek in de voormalige ziekenzaal van het Bartolomeusgasthuis. De organisatie moest daardoor zelfs tientallen geïnteresseerden de toegang tot de zaal weigeren. Het toonde, wat Marsman later zou bevestigen, dat de Uterechse Vollekstoal leeft.

Volle bak in 't Bartholomeus. Foto: Frank Kaiser

Veel Utrechters

Marsman begon met een rondgang door de zaal. Daarbij bleek een groot aantal aanwezigen op de een of andere manier herinneringen te hebben aan het Uterechs. En een enkeling was deze vollekstaol nog zo goed machtig, dat het tot hilariteit in de zaal leidde.

Na deze introductie begon Marsman zijn algemene inleiding over de Uterechse Vollekstoal. Bijvoorbeeld over het laten vallen van de t, waardoor Utrechters T-dieven worden genoemd. Gracht wordt dan grach. Aan de andere kant zetten ze hem vaak waar het niet hoort. Dan wordt ik ga, ik gaot. Daarin zien we direct een andere eigenschap van het Utregs, de a wordt uitgesproken als een o.

In zijn verhaal gebruikte Marsman talrijke voorbeelden. Vele daarvan kwamen van zijn drie voorgangers, die daardoor tevens zijn leermeesters waren. Voor velen in de zaal waren het bekende namen. De extra’s die Marsman vertelde bij de namen verrasten echter meerdere aanwezigen.

Bob Bleijenberg

Want veel van hen kenden bijvoorbeeld de journalist Bob Bleijenberg. De meesten wisten wel dat hij rond 1970 twaalf jaar een column in het Uterechs had in het Stadsblad. Enkele van die teksten, die hij schreef onder de naam Gijs, bundelde het Stadsblad in het boekje ‘Vrouwe kenne sukke stomme dinge doen... azzu mijn vraag’.

Dat Bleijenberg naast zijn schrijfwerk ook optrad als clown Fantasio bleek veel minder bekend. Als Fantasio gaf hij vaak dubbelvoorstellingen waarbij hij dan ook optrad als Zambel, de muziekfiets. Hoogtepunt voor Fantasio zelf was echter dat hij Claudio Cardinale mocht verwelkomen op Schiphol tijdens haar bezoek aan Nederland in 1964.

En wie van de aanwezigen wist dat Bleijenberg ook de tekstschrijver was van ooit bekende liedjes als ‘de juffrouw uit de eetsalon’ en ‘naar de dierentuin’. Van dat laatste lied zong Koos Marsman direct de eerste versregels, waarna een geruis van herkenning door de zaal ging.

Fantasio. Foto: archief Nieuws030

Bernard Martens van Vliet

De naam Bernard Martens van Vliet, wiens weduwe in de zaal zat, is dan al enkele keren gevallen. De in 2011 overleden Martens van Vliet, die evenals Bleijenberg journalist was, betekende veel voor het warm houden van de Uterechse Vollekstoal. Hij schreef samen met de dialectoloog Harrie Scholtmeijer het boekje ‘De vollekstaol van de stad Uterech’. Deze bijbel van het Uterechs werd tijdens het Historisch Café van de vereniging Oud-Utrecht meerdere keren aangehaald.

Naast mede auteur van dat boekje was Martens van Vliet vooral een enthousiast promoter van het Uterechs. Hij streefde een zuiver gebruik van de Vollekstaol na, al dan niet historisch onderbouwd. Met de discussie over Utrechters en Utrechtenaren had Martens van Vliet volgens Marsman niets. Het moest Utrechtenaren zijn. De verwijzing naar homoseksuele mannen achter de Dom vond hij onzin.

Bernard Martens van Vliet. Foto: B. Geerligs/HUA

Frans de Haas

De derde spil in het levend houden van de Uterechse Vollekstaol was Frans de Haas. Als Tinus Gragwaoter volgde hij Grijs (Bob Bleijenberg) op in het Stadsblad. Van midden jaren tachtig tot begin 21e eeuw schreef De Haas zijn columns daar. Evenals Martens van Vliet overleed hij in 2011.

Ton van den Berg vulde enkele jaren later het gemis van een columnist met Uterechse stukkies op als Koos Marsman.

Frans de Haas. Foto: Ton van den Berg

Koos Marsman

In dat personage ging Ton van den Berg gisterenmiddag rustig verder met zijn betoog over de vollekstaol. In een aaneenrijging van taalfeiten, annekdotes, beelden en zijsprongen met het publiek kwam veel over het Uteregs ter sprake.

Vanzelfsprekend was daarbij ook aandacht voor de cabaretiers die de afgelopen jaren hielpen het Uterechs ook landelijk onder de aandacht te brengen, zoals Tineke Schouten, Herman Berkien en Herman van Veen. Van elk van hen en van anderen liet Marsman voorbeelden zien. Die video’s hielpen beslist als opfrisser van het geheugen en zorgde voor meerdere oh’s en ah’s van herkenning.

Vollekslied

Toen hij echter de eerste tonen van het Utrechtse volkslied inzette, zongen direct ook velen mee. Het enthousiasme daarbij overstemde de muziek. Er was daarna vooral verbazing over het feit dat Rijk de Gooyer zong ‘als ik boven op de Dom kom’. Terwijl Herman Berkien de tekst veranderde in ‘als ik boven op de Dom sta’.

En Rijk de Gooyer was de schrijver van het lied. Niet, wat sommigen dachten, Herman Berkien. Het Utrecht lied van Berkien is ‘Uterech me stadsjie’. Dat is inmiddels ook een gouwe ouwe.

Persoonlijke verhalen

Het waren vooral Marsmans verhalen over de jeugd van Ton van den Berg die de inleiding voor veel aanwezigen herkenbaar maakten met hun eigen jeugd. Met name de opmerkingen van Van den Bergs moeder over het Uteregs zorgden voor uitbundige vrolijkheid in de zaal. Zij wilde geen Uterechs praten, maar deed het onwillekeurig toch.

Ze noemde een chic gekleedde heer een sjiekeneur. Een Manchester broek werd een mesjester broek. En als de jonge Van den Berg moest opschieten, dan zei zijn moeder Harry-up. Dat laatste bracht Marsmans bij de opmerking dat gezegd wordt dat Utrechters zo makkelijk Engels spreken. Waarna ook daarvan weer meerdere voorbeelden in beeld en tekst voorbij kwamen.

Onderhoudend en vervolg

Het was al met al een onderhoudende en informatieve namiddag in en over het Uterechse. Daarbij werden, zoals opgemerkt, tientallen geïnteresseerden teleurgesteld. Zij konden de overvolle zaal niet in.

Voor hen wordt, als ik het goed heb begrepen, het Historisch Café over de Uterechse Vollekstaol opnieuw op de agenda van de Vereniging Oud-Utrecht gezet.