Armand Leenaers -  Op vakantie bij mijn familie in Peru was Nederland afgelopen maanden ver weg. Fysiek maar ook mentaal ontstond een grote afstand. Hoe mooi is het om vervolgens bij terugkeer te ontdekken dat er in de Domstad ooit een tentoonstelling heeft plaatsgevonden met fraaie precolumbiaanse voorwerpen, afkomstig uit Peru.

In 1954, op 20 augustus om precies te zijn, opende prins Bernhard de expositie De schatten van Peru in het Centraal Museum in Utrecht. Het moet een fascinerende expositie zijn geweest. Een Europese primeur bovendien. Kunstschatten van deze beschavingen staan internationaal hoog aangeschreven maar waren en zijn relatief onbekend. De Inca's, bekend om hun gouden en zilveren sieraden, waren op het hoogtepunt van hun macht toen de Spaanse veroveraars in de 16e eeuw hun intrede deden.

Immens rijk

De heerschappij van de Inca's wordt vaak vergeleken met die van de Romeinen en dat is meer dan terecht. Steden, wegen, spectaculaire hangbruggen hoog in de Andes, ingenieuze irrigatiesystemen, vestingwerken en zonnetempels getuigen van een groots verleden. Van Colombia tot in Argentinië heerste een volk dat uitblonk in organisatie, communicatie en militaire kracht en waar niemand honger leed. Vanuit de hoofdstad Cuzco werd een immens rijk met grote efficiëntie bestuurd.

De ruïnes van Machu Picchu horen ontegenzeggelijk bij de hoogtepunten van de menselijke beschaving. En dat allemaal zonder geschreven taal, wielen en paarden. Het is tot op de dag van vandaag een raadsel hoe deze mensen in een zo ontoegankelijk continent met woestijnen, hoge bergen en jungle, dit voor elkaar hebben gekregen. De Spaanse conquistadores onder leiding van Francisco Pizarro en hun geschiedschrijvers konden of wilden het niet bevatten. Ze storten zich als roofdieren op het goud en zilver van de Inca's.

Exotisch universum

De in Utrecht geëxposeerde voorwerpen, waaronder keramiek en textiel, toonden het vakmanschap en de grondige kennis van materialen van de oorspronkelijke Zuid-Amerikaanse bevolking. De afbeeldingen en symbolen komen ons enigszins vreemd voor. Er gaat een exotisch universum achter schuil dat wij maar moeilijk doorgronden. Boeken of andere geschriften die meer klaarheid hadden kunnen brengen, zijn er immers niet. Enkel de mondelinge overlevering van de inheemse bevolking in de Andeslanden Ecuador, Bolivia en Peru. Niet in het Spaans maar in indiaanse talen als Quechua en Aymara.

In afwachting van de onderzoeksresultaten van archeologen die moderne technologieën toepassen, kunnen we slechts gissen en met grote bewondering kijken naar de uitingen van deze hoogstaande culturen. Dat deden ook de 22.737 bezoekers in 1954 die deze tentoonstelling tot een succes maakten. Met een batig saldo bovendien. De toenmalige directrice, Elizabeth Houtzager, werd als dank onderscheiden met de Orden de Méritos Distinguidos del Perú.

De expositie kreeg in 1962 een vervolg getiteld 'Het goud van Peru'. Veel later bleken de daar tentoongestelde gouden objecten echter grotendeels vervalsingen te zijn geweest zoals te lezen valt op deze webpagina van het Centraal Museum.