Louis Engelman - Op de verkiezingsdag voor de Provinciale Staten en de Waterschappen heb ik keurig mijn stem uitgebracht. Zoals het hoort. Van de laatste overheidsorganisatie had ik veel te weinig kennis om een gefundeerde beslissing te nemen. Maar ik zag gelukkig op de lijst de naam van een man die deugt. Dus…

Ten aanzien van de Provincie vond ik de keuze aanzienlijk moeilijker. Aan wie zou ik mijn stem verbinden? Het bestuur had zich immers in de afgelopen periode niet van zijn beste kant laten zien. Bij het debacle van de sneltram naar de Uithof (Utrecht Science Park), die opeens 89 miljoen euro duurder uitvalt, leken de gedeputeerden zich meer te bekommeren om de eigen politieke schade dan over de uitgaven van publiek geld.

Rapporten werden achtergehouden, de pers (het AD/UN en NRC kwamen met de onthullingen) werd verdacht gemaakt en een klokkenluider moest lange tijd monddood blijven. Het belang van de Utrechtse burger bleef in het onderlinge gekrakeel ondergeschikt aan dat van de eigen positie. Niks transparantie. Openbaarheid ammehoela!

Je vraagt je af of dit kenmerkend is voor het politieke klimaat in Utrecht. Die vraag dringt zich temeer op na de gebeurtenissen in de Merwedekanaalzone. In dit gebied aan de westkant van het Merwedekanaal wil de stad een nieuwe wijk ontwikkelen met zo’n tienduizend woningen. Eind vorig jaar was echter duidelijk geworden dat er in het gebied grof met grond werd gespeculeerd.

Toen bleek binnen een tijdsbestek van twaalf maanden een perceel voor 14 miljoen euro meer van de hand te zijn gegaan. Tot ergernis van wethouder Diepeveen (GL), die in een commissievergadering verklaarde ‘dat mensen in de omgeving aan hun water voelen dat dit niet goed is en niet gunstig voor dit gebied’. Toch kozen het college en de meerderheid van de raad er – na een motie van de PvdA - niet voor om gebruik te maken van de wet die de gemeente het voorkeursrecht (WVG) geeft bij de verkoop van grond.

Dat het allemaal nog veel erger was, beschreven wij daarna in een serie verhalen op deze website. We ontdekten dat de grondspeculatie in de nieuwe wijk Merwede inmiddels al tot bijna vijftig miljoen euro was opgelopen. Stukken grond gingen tegen onwaarschijnlijke bedragen van de hand in soms heel diffuse transacties. Eén ding was daarbij wel helder: de toekomstige bewoners zouden er de rekening voor gaan betalen.

Tot mijn verbazing en die van mijn (journalistieke) omgeving bleef het daarna stil. Geen van de politieke partijen in de Utrechtse raad leek zich hier over op te winden.
Nu heeft mijn jarenlange ervaring in het vak wel geleerd dat niet de pers de politieke agenda bepaalt, maar in dit geval begreep ik dat echt niet. Dus vroeg ik de fractievoorzitters of ze mijn konden uitleggen waarom ze niet op dit nieuws aansloegen.

Van de twaalf partijen reageerden er wel geteld drie. De VVD, de SP en GroenLinks. Zij beargumenteerden waarom zij geen extra aandacht aan dit onderwerp wilden besteden. Dat de PvdA geen reactie gaf was enigszins logisch omdat de vertegenwoordiger van deze partij al in de serie zijn mening had verkondigd.

Maar D66, de Partij voor de Dieren, DENK, het CDA, de ChristenUnie, Student & Starter, de PVV en Stadsbelang, zij allen zwegen. Om welke reden? Je kunt er vele verzinnen, maar ik ken ze niet.

De VVD komt er eerlijk voor uit dat de grondverkopen voor hen geen groot issue zijn. Raadslid Gertjan te Hoonte benadrukt dat het ‘transacties betreft tussen private partijen waarin de gemeente Utrecht geen rol speelt’. Volgens hem wordt in Deelgebied 5 van de Merwedekanaalzone geen gebruik gemaakt van actief grondbeleid. ‘Dit betekent dat de eigenaren voor eigen rekening en risico het gebied moeten ontwikkelen. Hetgeen de voorkeur heeft van de VVD.’

Hij wijst er ook op de beleggers een risico lopen als door marktontwikkelingen een verwacht resultaat uitblijft. ‘Wij willen niet dat de gemeente dergelijke risico’s naar zich toehaalt.’
Dat enkele grondeigenaren er in deze situatie voor hebben gekozen de waardeontwikkeling te verzilveren, verbaast hem niet.
Bovendien ziet hij er een voldoende garantie in dat de ‘woningmix’ vastligt in de omgevingsvisie van de Milieueffectenrapportage (MER).
Eerder vindt hij het speculatief van het college dat in dit gebied geen 6000 maar 10.000 woningen wil realiseren, ‘terwijl de MER expliciet aangeeft dat dit binnen de huidige infrastructuur niet kan.’

Namens GroenLinks schrijft Pepijn Zwanenberg het ‘een onwenselijke ontwikkeling’ te vinden dat er in de overspannen Utrechtse woningmarkt vaker wordt gespeculeerd met grond. En dat zijn partij op die markt ‘maximale grip’ wil krijgen en wil ‘sturen’, waarbij geen enkel instrument wordt uitgesloten. ‘Dus ook niet actief grondbeleid met bijvoorbeeld de Wet Voorkeursrecht Gemeente.’

Zwanenberg vermeldt dat in het verleden op die manier ook het OPG-terrein is verworven. En zegt: ‘Hiermee hebben we in Deelgebied 5 nu namelijk 35% van de grond in handen.’ Hij meent dat dit gegeven, samen met de kaders die zijn gesteld bij de Omgevingsvisie van de Merwedekanaalzone over de percentages sociale en middenhuur, duurzaamheid en maatschappelijke voorzieningen, de gemeente de regie geeft op de ontwikkelingen in de zone.

Optimistisch is hij ook over de toekomstige woonvisie en een stadsakkoord, waaraan nu nog wordt gewerkt. ‘Daarin gaan we afspraken maken over hoe we de woningmarkt toegankelijk houden voor alle Utrechters en welke instrumenten we daarbij op welk moment in gaan zetten.’
Volgens het raadslid zal deze sterke sturing ervoor ‘moeten blijven zorgen ‘dat niet het grote geld onze stedelijke ontwikkeling dicteert’. Voor nieuwe gebiedsplannen wil hij lering trekken uit wat tot nu toe in de Merwedekanaalzone is gebeurd.

SP'er Tim Schipper zegt de verhalen met grote belangstelling te hebben gelezen en stelt dat die ontwikkeling zijn partij bepaald niet koud laat. Maar hij vindt ook dat de SP er al het een en ander aan heeft gedaan.

Zo wijst hij op de amendementen op de Omgevingsvisie van zijn kant over het minimale percentage sociale huur en een toename van de middenhuur. In oktober vorig jaar, haalt hij ook aan, ‘hebben we samen met de PvdA de grondtransacties aan de orde gesteld’.

Volgens Schipper heeft zijn oud-wethouder Paulus Jansen bovendien aan de wieg gestaan van het Actieplan Middenhuur, dat voorwaarden stelt aan vloeroppervlak, aanvangshuren, huurstijgingen en de minimale exploitatieduur in die categorie. ‘Dat plan geldt ook voor de Merwedekanaalzone.'

Ben ik door de beantwoording van de drie partijen nu veel wijzer geworden? Ik vind van niet. Het politieke klimaat is vooral ‘lauw’. Er komen goede bedoelingen naar voren bij GroenLinks en de SP. Weinig meer. Want hoe spijkerhard zijn de afspraken als de economie er minder blozend bij komt te staan?
Dat de VVD helemaal niet maalt om wat speculatie meer of minder was te verwachten. Dat is tenslotte gewoon de marktwerking.

Het feit dat de overige partijen niet eens de moeite hebben genomen hun positie te verklaren geeft ook niet veel vertrouwen. Is dat een cynische conclusie? Zelf wil ik er zo niet tegenaan kijken. Want ik weet heus wel dat de raadsleden in ’t algemeen hun best doen om Utrecht de goede kant op te sturen. Maar soms kan ik hun prioriteiten niet helemaal volgen.