Louis Engelman - Als de woorden corruptie of omkoping vallen heb ik vaak nog de naïeve reflex: dit gebeurt bij ons niet! Daarmee bedoel ik dan ons gemeentelijk apparaat. Maar tegelijkertijd realiseer ik me hoe onnozel die reactie is. Want zijn wij zoveel beter dan de mensen elders? Is het niet ook gewoon zo dat waar veel geld omgaat de verleiding om daar een graantje van mee te pikken groot is?

Het antwoord op die laatste vraag is ja. Ook bij de gemeente Utrecht. In 2014 ontsloeg het college twee corrupte ambtenaren van de eigen vastgoedorganisatie op staande voet. Zij hadden een bevriende aannemer bevoordeeld en bedrijfsgevoelige informatie doorgespeeld.

En uit het jaarverslag 2020 van Utrecht over integriteit en ongewenst gedrag blijkt dat er in dat jaar 8 meldingen zijn geweest van vermoedelijke integriteitsschendingen door medewerkers van de gemeente. Daarvan hadden er 6 betrekking op misbruik van bevoegdheden en van informatie. In 2019 ging het nog om 4 gevallen. Na de onderzoeken is tegen een aantal van de ambtenaren opgetreden, variërend van berisping tot beëindiging van het dienstverband.

De door de gemeenteraad eerder vastgestelde Gedragscode voor het gemeentelijk personeel kan dus niet verhoeden dat sommige ambtenaren in de fout gaan en niet integer handelen. Ook al legt iedereen die bij de stad Utrecht komt werken een integriteitsverklaring af.

Juist vorig jaar verdedigde onderzoeker Johan Bouman voor de Universiteit Utrecht een proefschrift waarin een vergelijkend onderzoek was gedaan naar de anti-corruptiewetgeving in Nederland, Frankrijk en Roemenië. Doel was om te bezien hoe deze landen corruptie onder ambtenaren proberen te voorkomen. Volgens Bouman scoort Nederland weliswaar het hoogst op integriteit, maar is het ook het land waarin beleid ter voorkoming van corruptie het minst is ontwikkeld.

Mede om bovenstaande redenen is het mijns inziens verstandig om de vorige week gedane aangifte van voorzitter Kees van Oosten van de Utrechtse Bomenstichting serieus te nemen. Hij wendde zich tot de hoofdofficier van justitie Midden-Nederland met de verdenking dat er sprake is geweest van omkoping van één of meer ambtenaren bij de verkoop in februari 2019 van een stuk grond (parkeerterrein) aan het Rachmaninoffplantsoen.

Op die plek wil een projectontwikkelaar een 70 meter hoog appartementencomplex bouwen. Een plan waarin het Utrechtse college wel brood ziet en laat onderzoeken of dit haalbaar is. Apart is echter dat de bewuste grond na verkoop door Utrecht aan de projectontwikkelaar korte tijd later voor ruim negen ton méér aan een investeerder werd overgedaan. Terwijl daarbij de bbestemming nog steeds uitdrukkelijk ‘parkeerterrein’ was.

Kees van Oosten

Kees van Oosten uit bij het openbaar ministerie de verdenking dat er ambtelijk is aangegeven dat de projectontwikkelaar best met zijn bouwplannen kon doorgaan en dat er aan het in de koopaktes vermelde kettingbeding niet heel strak de hand zou worden gehouden. Vandaar dat de laatste koper (Bouwinvest) een veel hoger bedrag voor het aangekochte perceel over had.

Tot nu toe houdt de gemeente vol dat Utrecht de grond niet te goedkoop heeft verkocht. Ook zegt het college de verklaring van de twee commerciële partijen voor de hogere prijs ‘niet onaannemelijk’ te vinden. Die beweren namelijk dat het hier een achterstallige betaling betreft bij de verkoop van het appartementencomplex Rachmaninoff om er zeker van te zijn dat de parkeerplaats ook echt zou worden geleverd.

Onderzoeken door deze site wezen nergens in die richting. In de koopaktes wordt geen enkel voorbehoud gemaakt bij de betaling voor de oplevering van het tot appartementengebouw omgetoverde voormalige gemeentekantoor. En beide partijen wensten niet in te gaan op de vraag een document te tonen waarin zou zijn aangegeven dat die financiële transactie nog zou moeten plaats vinden.

Naar aanleiding van de verhalen van Nieuws030 over de kwestie stelden PvdA en SP vragen aan het college. Voorts volgde er op 13 januari een debat in de commissie ruimtelijke ordening, grondzaken en vastgoed. Maar ook daar hielden de wethouders Diepeveen (GroenLinks) en Verschuure (D66), tot ongenoegen van PvdA en SP, vol dat er niets vreemds aan de hand was geweest. Ze toonden zich niet bereid alsnog nader onderzoek te doen.

Kees Diepeveen (GroenLinks) en Klaas Verschuure (D66). Foto's: gemeente Utrecht

Daarom hebben de twee kritische partijen ervoor gekozen de kwestie opnieuw – maar dit keer in de gehele gemeenteraad – aan de orde te stellen. Dat gebeurt aanstaande donderdag. Het wordt daarbij interessant hoe de fracties van GroenLinks en D66 zich gaan opstellen. In de eerdere commissievergadering waren de raadsleden van die partijen overduidelijk niet van plan het hun wethouders moeilijk te maken.

Zij zouden er nu voor kunnen kiezen om Kees van Oosten namens de Bomenstichting zijn gang naar de het Openbaar Ministerie te laten gaan, maar er zelf wel bij hun wethouders op aandringen om vanuit de integriteitsvraag alsnog een eigen onderzoek te laten instellen.

Niet alleen de bewoners van de wijk Welgelegen, waar de appartementenflat eventueel wordt gebouwd, hebben daar recht op. Ook de rest van Utrecht moet ervan overtuigd kunnen zijn dat de gemeente integriteit hoog in het vaandel heeft staan.