De Nachtfotograaf - Na de reflecties en de andere foto’s in de binnenstad van Utrecht, zoek ik de randen van de stad weer eens op. Bij het fotograferen van de reflectie in de ruiten van Op Roose geniet ik van de schoonheid van het Amsterdam Rijnkanaal. Het is een grote uitdaging om daar ’s nachts een mooie foto van te maken.

De reflectie van de Prins Clausbrug in de ruiten van Op Roose.

Het is een lange nacht met heel wat kilometers langs het AR-kanaal, en terug langs het Merwedekanaal. Op weg naar huis, pak ik m’n camera nog een keer uit, en stel m’n statief weer op. Niet voor de immense testlocatie op het parkeerterrein van de Jaarbeurs, maar een stil hoekje achter het casino trekt m’n aandacht.

Een mooie strakke combinatie van vormen, lijnen en licht.  Ik zet m’n fiets neer, pak m’n statief, en zoek het juiste standpunt om de beste compositie te krijgen. Normaal fiets ik hier iedere week langs op weg naar m’n sportschool, maar de combinatie van de geometrische vormen is me nooit opgevallen.  

Lijnen en licht bij de achterkant van het casino.

Door de stilte van de avondklok kan ik een foto maken van de Sowetobrug zonder de lichtstrepen van de auto's. Er rijdt alleen zo nu en dan een bus over de brug. Tussendoor moet ik rustig een foto kunnen maken. Eerst nog even de lens verwisselen, maar net als ik wil afdrukken, komt er een auto onder de brug vandaan, en rijdt recht op me af.   

De Sowetobrug in een stille donkere nacht, zonder de strepen van een stroom verkeer.

Het blijkt een politieauto te zijn. Ik pak al automatisch m’n papieren en groet vriendelijk als de agente uitstapt. Ik maak een praatje over m’n werk als nachtfotograaf, en dan zie ik nog een politieauto aankomen, en achter mij zie ik een busje over het fietspad rijden. Ook komt vanuit de richting van het casino een man aanlopen.   

Hij is degene die me op de bewakingscamera’s van het casino heeft zien lopen. De agenten laten hem weten dat ze hem verder niet nodig hebben, en ook de andere politieauto’s verdwijnen weer in de nacht. De agent die m’n ID bekijkt, vertelt ondertussen dat ik niet zozeer verdacht ben vanwege de avondklok, maar omdat ik rondhang "bij het overheidsgebouw, waar veel geld in omgaat”.

Ik herken de situatie uit een nachtelijk foto-avontuur in Polen. Daar stuurt de bewaking van een kasteel me weg, omdat er een gouden dak op zit, en er een Rembrandt hangt. In Polen speelt de taal-barrière een rol, maar gelukkig geloven ze in m’n goede bedoelingen. De agenten begrijpen dat het hier niet om een crimineel avontuur gaat. 

Ook de Utrechtse agenten begrijpen dat ik niets kwaads in zin heb, en adviseren me om een volgende keer het politiebureau te bellen voor ik weer naar zo’n bijzonder gebouw ga. Uit ervaring weet ik dat dat vast niet gaat werken, dus besluit om de foto’s van de Munt maar achterwege te laten.