Dik Binnendijk – Deze maand is het vijftig jaar geleden dat de milieubeweging Aktie Strohalm de eerste landelijke Week van de Aarde in ons land heeft georganiseerd. De Week volgde op de Dag van de Aarde die in de Verenigde Staten werd gehouden. Tegenwoordig zijn die Dag en Week elk jaar in april. De Raad van Europa had al eerder 1970 uitgeroepen tot het Europees Natuurbeschermingsjaar N70. Voor mij was dat jaar ook belangrijk, want toeval - of beter gezegd een keuze - was bepalend voor mijn verdere leven.

Als student biologie was ik natuurlijk redelijk gevoelig voor de achteruitgang van de natuur.

Al in 1968 werd er tijdens een college verteld over de kwalijke gevolgen van een nieuwe vestiging bij Amsterdam van een zwavelkoolstoffabriek van het Franse chemieconcern Progil. We konden een handtekening tegen deze vestiging zetten. Dat heb ik ook gedaan, maar verder was ik vooral bezig met tentamens doen voor mijn kandidaatsexamen. En natuurlijk ook met inburgeren in Utrecht, de stad waar ik na twee jaar studie naar toe verhuisd was.

Het was een warme oktoberavond. Vriend-studiegenoot Arie zou die avond bij mij komen eten. Daarna zouden we gaan zwemmen in Den Hommel. Arie was een bezig baasje. Het bleef altijd moeilijk om een afspraak met hem te maken. Maar deze stond nu. Ik baalde dus als een stekker, toen Arie me zei dat hij die avond ook graag naar het culturele vormingscentrum de Kargadoor (Oudegracht 36) wilde. Daar werd een lezing gehouden over het milieu. “Nou, ik ga dan wel met je mee, maar na de pauze gaan we zwemmen!”

Cultureel podium Kargadoor. Foto: Dik Binnendijk, juli 2016

Die lezing werd gegeven door de gepensioneerde leraar Salverda. De man kon boeiend vertellen en verluchtigde zijn verhaal met dia’s met schuim op het water, dode vissen, rokende pijpen en zwarte luchten. Hij wilde mensen wakker schudden voor de gevaren van lucht-, water- en bodemverontreiniging. In feite was deze lezing ook een opwarmertje om de aanwezigen actief te maken voor Aktie Strohalm. Maar eerst was er de pauze.

Arie en ik namen een pilsje en bleven zitten. Willem Hoogendijk leidde nu het gesprek en beantwoorde met Salverda de vragen. Willem was werkzaam in de Kargadoor en één van de oprichters van Aktie Strohalm. Het werd laat en uiteindelijk zetten we onze naam op een lijst. Zo is Willem mijn ‘geestelijk vader’ geworden en ben ik dertien jaar lang actief geweest bij Aktie Strohalm.

Strohalm was een kleine, landelijk opererende, idealistische milieuactiegroep, die streefde naar een eerlijke samenleving die in balans was met de natuurlijke omgeving. Het milieubewustzijn moest in die jaren nog flink groeien. Door overheid, bedrijfsleven en andere natuurclubs werd te veel benadrukt dat de individuele mens de grootste vervuiler was. Daar waren wij het als Aktie Strohalm niet mee eens. We wezen op de samenhang tussen milieuproblemen, het groeiaspect in het productiesysteem en de problemen in de derde wereld. Een bekende Strohalm slogan was: “Als ze voor hun economie ons vruchtwater moeten bevuilen, dan bevuilden ze ’t ook.”

Aktie Strohalm (Oudegracht 42) bestaat na vijftig jaar nog steeds maar heet nu STRO (Social Trade Organisation). STRO houdt zich bezig met het ontwikkelen en introduceren van nieuwe vormen van geld, zoals digitaal geconditioneerd @nder geld.

Mijn vriend Arie is maar kort bij Strohalm gebleven. Hij heeft zijn roepnaam veranderd in Arend Jan en is hoogleraar geworden. Ik heb ruim twaalf jaar over mijn studie biologie gedaan. Dat kon toen nog, maar ik ben wel afgestudeerd. Na mijn vervangende dienstplicht als wetenschapsjournalist en een kleine vijf jaar lesgeven op de universiteit ben ik in de schrijvende journalistiek en bij de radio terechtgekomen. Was ik die oktoberavond in 1970 wel gaan zwemmen, dan was ik wellicht een ‘brave’ biochemicus in het bedrijfsleven geworden.

De oorspronkelijke postertekst was: Als ze voor hun economie ons vruchtwater moeten bevuilen, dan bevuilden ze ’t ook.