Dik Binnendijk “Ben jij al in het Stedelijk in Amsterdam geweest? ‘Abstracting Parables’ met o.a. Sedje.” Bij zijn appje had mijn broer Henk een foto gedaan van het NRC-artikel over deze tentoonstelling. Onwillekeurig dacht ik: “Het is haar weer gelukt.” Op zich een rare gedachte want Sedje Hémon is in 2011 al overleden, 87 jaar oud.

Sedje Hémon. Foto: Dik Binnendijk (2010)

Begin deze week appte Gert me uit Den Haag met een foto van de Volkskrantpagina met een recensie over de tentoonstelling. En diezelfde avond werd ik gebeld door oud-radio collega Rita: “In de Groene Amsterdammer staat een artikel over een tentoonstelling met werk van Sedje...”

Iedereen kent haar naam vanuit mijn verhalen of heeft haar ontmoet op mijn vijftig-jaren-feest in een kelder aan de Oudegracht. Vijftien jaar lang ben ik bijna elke maand bij Sedje op bezoek geweest in Den Haag. Soms zag ik haar vaker dan mijn eigen moeder. En meestal was er wel een nieuwtje, iets dat door haar vasthoudendheid weer gelukt was, zoals een tentoonstelling van haar werk, een uitvoering van een muziekcompositie van haar of tig andere zaken.

Begin 1996 heb ik Sedje leren kennen toen ik een radioportret van haar maakte voor het NPS/NTR-programma ‘Een Leven Lang’. Sedje was ook de hoofdpersoon in mijn radiodocumentaire ‘Na 50 jaar antwoord’ uit 2005. Dat ging over in de Tweede Wereldoorlog gestolen goederen, die Sedje na vijftig jaar terugkrijgt. Die Tweede Wereldoorlog is alles bepalend geweest voor haar.

Dik en Sedje Hémon. Foto: archief DB (2010)

Het leven van Sedje in een mini-mini-mini-vogelvlucht. Al heel jong begint Sedje te tekenen in een abstracte stijl met stippen, lijnen en vlakken; ze legt daarmee al de basis voor haar latere schilderijen. Voor de oorlog heeft ze geleerd viool te spelen. Ze raakt tijdens de oorlog betrokken in het verzet en helpt vanaf 1941 jongens naar Zwitserland via het vervalsen van documenten. In april 1944 wordt Sedje verraden en komt eerst terecht in Birkenau en later in Auschwitz. Ze mag daar als violist meedoen met het kamporkest. Na nog twee andere kampen (waaronder Ravensbrück) wordt ze in mei 1945 door de Russen bevrijd.

Het verblijf in die kampen heeft haar zo uitgeput dat Sedje drie jaar in ziekenhuizen moet doorbrengen. Vioolspelen kost haar daarna te veel energie; een carrière als violist zit er niet meer in. Ze is gaan schilderen, componeren en ook muziekpedagoog geworden. Haar schilderijen zijn in feite haar muziekcomposities en ontwikkelt een methode om haar schilderijen om te zetten in een compositie. Er zijn exposities van haar werk in Parijs, op de culturele manifestatie Documenta in Kassel (Duitsland) en ook een paar kleinere tentoonstellingen in Nederland geweest. ‘Abstracting Parables’ in het Stedelijk Museum in Amsterdam is tot nu toe de grootste. Op die tentoonstelling (tot en met 16 oktober 2022) is ook werk van twee andere abstract werkende kunstenaars te zien: de Pakistaan Imran Mir en de Braziliaan Abdias Nascimento.

Terug naar mijn verjaardagsfeest in januari 1999 in Utrecht. Dat werd gehouden in een kelder min of meer onder het Rembrandt Theater. Ondanks alle barrières wilde Sedje daarbij zijn. Dat is de enige keer, dat Sedje in Utrecht (en ook bij mij thuis) is geweest. Ze kon tussen de vijftig en honderd meter lopen en moest dan weer op adem komen voor het volgende traject. Met de auto kwam ze overal. Ze reed zelf. Alleen als de afstand van geparkeerde auto tot haar bezoekadres te groot was, nam ze haar scootmobiel achter in de auto mee. Ze reed niet graag met dat ding. De rollator ging wel altijd mee.

Trap naar de feestkelder. Foto: Dik Binnendijk (2019)      

Ik heb voor haar een kamer gehuurd in hotel Smits op het hoekje Vredenburg-Lange Viestraat; nu het Leonardo Hotel Utrecht City. Ik weet niet meer waar haar auto stond: in parkeergarage Paardenveld; in parkeergarage La Vie/Bijenkorf (maar was die er toen al?) of met een speciale vergunning op Vredenburg. Met de scootmobiel is ze naar mijn huis gekomen. Dat was al een ramp met te smalle stoepen en te veel geparkeerde fietsen, maar lukte. Daarna ging ze weer terug naar het hotel.

Daar heb ik haar later opgehaald en aan mijn arm hebben we de tweehonderd meter gelopen naar de trap bij het Rembrandt Theater. Viermaal hebben we stil gestaan, zodat ze op adem kon komen. Daarna kwam het huzarenstukje: de steile trap af naar de feestkelder aan de gracht. Sedje had voor het traplopen een traploopschoen bij zich, één van haar vele uitvindingen. Met haar rechtervoet schoof ze daar in en met die voet stond ze dan zo’n vijftien centimeter hoger dan haar andere voet. Daardoor werden de treden in hoogte in feite gehalveerd en was het traplopen gemakkelijker voor haar. Toch moest ze tweemaal op de trap rusten om weer bij te komen.

Tijdens mijn verjaardagsfeest was ze geen moment alleen. Om tien uur wilde ze terug naar het hotel; de muziek werd te luid. Twee van mijn gasten hebben haar teruggebracht naar het hotel. Dus nu de steile trap op! Volgens mij moet dat een marteling voor haar zijn geweest. Na een paar treden omhoog met haar traploopschoen aan moest ze rusten en op adem komen. Daarna de tweehonderd meter terug naar het hotel. Het lijkt voor ons een afstand van niks, maar voor haar was het veel. Ik heb de volgende dag met haar ontbeten. En dat was de laatste keer voor zover ik weet dat ze in Utrecht is geweest.

Meer informatie over tentoonstelling ‘Abstracting Parables’:

https://www.stedelijk.nl/nl/nieuws/sedje-hemon-imran-mir-abdias-nascimento-2