Meisjes zijn sinds kort ook ingeschreven voor de militaire dienstplicht, maar hoeven niet op te komen. Dik Binnendijk moest dat wel twintig jaar geleden. Hij had zich moeten melden als zandhaas (soldaat in het leger) bij de in 1990 gesloopte Hojelkazerne in Utrecht. Maar hij deed een beroep op de Wet Gewetensbezwaarden Militaire Dienst, werd erkend en kon z’n vervangende dienstplicht gaan doen. 

Dik Binnendijk – Graag had ik mijn vervangende dienstplicht gedaan bij Aktie Strohalm, de milieugroep waar ik al zo’n zeven jaar actief was. Maar dat mocht niet van Defensie. Ik moest een andere werkplek zoeken. Zo kon ik wel terecht bij Milieudefensie, maar Strohalm en Milieudefensie waren min of meer concurrenten van elkaar op milieugebied. Dus dat deed ik niet. Nr. 2 op m’n lijstje vond ik niet aantrekkelijk; maar welke club dat dat was ben ik vergeten.

Ik heb gesolliciteerd bij nr. 3: Stichting Biowetenschappen en Maatschappij (BWM) toen gevestigd in Leiden, tegenwoordig in Den Haag. De stichting houdt zich bezig met wetenschapsjournalistiek toespitst op de biowetenschappen. Biowetenschap is in het algemeen onderzoek naar levende organismen. Dat is een enorm breed terrein, vandaar dat er meestal over biowetenschappen wordt gesproken. Ze hebben een grote invloed op onze samenleving. Denk bijvoorbeeld aan vaccinaties, orgaantransplantaties, invloed van bestrijdingsmiddelen of vervuiling op het milieu, biotechnologie, DNA-diagnostiek, virussen, ontwikkeling van nieuwe medicijnen of miniorganen op chips.

Voor het in 1982 verdwenen progressieve weekblad De Nieuwe Linie had ik een aantal artikelen geschreven. Met die verhalen onder m’n arm ben ik op sollicitatiegesprek gegaan. Het was een plezierig gesprek. Ik werd aangenomen en ben in december 1977 bij BWM begonnen. Dat was wennen: vijf dagen per week vanaf Utrecht op en neer met de trein naar Leiden. Ik herinner me dat het zowel heen als terug nog donker was. Pas in februari kon ik vanuit de trein van het uitzicht gaan genieten.

Dik en Louis interviewen een wetenschapper 8-05-1979.

BWM was gevestigd in een noodbarak in de tuin van een gebouw van TNO aan de Wassenaarseweg. Ik kon via de achteruitgang van het station over het ziekenhuisterrein naar BWM lopen. Het dagelijkse werk werd gedaan door een klein clubje. Naast de directeur was er een secretaresse en een administratief medewerkster. Verder waren er drie vervangend dienstplichtigen. Jan deed ook wel tentoonstellingen maar hield zich vooral bezig met de research en redactie van de cahiers (zie foto). De artikelen in de cahiers werden geschreven door vooraanstaande wetenschappers, maar moesten meestal flink herschreven worden voor de leesbaarheid.

Jan, Louis en Dik, de 3 vervangend dienstplichtigen, mei 1978.

Louis en ik zorgden wekelijks voor een nieuwsartikel, natuurlijk over een bepaald aspect van de biowetenschappen en het nut voor onze samenleving. In die dagen hadden kranten en weekbladen nog geen aparte wetenschapspagina’s. Onze BWM-artikelen konden door de schrijvende pers of de omroep gepubliceerd of als basismateriaal gebruikt worden voor een eigen productie. Bronvermelding was verplicht en vaak stond ook de naam van Louis of mij bij het overgenomen artikel. Elk verhaal werd gelezen en becommentarieerd door vier personen. Bij BWM heb ik echt goed leren schrijven. Zo werd ik in het journalistenwereldje bekend als wetenschapsjournalist.

Begin 1979 kreeg ik twee maanden vrij om af te studeren. Het schrijven van een eindscriptie heb ik in Leiden gedaan. Daar kon ik me goed concentreren. Thuis niet. En zo ben ik in maart 1979 eindelijk afgestudeerd in de biologie: 12,5 jaar nadat ik was begonnen aan de studie. Eind juni was mijn vervangende dienstplicht voorbij, maar ik ben tot september bij BWM gebleven om m’n studiemaanden te compenseren. Dat was absoluut geen straf. Als ervaren rot kon ik de nieuwe vervangend dienstplichtigen zo goed inwerken.

Deel 4 volgt volgende week: Marga Klompé en prins Claus.