Bijna zeventien jaar heeft Dik Binnendijk in de Vogelenbuurt gewoond op Bellamystraat 11 bis. Zo’n zeven jaar huurde hij eerst een kamer bij ‘opoe’, zijn hospita. Na haar dood woonde hij vanaf mei 1977 met andere (oud-)studenten in het bovenhuis. In de (onregelmatig verschijnende) serie ‘Bellamytjes’ haalt Dik herinneringen op uit die tijd. 
    

Dik Binnendijk – Voor mij de fijnste tijd met andere studenten in het bovenhuis begon eind ‘77 en duurde zo’n vier jaar. Leo woonde in de voorkamer, gescheiden door schuifdeuren van de achterkamer van Gert. Op de bovenste etage was de voorkamer eerst van Gerdi - en later van Inez. Ik zat in de achterkamer met uitzicht over het platte dak van de autogarage met vooral ’s nachts krijsende katten er op. We kookten voor elkaar en gingen veel met elkaar om. 

Na zo’n vier jaar verhuisde Leo als eerste naar de Kapelstraat. Hij kreeg daar een ‘eigen’ huisje. Gert moest op zoek naar een nieuwe etagenoot. Dat werd Marjolein, de zus van een studiegenoot van Gert. Zij hadden absoluut geen klik met elkaar en dat is toch een voorwaarde om een teveel aan geluid door de schuifdeuren te kunnen accepteren.

Binnen een half jaar was Gert verdwenen naar de Haïtidreef in Overvecht en kreeg een appartement in het Centraal Wonen Project Klopvaart. Hij heeft het er nog geen jaar uitgehouden en is toen naar een bovenwoning in de Begoniastraat gegaan, een straat evenwijdig aan de Amsterdamsestraatweg. Daar is hij blijven wonen totdat hij in Den Haag ging samenwonen met Mieke. Ze zijn nog steeds bij elkaar en ik zie Gert regelmatig. 

Marjolein ging op zoek naar een vervanger van Gert. Ik herinner me dat op zijn oude kamer kort achter elkaar een aantal vrouwen hebben gezeten, waar ik weinig contact mee had. Ik had ook geen echte klik met Marjolein, dus al snel kwam er een soort scheiding per verdieping in huis. We zagen elkaar natuurlijk wel, want toilet en douche waren op de onderste etage. Soms aten we nog wel eens met zijn vieren. Na zo’n twee jaar kwam de volgende verandering: Inez ging samenwonen met haar vriendin, eerst in Utrecht, later in Maarssen. Gert heeft nog wel een tijdje contact met haar gehad; ik niet meer. 

Het Bellamykwartetje met de klok mee: Inez, Gert, Leo en Dik (foto’s: Dik Binnendijk, gemaakt tussen 1977 en 1980)

Nu kon ik bepalen wie naast me kwam op de voorkamer. En dat werd Jan. Ik kende hem vanuit de milieuactiewereld. We zijn een paar maal op vakantie geweest en dat ging prima. Alleen, goede vrienden zijn niet altijd ook goede huisgenoten. Jan had het altijd druk; aan vaatwassen kwam hij nooit toe en andere huishoudelijk taken stelde hij altijd uit. Vooral veel beloftes, dus dat botste regelmatig of nog vaker: ik moest mijn irritatie maar inslikken. Ik weet niet meer hoe lang ik met Jan heb samengewoond, maar leuk was die tijd niet. Wat ik ook vervelend heb gevonden, is dat Jan een relatie met Marjolein begon. Qua opruimen paste Marjolein wel bij Jan. Dus als huisoudste stond ik continu tegenover een stel. Niet echt prettig! 

Pas toen Jan en ik niet meer bij elkaar woonden, is de vriendschap weer opgebloeid. Ik ben zelfs zijn ceremoniemeester geweest op zijn bruiloft in 1994 in de Noord-Indiase stad Leh in het Himalayagebergte. Tijdens de bruiloft heb ik alle activiteiten in het Engels aan elkaar gepraat. Rondom Leh zijn sinds 1959 veel Tibetaanse vluchtelingen uit China komen wonen en dat zie je terug in de cultuur daar.

Jan trouwde met Daphne (een Nederlandse) volledig volgens de Tibetaanse traditie. Hij had een reisbureau en organiseerde reizen in de Himalaya. Dat doet hij overigens nog steeds. Leh was toen zijn uitvalsbasis. Na het huwelijk zijn Jan en Daphne in Nederland komen wonen. Dit huwelijk hield zo’n tien jaar stand. Na de breuk heeft Jan via internet zijn huidige Indiase vrouw Suchie leren kennen. Ze wonen nu al jaren in het noorden van India. Jan wilde nooit kinderen, maar is toch op zijn 55-ste vader geworden van dochter Teesta. Zij wordt in juni tien jaar. Ook vanwege de afstand en een totaal ander leven is ons contact verwaterd. 

Jan was dus als vriend prima, maar als huisgenoot een ramp! Geen wonder dat ik de laatste paar jaar Bellamystraat echt op zoek ben gegaan naar andere woonruimte. Ook ik wilde uitvliegen! Ik was half dertig en ik had zo mijn eisen: minimaal een driekamerwoning... en dat met een uitkering.