Henk Westbroek - Mijn leven lang drink ik op een doorsnee dag een kop of 10 koffie. Het grootste deel van dat leven werd ik er door bezorgde huisartsen en in alle gezondheidsrubrieken in de media op gewezen dat ik fout bezig was.

Goed fout zelfs. Een enkel kopje koffie was acceptabel, bij 2 naderde je een grens en als je 3 kopjes per dag dronk stak je die grens over en ging je versneld dood. Laat staan bij vier kopjes, bij 5 kopjes of –zoals in mijn geval - bij tien kopjes. Tussen de regels van de medische adviezen door begreep ik altijd dat het in mijn koffiegeval verstandig was mijn testament opgesteld te hebben en de kist van mijn keuze al te hebben uitgezocht.

Nieuw onderzoek heeft onmiskenbaar aangetoond dat ik met mijn 10 kopjes per dag gezonder leefde dan de mensen die na 1 kopje overstapten op dubbel gefilterd kraanwater. De uitslag van dit onderzoek wordt vanzelfsprekend betwist wordt door individuen die geloven dat injecties tegen dodelijke ziekten een stuk gevaarlijker zijn dan de ziektes zelf en natuurlijk ook door mensen met een zo starre natuur dat ze daardoor niet in staat zijn te begrijpen dat medische inzichten soms radicaal veranderen.

Omdat ik zo graag koffie drink heb ik voor RTV Utrecht een keer een programma gemaakt over mensen die gestudeerd hebben in het maken van lekkere koffie. Deze koffiezetters laten zich Barista noemen. Ik wilde ook Barista worden en heb daarvoor een versnelde cursus gevold. En weet nu dat voor een goede kop koffie een subliem espressoapparaat vereist is waarin koffiebonen van de beste kwaliteit tot koffie verwerkt worden.

Die bonen moeten gemaald worden. Of er fijn, of fijner, of juist iets grover gemaald moet worden hangt af van de luchtdruk, de luchtvochtigheid, de wind en het aantal meters dat de koffiezetmachine van het toilet verwijderd is. Er spelen nog 12 andere factoren een kleine rol maar die laat ik ongenoemd. Ze doen namelijk allemaal in de praktijk van het koffiezetten niet ter zake. Een machine maalt de bonen immers altijd op dezelfde manier en die wordt in geen enkele koffiezaak per half uur aan het weer aangepast.

Militairen zijn aan hun uniform herkenbaar, Barista’s zijn in de regel uitgerust met een hipsterbaard of snor. Vaak met allebei. Ze hebben de irritante gewoonte van obers in sterrenrestaurants gekopieerd; ze willen je bijpraten. Over de maalgraad, de plek waar de koffie vandaan komt, de manier waarop de bonen gebrand zijn, het koffiebonen ras en de ideale temperatuur van hun koffiewater.

Saaie wijsneuzen zijn het, waar ik het geduld niet voor heb. Daarom genoot ik van de twee jeugdige dames Jette & Jildou die voor het blad Duic in tientallen koffietenten de koffie proefden. Die was altijd lekker. De dames werden lyrisch als bij het koffie concept een opgewarmde appelflap hoorde. Hun enthousiasme werd goddelijk groot als in de koffiebar appeltaart geserveerd werd die thuis was gebakken door de gescheiden moeder van de Barista zelf. De twee koffieliefhebsters zijn gestopt met het testen van koffiebars. Jammer, maar ik laat mijn koffie thuis er vanzelfsprekend niet minder om smaken.