Kees van Oosten - Cees Hamelink, gepensioneerde hoogleraar Internationale Communicatie, Media, Religie en Cultuur, roept in een filmpje op youtube op om niet alles te geloven wat er in de krant staat.

Ik zag het voor het eerst op de lopende band bij fitness. Om de verveling tijdens het fitnessen te verdrijven kan je ondertussen naar een tv-schermpje kijken. Boeiend kort filmpje, waarin Hamelink zijn gehoor uitlegt hoe wij door de media om de tuin worden geleid. In een college van studium generale TU Delft ("Hoe onbetrouwbaar is het nieuws") wordt hij daar samen met Janneke Monshouwer nog eens over ondervraagt. Monshouwer kent de omroep van binnenuit en schreef een boek over alles wat niet in het nieuws kwam. Het is allemaal op internet te vinden. 

Het filmpje op youtube (bekijk het zo hieronder) kan ik iedereen aanbevelen. Dat andere is een college, een taaie zit van 2 uur. Het filmpje en het college, daarvan is de boodschap dat wij door de politiek en de overheid professioneel worden voorgelogen. Spindocters  (pr- adviseurs van politieke partijen en belangrijke mensen) bedenken nieuws wat niet heeft plaatsgevonden, maken daar een spannende video van en dat wordt kritiekloos door kranten en het NOS onder het volk verspreid, zodat het volk ervan overtuigd raakt dat er een heilige strijd gestreden moet worden waar veel geld en steun voor nodig is. Hamelink noemt als voorbeeld de oorlog van Bush, Blair en trawanten tegen het Irak van Hoessein, waarvan naderhand bleek dat er helemaal geen chemische- en nucleaire wapens waren. 

In dat filmpje op youtube houdt Hamelink ons voor dat liegen en bedriegen er nu eenmaal bijhoort in de politiek. Dat de overheid en dat politieke partijen de boel bij elkaar liegen, wat overigens ook door de legendarische I.F. Stone werd en door Noam Chomsky wordt betoogd, daar moeten we maar mee zien te leven. Dat is niet anders. Dat is ook waarom politici altijd de mond vol hebben over integriteit. Het probleem ligt volgens Hamelink bij de journalisten. Die horen de leugens en de verzinsels van de overheid en van politici te checken en dat doen ze niet, althans volstrekt onvoldoende. Doorgeefluik-journalistiek noemt hij dat. 

Hamelink geeft een aantal verklaringen. De eerste is de wanverhouding tussen het aantal journalisten aan de ene kant en het aantal woordvoerders/spindocters van de overheid en de politiek aan de andere kant. Als ik het goed heb begrepen is de verhouding 1 op 15. Eén journalist op de 15 beroepsleugenaars. Dat valt niet bij te benen en dus beperken veel redacties zich ertoe de kant en klare persberichten van de overheid/politiek vrijwel letterlijk over te nemen. Dat wordt aan het eind van het genoemde college ook geïllustreerd aan de hand van een tiental tv-stations die in exact dezelfde woorden en zinnen hetzelfde nieuws brengen. 

Wat Hamelink en Monshouwer betogen is dat er ook vaak te weinig afstand is tussen de journalist en de bewindspersoon/politicus. Te vaak zijn ze dikke vrienden en doet de journalist zijn best om zijn vriend goed in het nieuws te krijgen. Ofwel kiest de journalist partij of laat hij zijn eigen politieke voorkeur meespelen. Het voorbeeld dat Hamelink en Monshouwer daarvan gaven is dat van NOS hoofdredacteur Marcel Gelauff die zó in een filmpje knipt dat het lijkt alsof Putin de vraag van een journalist negeert over het MZ17 ongeluk, terwijl hij daar juist uitgebreid op ingaat. Bewuste manipulatie zoals Gelauff nader hand toegaf, zonder zich daarvoor te schamen. Kijk dus nooit meer naar het NOS-journaal!

Wat moet er volgens Hamelink gedaan worden om ervoor te zorgen dat de media hun werk wél naar behoren doen? Het antwoord van Hamelink is: het publiek moet kritisch zijn en niet alles slikken. Elk publiek verdient de media die het heeft, aldus Hamelink. Dat vind ik nogal makkelijk: het publiek krijgt bij Hamelink eigenlijk de schuld, terwijl hij begon te vertellen dat de overheid en de politiek de boel bij elkaar plegen te liegen. Het lijkt mij dan logisch om de schuld bij de overheid en de politiek te leggen. Die moeten ophouden met liegen en hun woordvoerders, voorlichters en spindocters de laan uit sturen. Wat let de gemeenteraad om het college die opdracht te geven?