Kees van Oosten - Het strafrecht was ooit bedoeld om burgers te beschermen. Beschermen tegen schurken die roven, stelen, verkrachten en moorden. 

In Nederland worden pakweg 150 mensen per jaar vermoord. Uit een recent historisch onderzoek naar 7493 in Nederland woonachtige slachtoffers van moord en doodslag in de periode 1911–2002 blijkt dat de kans om vermoord te worden vooral in de periode 1965–1990 substantieel is toegenomen. 

Volgen de Enquête Slachtoffers Misdrijven van het CBS worden in ons land jaarlijks pakweg 6,5 miljoen delicten gepleegd, waaronder 1,6 miljoen tegen personen, 2,7 miljoen diefstallen en 1,9 miljoen vernielingen. Met name winkel- en fietsdiefstallen nemen hand over hand toe.

De waarheid is, zo moeten we dus vaststellen, dat de overheid ons land niet veiliger kan maken. Bepaald niet, denk ik soms, want zo nu en dan lees je dat de politie weer een burger - van allochtone afkomst - heeft doodgeschoten of verwurgd. 

Volgens Abram de Swaan (Huizingalezing 2003) is de moderne overheid veruit de grootste moordenaar, gemeten naar het aantal onschuldige burgerslachtoffers. Het moorden door middel van drones, waar de VS onder Obama zich op heeft toegelegd, was toen nog niet aan de orde. Ook de bombardementen op Irak en Syrië niet.

Met zo'n beroerde staat van dienst moet de overheid alle zeilen bij zetten om de burger ervan te overtuigen dat het echt nodig is miljarden uit te geven om onze veiligheid te garanderen. Én om duizenden verboden aan de burger op te leggen. Zoveel, dat het volstrekt onmogelijk is die allemaal te kennen en ze niet per ongeluk te overtreden.

Om te laten zien dat de gemeente, justitie en politie er alles aan doen om criminaliteit keihard aan te pakken is het vervolgings- en handhavingsbeleid erop gericht om zoveel mogelijk overtredingen vast te stellen en boetes op te leggen. Dat laatste om te laten zien dat vervolging en handhaving niet alleen wat kost, maar de overheid ook geld oplevert. 

Omdat het makkelijk scoren is met vergrijpen waarvan het bewijs makkelijk rond te krijgen is, wordt voornamelijk tegen overtredingen en misdrijven opgetreden waarbij de ernst van het vergrijp alleen bestaat uit makkelijk aan te tonen overtreding van regels, door de overtreding waarvan eigenlijk niets of niemand kwaad wordt gedaan. 

Formulier niet goed ingevuld, 1200 euro boete. Mevrouw had niet gemeld dat ze af en toe gratis en voor niets een SOS-hondje verzorgde: strafkorting want ze had gehandeld in strijd met de aan de bijstand verbonden informatieplicht. Huisuitzetting, want mevrouw had niet tijdig een adreswijziging gestuurd aan Burgerzaken. 

B. had zelf een ondergrondse brandstoftank van 2000 liter verwijderd: 6000 euro boete. Dat had een gecertificeerd bedrijf moeten doen en er had een vergunning aangevraagd moeten worden. B wist dat niet. Jammer, maar elke burger hoort de wet te kennen. Wat voor schade heeft B aangericht? Niets, maar zo is de wet nu eenmaal.

Aangiften van diefstal, bedreiging, verkrachting, daar wordt zelden iets mee gedaan, want de opheldering daarvan is moeilijk en tijdrovend. Klagen en aangiften doen tegen onterecht optreden van de overheid en gewelddadig optreden van de politie is zinloos, want voor de overheid geldt strafrechtelijke immuniteit.

Kortom, de grootste kans om vervolgd en beboet te worden heeft de fatsoenlijke burger die zich van geen kwaad bewust is omdat hij onmogelijk alle regeltjes kan kennen en zich ook nog eens makkelijk laat intimideren door ambtenaren en politie. En de echte boeven die onze veiligheid bedreigen? Daar komen er steeds meer van, want de pakkans bij het grote werk is maar klein en misdaad loont.