Kees van Oosten - Mensen die een elektrische fiets kopen omdat ze zonnecellen hebben, de lamp op de gang laten branden omdat het een zuinige spaarlamp is, een extra grote koelkast kopen omdat die een energiezuinig label heeft. Dat heet het rebound-effect. Per saldo neemt daardoor het energiegebruik en de uitstoot van CO2 toe. Technologische vernieuwing alleen leidt niet tot minder energiegebruik. Voor minder energiegebruik is ook nodig dat men de verleiding weerstaat van luxe. 

De SSLU (Stichting Stop Luchtverontreiniging Utrecht) voerde dat als bezwaar aan tegen de milieuzone. In het besluit is dat niet terug te vinden, want daar stond alleen in dat TNO en HaskoningDHV de milieuzone hadden uitgedokterd en dat die deskundig waren. Een autoriteitsargument waar de gemeente zich altijd van bedient als het bezwaar hout snijdt. Maar in de lijvige rapporten van deze deskundige adviseurs viel niets terug te vinden wat er op zou kunnen wijzen dat ze ook maar bekend waren met begrip rebound-effect. 

Tijdens de behandeling van het beroep tegen de milieuzone deed Milieudefensie, die zich geroepen voelt om de kant van gemeente te kiezen, bij monde van haar advocaat mr. Phon van der Biessen nogal smalend over het argument: "Volstrekte onzin". Waarom Milieudefensie dat vond werd niet duidelijk, want de advocaat vond een toelichting overbodig. De gemeente vond het uberhaupt niet nodig om er op te reageren. 

Ontkennen dat het rebound-effect bestaat is voor een milieuorganisatie ongeveer zoiets als een kerk die het bestaan van Adam en Eva ontkent. Het is namelijk een zeer klassiek begrip. De Engelse econoom Jevons kwam er mee in 1865. Het wordt daarom ook wel de Jevons-paradox genoemd. Jevons beweerde op grond van statistieken aannemelijk te kunnen maken dat voortschrijdende techniek leidt tot een efficiënter gebruik van grondstoffen (in zijn tijd steenkool), maar tegelijk ook tot een toename van het gebruik. 

Hoewel het rebound-effect oftewel de Jevons-paradox in de meeste inleidende werkjes over groene economie genoemd wordt, bleken de deskundigen en woordvoerders van zowel de gemeente als die van Milieudefensie daarmee onbekend te zijn. Niet alleen bij de overheid zijn het vooral de mensen die verstand hebben van netwerken, media en propaganda die het meest van zich doen spreken en wordt kennis van zaken als hinderlijke ballast beschouwd. 

Toevallig trof ik op internet een interview aan met een econoom die onlangs op het onderwerp was gepromoveerd. "The environmental rebound effect: a new paradigm for an old challenge. The case of transport ecovation". Zijn betoog komt er op neer dat voor het consumentengedrag niet alleen belangrijk is wat transport kost qua geld en energie, maar ook het al of niet valse milieubewustzijn. Als mensen denken dat hun stroom groen is en hun auto schoon (want Euro 6 of elektrisch), dan zullen ze eerder aan de verleiding toegeven de auto te nemen in plaats van de fiets en het OV. 

Met andere woorden, als je als gemeente en als Milieudefensie de mensen weet wijs te maken dat het rijden in een diesel Euro 3 of hoger helemaal niet zo erg is en dat je er daarom best de milieuzone mee in mag, dan zullen de mensen die zo'n diesel hebben denken: waarom zal ik de fiets nemen, Lot van Hooijdonk zegt dat de lucht 30% schoner wordt als ik mijn diesel Euro 3 blijf gebruiken.

Het interview stond overigens in Down to Earth, het lijfblad van Milieudefensie. Dat is Anne Knol en de advocaat van Milieudefensie misschien ontgaan.