Jack Meulman is in 1946 geboren. Hij heeft een Utrechtse vader en een moeder uit Oekraïne. Zijn ouders hebben door het oorlogstrauma dat ze hebben opgelopen een grote invloed gehad op zijn leven.

Interview door Jan Jansen

Jack Meulman (69) vertelt over de aangrijpende geschiedenis die zijn ouders hebben meegemaakt. “Mijn moeder, Alla Pintschuk, geboren in 1914 kwam uit een rijke joodse bankiersfamilie in de stad Lubny vlak bij Kiev waar toen zo’n 80.000 mensen woonden waarvan 90% van joods afkomst was. Een gouden toekomst lag voor haar met haar zuster en twee broers in het verschiet."

Meulman vertelt dat zijn ooms en tante studeerden op de universiteit in Kiev om traditiegetrouw belangrijke functies te gaan bekleden. Alla werd arts en specialiseerde zich als keel-, neus- en oorarts. Tijdens de Duitse bezetting van Oekraïne werd dr. Alla Pinstchuk in 1941 tewerkgesteld als concentratiekamparts in concentratiekamp Buchenwald. "Ze heeft me verteld dat ze zich vrijwillig voor de Arbeitseinsatz in Duitsland meldde omdat Stalin in de Sovjet Unie joden ging vervolgen.”

jack Meulman. Foto: J. Jansen

Jack pakt tijdens het interview een koffertje met medische instrumenten en allerlei kampspullen die zijn moeder haar hele leven bewaard heeft. “Ze ontmoette in het kamp mijn latere vader, de 28 jarige Kobus Meulman uit Utrecht, die bouwvakker was maar in het kamp werkte als kok. Ze kregen een geheime relatie. Die was van korte duur want Alla werd verplaatst naar een ander kamp waar ze vier jaar later in 1945 meer dood dan levend met vlektyfus door de Amerikanen is gevonden in de kelder van een klooster bij München-Gladbach."

Alla is dan nog in het bezit van de medische instrumenten en brieven van Kobus Meulman. Met behulp van de Amerikanen wordt Kobus opgespoord die zich dan in Wuppertal bevindt. Op 16 mei 1945 trouwen ze in Wuppertal met twee Amerikanen als getuige. Alla weet dan niets van het lot van haar familie in de Sovjet Unie.

Kobus en Alla besluiten naar Utrecht te gaan waar ze op een kamertje bij de vader van Kobus op de Springweg 152-bis naast de synagoge gaan inwonen. “Negen maanden na hun trouwdag ben ik geboren. Jeugdherinneringen heb ik over de periode dat we woonden in de Van der Marckstraat. Ik ging naar de Rietendakschool en zwom veel in het Noorderbad. Mijn ouders hadden thuis voortdurend ruzie. Mijn vader dronk en kwam soms weken niet thuis. Dan bleef hij in een kroeg hangen en ging ergens anders slapen."

"Mijn moeder kon het verleden niet van zich afzetten. Ze werd mensenschuw, ze kon zich moeilijk verstaanbaar maken omdat ze gebrekkig Nederlands sprak. Ik ging altijd mee om boodschappen te doen. Ze kwam met haar voorname achtergrond en goede opleiding in een enorme poel van ellende terecht met armoede en drankzucht."

"Mijn vader werd door zijn oorlogstrauma’s regelmatig opgenomen bij de WA Stichting in den Dolder. In de buurt beschouwden ze die vreemde ‘Russische’ als communist. Het was in de tijd van de koude oorlog en de Russische inval in Hongarije in 1956. Ik kwam daar als kind door in een isolement. Altijd weer kwam de oorlog ter sprake en werd het ruzie. Ik kon door dat vreemde conflictueuze gezin nooit een vriendje mee naar huis nemen.”

Jack doet een opleiding tot zwemleraar en krijgt een baan in zwembad Den Hommel. “Mijn moeder hield erg van Russische componisten. We luisterden op zondagmiddag altijd op de radiodistributie naar de Belgische BRT naar operamuziek met Mario Lanza. Ik ben nog steeds fan en heb een enorme verzameling cd’s en boeken over Mario Lanza. In 1964 kregen we, na bijna twintig jaar, onverwacht bericht van mijn moeders broer uit Oekraïne. Dat kwam omdat ze een oud vrouwtje uit Oekraïne had ontmoet die ze gevraagd had in Lubny te zoeken naar haar familie. Met vader en moeder ben ik er heengegaan. Een lange tocht met de trein met koffers vol cadeaus. Het was een emotioneel weerzien met haar familie."

"Toen het contact hersteld was gingen we de daaropvolgende jaren ook op familiebezoek. Bij een van die bezoeken kreeg ik een vriendin, Olga, een Russische zwemkampioene. Opschepperig vertelde ik bij haar thuis dat we in Utrecht in een kasteel woonden. Toevallig had ik een foto op zak waarop ik voor een kasteel stond. De ouders van Olga keken erg tegen me op. Olga zag dat ook wel zitten en wilde graag trouwen. We trouwden in 1968 in Kiev, zonder dat mijn ouders ervan wisten.”

Een jaar later komt Olga naar Utrecht in de verwachting als mevrouw Meulman chique te gaan wonen in het kasteel. “Om haar als gezin van de trein op te halen moest ik eerst mijn vader opzoeken in een van de vele cafés. Volkomen dronken stond hij naast mijn moeder en mij om Olga op het station te ontvangen. In mijn vaders Daffodil reden we naar ons huis in de Van der Marckstraat."

"Nog zie ik de verbijstering op Olga’s gezicht als we ons huis binnengaan. Toen ze, na aankomst, wilde douchen heb ik haar naar het badhuis op de Thorbeckelaan gebracht. Mijn moeder had geen verstand van eten koken en zette maar wat onduidelijks op tafel. Ze gingen in Olga’s aanwezigheid gewoon door met ruziemaken. Het was een verschrikkelijke afgang.”

Het huwelijk kon logischerwijze niet standhouden. “Olga ging weer snel terug naar Oekraïne. Ik ben een einzelgänger gebleven. In mijn ouderlijk huis stond ook een ijzeren gordijn en was de oorlog altijd nabij. Niemand kon zich in de ander verplaatsen. Eenzaam zijn mijn ouders gestorven. Ik ben getekend door de oorlog en bewaar met zorg de stoffelijke herinneringen die mijn moeder met veel moeite uit de oorlog heeft overgehouden. Muziek van Mario Lanza is mijn troost.”

-

Veel kinderen, geboren vlak na de oorlog, hebben sterk te lijden gehad van de vaak traumatische gebeurtenissen die hun ouders hebben moeten doorstaan. Vooral mensen van joodse afkomst, die de oorlog overleefd hebben, zijn erdoor getekend. Ze kregen na de oorlog vaak ook nog te maken met onbegrip. Het was voor de meesten eenvoudig niet voor te stellen welke gruwelen ze hadden beleefd. Overlevenden waren nauwelijks meer instaat emoties te uiten. Hun kinderen groeiden op in veelal gebroken gezinnen.

(Dit artikel is met toestemming overgenomen uit De Oud-Utrechter van 3 maart 2015.)