Vrijheid is een groot goed waar we ons als samenleving bewust van moeten zijn. Philipp van der Zeeuw (78) heeft zo’n dankbaar gevoel voor onze bevrijders van de Duitse bezetters dat hij privé een prachtig monument aan de Canadese ambassade in Wassenaar heeft geschonken. 

Interview door Jan Jansen

Na 70 jaar, als dank voor onze bevrijding, een monument voor de Canadezen

Voor hen die de binnenkomst van de Brits/Canadese troepen in Utrecht, na vijf jaar Duitse bezetting, op 7 mei 1945 bewust hebben meegemaakt is dit een onuitwisbare herinnering. De Duitsers hadden zich overgegeven en daar waren de Britse soldaten die samen met het Canadese leger optrokken. Het regiment droeg de naam Polar Bears omdat ze betrokken was geweest bij de Slag om Noorwegen. De uitgelopen Utrechtse bevolking juichte de bevrijders vanaf de Berekuil toe. Vele enthousiastelingen klommen op de jeeps en pantservoertuigen om een eindje mee te rijden.

Philipp van der Zeeuw kan zich, als zevenjarige, de komst van de bevrijders nog goed herinneren. “Ik klom op een pantservoertuig en kreeg van de militairen een stuk Zweeds wittebrood, een blik biscuit en een reep chocola. Daar kwam ik trots mee thuis. Het gevoel van dat moment, hoe belangrijk vrijheid was, heeft me nooit meer losgelaten. Vrijheid is niet vanzelfsprekend zoals blijkt in een aantal landen om ons heen die ook een democratisch gekozen regering hebben. Ik ben me bewust dat we als samenleving alert moeten blijven dat onderlinge tegenstellingen onze zwaar bevochten vrijheid niet zullen aantasten.”

Philipp komt uit een welvarend gezin met vijf kinderen. “Mijn vader had in de oorlog een bedrijf ‘De Eerste Nederlandse Papier en Brillenkokerfabriek’. Het bedrijf was in ons woonhuis aan de Bollenhofsestraat 106 in Wittevrouwen. Er werkten ook zo’n twaalf meisjes aan de productie en verpakking. Vooral meisjes van de familie Engelberts uit de Krijtstraat werkten in de fabriek en als dienstbode. Soms moest er in de oorlog ook ’s avonds na spertijd doorgewerkt worden. Ik weet nog dat de Duitsers op een avond binnenstormden. Mijn vader had dat vlak van te voren zien aankomen en kon het personeel tijdig in een kruipruimte onder de vloer verbergen.”

Philipp van der Zeeuw. Foto: Jan Jansen

Het was een goedlopend bedrijf van Van der Zeeuw. “We hadden een  diensmeisje voor dag en nacht, Riekje Engelberts, die ons verzorgde en ons voor een belangrijk deel heeft opgevoed. Ze waste, deed boodschappen, kookte, bracht ons naar school.  Zelf moest ze altijd in de keuken eten. Mijn ouders gingen zelf regelmatig een paar dagen logeren in kasteel Kerckebosch in Zeist. Riekje paste dan op de kinderen. Tegen het eind van de oorlog kwamen er honderden geallieerde vliegtuigen over Utrecht op weg naar Duitsland.  Er waren dan regelmatig beschietingen en bombardementen. We verborgen ons dan in de kelder die was ingericht voor langer verblijf.”

Drie weken voor de bevrijding viel Philipp al spelend in het water van de Biltse Grift, hij kon niet zwemmen en dreigde kopje onder te gaan. “Een Duitse soldaat op de fiets zag dat, sprong van zijn fiets en stak zijn geweer naar me toe om me uit het water te trekken. Hij leverde me doornat thuis af en vertelde mijn geschrokken maar dankbare ouders dat hij mijn leven had gered. Mijn moeder nodigde hem uit binnen te komen en vroeg hem zijn geweer maar in de paraplubak in de vestibule te zetten, een wel heel naïeve gedachte waar de soldaat natuurlijk niet op inging. Binnen aan de koffie vroeg hij of hij bij ons mocht onderduiken. Hij voorzag het einde van de bezetting en wilde deserteren om bij zijn vriendin in Utrecht te kunnen blijven. Uiteindelijk brachten mijn ouders hem naar een onderduikadres in de Veeartsenijschool en bleven hem daar eten bezorgen. Drie jaar na de oorlog heeft hij ons nog eens opgezocht.”

Vlak na de bevrijding organiseerde vader van der Zeeuw een uiterst luxe uitje voor zijn gezin. “Hij huurde twee grote Chevrolets met chauffeur bij het toenmalige autoverhuurbedrijf Ton op de hoek Wittevrouwenstraat/ Ridderschapsstraat. Mijn ouders zaten achterin in de eerste en de vijf kinderen in de tweede auto. We werden afgeleverd bij het chique Kurhaus in Scheveningen waar we een week verbleven. Grote indruk maakte de luxe auto’s en de chauffeurs met pet en witte handschoenen.”  

Philipp had jarenlang de behoefte een kunstwerk te maken en te schenken als dank voor de Polar Bears. “Na de Academie voor Beeldende Kunst was ik van beroep keramist geworden en maakte veel kunstwerken in opdracht vanuit de wereld van radio en tv. De herdenking van 70 jaar bevrijding in mei 2015 leek me een goed moment. In eerste instantie wilde ik een Canadese helm en deed een oproep in kranten, op radio en tv. Op de oproep reageerde de heer van Dool uit Zuilen. Hij had een Canadese helm in bezit en wilde die wel een mij geven. Ik heb een ontwerp gemaakt van de helm, gecombineerd met een marmeren Maple leaf, het rode esdoornblad dat het symbool is in de Canadese vlag. Op eigen kosten heb ik het monument laten maken bij Ruud van Vliet, natuursteen restauratie. De gemeente Utrecht had al een monument van de Polar Bears in het Hogelandsepark en wilde mijn monument niet plaatsen. Daarom heb ik het aangeboden aan de Canadese Ambassade in Wassenaar. De onthulling was 20 april 2015 in aanwezigheid van de ambassadeur en honderd genodigden.”

Vrijheid is een belangrijk maar niet vanzelfsprekend goed. Ouderen van nu die de andere kant ervan, onderdrukking, hebben meegemaakt zijn zich bewust van de kwetsbaarheid ervan. Philipp van der Zeeuw heeft daar op een bijzondere manier uitdrukking aangegeven.

(Dit artikel is eerder gepubliceerd in De Oud-Utrechter en is met toestemming van de auteur overgenomen.)