Hieronder een van de strofen uit ‘De spoordijk langs die Tuin van Kol’, één van de zes hoofdstukken uit de Werkspoor Koren Opera, die zaterdag zijn premiere beleeft tijdens de Dag van de Architectuur.

Met uitzicht helemaal tot aan de Vecht

Was het ook eerlijk gezegd niet zo slecht

En de treinen reden af en aan

Het zou nog jarenlang zo gaan

Het hameren en klinken klonk

De verf en menie alles stonk

Maar wonderschoon en strak in de lak

Die bij de grauwe hallen afstak

Ruben van Gogh, 2015

In de spectaculaire Werkspoorkathedraal zingen zes Utrechtse koren speciaal geschreven teksten van de Utrechtse dichter Ruben van Gogh, op speciaal voor de opera geschreven muziek van componist Bob Zimmerman. Ruben van Gogh woont niet ver van het Werkspoorkwartier en wilde na enkele erfgoedprojecten waaraan hij als tekstschrijver was verbonden, onder meer in het glazen Westland, heel graag een project met ‘te zingen dingen’ opzetten in Utrecht.

In 2012, tijdens een van de bijeenkomsten die kunstcollectief Expodium in het Werkspoor organiseerde, raakten Expodium en Ruben met elkaar aan de praat. Al snel waren beide partijen er van overtuigd; Er zou en moest een Werkspoor Koren Opera komen.  

Expodium had het Werkspoorkwartier als werkterrein uitgekozen vanwege de geschiedenis van het gebied; het was hier dat Utrecht aansluiting vond bij de 24uurs economie, en ook was het hier dat Utrecht zichtbaar onderdeel werd van de wereldeconomie.

Decennialang sisten en stoomden de fabrieken van Werkspoor [en Demka] langs het Amsterdam-Rijn kanaal. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen er verschillende groepen buitenlandse werknemers naar Utrecht. Zij brachten niet alleen een oplossing voor de werkgever, die zo goedkopere arbeidskrachten kon inzetten, maar brachten ook andere kleuren en gebruiken naar Utrecht. Wie kan zich nu nog voorstellen dat we in Nederland nog nauwelijks van aubergines wisten voor die met Mediterrane gastarbeiders zijn entrée op de markt maakten?

Ook de manier waarop werknemers van Werkspoor en Demka in de baas zijn tijd allerlei andere zaken maakten, was voor Expodium een voorbode van de tijd van het flexwerk en de sharing economy. Wim van Scharenburg toont in zijn Museum van Zuilen mooie voorbeelden, die zo de continuïteit tonen van de industriële periode uit Utrecht’s geschiedenis en het dienstverlende Utrecht van nu.

Expodium voert dit gehele jaar een kunstzinnig programma uit in het Werkspoorkwartier, onder de naam ‘Unmaking The Netherlands’, juist omdat het Werkspoorkwartier en uniek Utrechts is en als bijna vergeten stukje stad, dat herontwikkeld moet worden, past in een mondiale trend.

Ruben van Gogh wilde met zijn teksten voorkomen dat de komst van Werkspoor naar Utrecht in 1913, en de aansluitende decennia van activiteiten, uit de Utrechtse canon van geschiedenis zou verdwijnen. In de woorden van Ruben: “Het Werkspoor vormde eens het kloppend industrieel hart van Utrecht; Zuilen, eerst als zelfstandige gemeente en daarna als onderdeel van stad Utrecht, werd zelfs volledig op de schop genomen om de fabrieksarbeiders ervan te kunnen huisvesten. Werkspoor sloot zijn poorten in de late jaren '70. De jonge voormalige arbeiders van toen zijn de oude mannen van nu geworden. De herinneringen vervagen of gaan mee in het graf. Utrecht lijkt haar jonge, industriële geschiedenis te vergeten.” 

Dat willen de initiatiefnemers voorkomen. Dus werd er hulp gezocht en gevonden; producente Kim Vogels sloot aan, dramaturg Geert van Boxtel en advies kwam er van Erik Uitenboogaard. Via fondsenwerving en sponsoring – onder meer van Wärtsila, een multinational die delen van het Werkspoor opkocht – kon de productie tot stand komen.

Allerlei Utrechtse koren nemen een stuk van de ‘opera’ voor hun rekening: Popkoor Zuilen, De Hollandse Noot, De Steegzangers, Bon Ton, Stem des Volks, het UCK popkoor en het Nederlands Kamerkoor zullen de bezoekers aan de ‘opera’ door de geschiedenis van Werkspoor in Utrecht voeren. Allerlei aspecten komen daarbij aan bod; van de leerschool, via de arbeiders en hun dromen, tot de stakingen en het bestuur. Het publiek herkent niet alleen de beelden en verhalen van vroeger: het publiek herkent ook zijn buren, familie en vrienden. 

Dat is belangrijk, want Werkspoor (en de Demka) vormde eens het kloppend industrieel hart van Utrecht; Zuilen, eerst als zelfstandige gemeente en daarna als onderdeel van stad Utrecht, werd zelfs volledig op de schop genomen om de fabrieksarbeiders ervan te kunnen huisvesten. Werkspoor sloot zijn poorten in de late jaren '70. De jonge voormalige arbeiders van toen zijn de oude mannen van nu geworden. De herinneringen vervagen of gaan mee in het graf. Utrecht lijkt haar jonge, industriële geschiedenis te vergeten.

Dichter/librettist Ruben van Gogh kwam op het idee om Werkspoor tot onderwerp van een opera te maken, een industrieel-erfgoed-opera. Vanwege haar activiteiten in het revitalisatie traject van het Cartesius gebied, heeft Expodium dit idee tot een van zijn projecten gemaakt. Het programma en onze activiteiten in het Cartesius gebied worden in samenwerking met lokalen bedrijven, bewoners en andere creatieve partijen ontwikkeld om op deze manier een zo breed mogelijk gedragen ontwikkeling te realiseren.

Het economisch en cultureel klimaat van deze jaren noopt tot uitdagende en vernieuwende samenwerkingen en dus tot een vernieuwende manier van opera maken. Mede daarom ontstond het idee er een kooropera van te maken, te zingen door Utrechtse koren en gezelschappen, uit te voeren in tableaus chantants. Ieder koorstuk wordt daarbij 'cadeau gedaan' aan een Utrechts koor, in ruil voor enkele uitvoeringen.

Deze werkwijze kent een aantal charmante consequenties: Er ontstaat een Utrechtse betrokkenheid (en publiek) — van Utrecht, voor Utrecht, door Utrecht. De repetities kunnen uitbesteed worden aan de koren zelf. De stukken blijven op het repertoire staan, zodat zij ook buiten de opera ten gehore worden gebracht en deel gaan uitmaken van een gezongen Utrechtse canon.

Daarnaast staan er in het Cartesiusgebied, het voormalige Werkspoorterrein, nog oorspronkelijke fabriekshallen en loodsen, waar deze opera uitgevoerd kan worden. Het Werkspoor zal wederom tot leven worden gebracht. In de maand juni 2015, om precies te zijn op de Dag van de Architectuur, zaterdag 20 juni,  staat een serie pilot voorstellingen gepland, bestaande uit zes koorstukken, uitgevoerd door zes verschillende koren: een mini-opera wat lengte betreft, niettemin groots in bezetting.

De voorstellingen vinden plaats in de Werkspoor Kathedraal, een van de oorspronkelijke Werkspoor fabrieksgebouwen aan de tractieweg in het Cartesius gebied, tegen een achtergrond van geprojecteerde archiefbeelden van het Werkspoor. De koren zullen een gevarieerd beeld laten zien van de rijke historie van het Werkspoor: de leerschool, de arbeiders, de dromen, de stakingen, het bestuur.