Door Ton van den Berg - De Plompetorengracht, een beetje stil en verborgen in vergelijking met de grote broers de Oudegracht en de Nieuwegracht. Maar wat een rijke historie, zo ontdekte Julius de Goede die (met Herman Boon) een boek schreef over de monumentale huizen en hun bewoners van de westzijde van de Plompetorengracht.

De eerste uitgave van het boek was in 2006 en nu hebben de auteurs de kennis die ze hebben vergaard in de afgelopen 16 jaar aan een nieuwe uitgave toevertrouwd. Daarmee zijn er verbeteringen aangebracht en ook veel nieuwe informatie toegevoegd.

Voorzijde boek over Plompetorengracht.

,,De eeuwen kijken op ons neer,’’ zegt De Goede over de huizen aan de Plompetorengracht. Meer dan 30 jaar geleden kwam hij er wonen. Het huis was een ravage en moest grotendeels opnieuw worden opgebouwd en tijdens dat proces ontdekte De Goede fragmenten zoals eikenhouten vloeren waardoor duidelijk werd dat het pand ouder was dan de veronderstelde 19e eeuw.

,,Frans Kipp, de bouwhistoricus, heeft sommige delen van het huis kunnen dateren als behorend tot de Middeleeuwen. Die vondsten zorgden ervoor dat ik geïnteresseerd raakte in de historie. Al gauw ontdekte ik dat het buurhuis tot hetzelfde pand heeft behoord, het huis daarnaast hoorde er ook bij en zo breidde het onderzoek zich al uit naar een groter deel van de straat.’’

Omdat er vroeger geen huisnummers waren, maar huizen werden benoemd naar hun bewoners breidde het onderzoek zich automatisch steeds verder uit en voordat De Goede het wist was hij, in samenwerking met archiefonderzoeker Herman Boon, bezig met de historie van de gehele Plompetorengracht-westzijde. Overigens is de naam Plompetorengracht nog vrij jong want tot en met de 19e eeuw was de straat bekend als de Nieuwegracht aan de Plompetoren (de toren op de hoek met de stadsbuitengracht werd in de eerste helft van de 19e eeuw afgebroken).

De vroegste historie van het buurtje langs de gracht is dat er mogelijk enkele boerderijen hebben gestaan die hoorden bij het kapittel van de Sint Jan dat grensde aan de Voorstraat. De boerderijen maakten later plaats voor grote huizen waarvan er een aantal behoorden tot de abt van het klooster Oostbroek in de Bilt.

Al snel werd de Plompetorengracht een plek waar welgestelde en adellijke families graag wilden wonen. Zij voegden bestaande huizen samen of bouwden op de lege plekken nieuwe onderkomens. Een van de bekendste families was die van Van Tuyll van Serooskerken. Ook een lid van de kunstschilderfamilie Willaerts woonde ‘aan de Plompetoorn’. En in het huis van De Goede woonde tweehonderd jaar lang de familie en nazaten van het geslacht Van Ledenbergh.

De Goede beschrijft ieder huis en familie minutieus. ,,Het lijkt gortdroog om te lezen,’’ zegt hij. ,,Maar het is voor wie van de historie van Utrecht houdt zeker interessant.’’ Circa acht jaar werk zit er in het boek dat ruim voorzien is van afbeeldingen van de huizen en de families die er leefden.

De Goede: ,,In het begin van de 20e eeuw kwamen er steeds meer bedrijven in de grote huizen die voor de families te duur waren geworden. Op nummer 6 had je een pianohandel, op 4 een zeepfabriek en op 24 en 26 zat de Technische Unie. Die bedrijvigheid is weer verdwenen nadat de binnenstad voor auto’s steeds moeilijker bereikbaar werd. Tegenwoordig is het vrij rustig hier.’’

Plompetorengracht Westzijde opnieuw bezocht, door Julius de Goede en Herman Boon, in de boekhandel.