Willem Geijssen struint de Utrechtse straten af, op zoek naar Poëtische Straattaal. Dit keer: de Tivolituin in Utrecht-Oost.

Je loopt er langs zonder er erg in te hebben: de Tivolituin achter Cultuurcentrum Parnassos, de voormalige Rijks-HBS aan de Kruisstraat, schuin tegenover de Stadsschouwburg aan het Lucasbolwerk. De naam Tivolituin verwijst naar het theater dat hier ooit stond, maar vrijwel niets herinnert verder nog aan de rijke geschiedenis van deze plek.

De tuin in zijn huidige vorm bestaat sinds 1989 en werd bedacht door het toenmalige Wijkcomité in samenwerking met de gemeente Utrecht. Opbouwwerker Sjoerd Bouwman (naar wie een gebouwtje op het terrein is vernoemd) en bewoner Rob Vleeming, waren naast anderen, vanaf het begin betrokken.

De tuin wordt momenteel beheerd door Lente Bruinsma en andere bewoners. Het idee voor de tuin ontstond toen het gebouw van de voormalige Rijks-HBS leeg kwam te staan en er een nieuwe bestemming gezocht moest worden. Dat werd Cultuurcentrum Parnassos, eigendom van de Universiteit Utrecht.

Men wilde de ruimte achter het gebouw in eerste instantie inrichten als fietsenstalling, maar uiteindelijk werd er na overleg met bewoners gekozen voor een tuin. De gemeente Utrecht gaf opdracht aan Toni Silverstone, vaste architect Buitenruimtes, voor een ontwerp. Dat werd echter door de bewoners te “gewoon” gevonden, die het vervolgens eigenhandig en zonder toestemming aanpasten, vertelt Rob Vleeming tijdens een ontmoeting in de tuin.

In het begin was de tuin naamloos, tot een jongetje van dertien zich herinnerde dat zijn oma altijd sprak over de ‘Tivolituin’ die daar tot de jaren dertig van de vorige eeuw was, begrensd door Nachtegaalstraat, Kruisdwarsstraat, Kruisstraat en Wittevrouwensingel. Besloten werd die naam aan de tuin te geven.

 Blikvangers in de tuin zijn twee grote zuilen van schriftbeeldhouwster Britt Nelemans, met daarin gebeitelde versregels van H. Marsman, M. Vasalis en Bert Voeten. De regel van Marsman komt uit zijn gedicht ‘Phoenix’:

 Het nest is goed, maar het heelal is ruimer.

Van Vasalis koos Nelemans regels uit het gedicht ‘Wat ik moet doen’:

Van vogeltjes alleen de veren

Of het allerfijnste slijpsel van zingen

Of ’t geluid van droge voetjes

Onder ’t donker dak

En klein als sterren

Boven de grote waarheden

Van het leven                           

 

En van Bert Voeten, uit het gedicht ‘Even’, komen de regels:

Aan lange draden van het licht zwevend de akrobatische vogels

 

Bomen staan in wonderen te geloven

Rond 1997 had de Gemeente Utrecht het Betaald Parkeren ingevoerd en dat bracht veel meer op dan verwacht. Als gevolg daarvan kwam een budget beschikbaar om iets moois mee te doen.

Schriftbeeldhouwster Britt Nelemans reageerde op een prijsvraag gericht aan bewoners in de wijk, georganiseerd door bovengenoemd Wijkcomité. Haar idee werd direct gekozen boven nog drie andere inzendingen.

Een bezoek aan Nelemans’atelier ‘Letters in Steen’ in de Kerkstraat leert dat de zuilen van Franse kalksteen gemaakt zijn. Volgens Nelemans lekker om mee te werken, fijn van structuur en blijft lang mooi en licht, mits goed onderhouden en geregeld schoon gemaakt. Zij studeerde geologie en voelt zich met steen in haar element. Hakken in steen vindt zij heerlijk en ontspannend.

De zuilen zijn drie meter hoog en symboliseren daarmee het thema vogels, vliegen, zweven, de lucht in. De poëzie van Marsman, Vasalis en Voeten spraken haar al lang aan, vandaar de keuze voor hun werk. ‘Mooi meegenomen’ is dat Hendrik Marsman op de Rijks-HBS gezeten, voordat die tot Parnassos werd omgedoopt.

De zuilen werden geplaatst op 21 juni 1998, de langste dag, zonder officiële onthulling, gewoon door de firma Geytenbeek. Vandaar ook dat het geen wonder is dat men zelfs bij de gemeente Utrecht van niets wist toen ik ging zoeken naar de herkomst van de tuin en de beelden met de gedichten.

Britt Nelemans rommelt wat in een paar dozen en tovert een mapje met analoge foto’s tevoorschijn waarop de gebeurtenis is vastgelegd. Ze is trots op het ontwerp en de manier waarop de letters in de steen zijn gehakt. Zeer tevreden is ze over de manier waarop ze beeld heeft gegeven aan de phoenix die uit zijn eigen as herrijst.

Britt Nelemans in 1997. Foto uit Wijkblad Oost

De zuilen als ze in 1997 nog in de opslag liggen. Foto uit Wijkblad Oost (1998)

Ze heeft de zuilen zelf op die 21e juni vanuit haar atelier naar de tuin achter Parnassos vervoerd, toch een paar honderd meter, op een kar, eigenhandig. Geen geringe klus, hoewel ze zelf vindt dat de beelden niet zo heel zwaar zijn. Ze rekent het snel uit, zo’n 400 kilo.

De buste van Michiel de Ruyter die onlangs werd geplaatst in Vlissingen, was een heel stuk zwaarder, zo’n 2000 kilo.

(Dit artikel verscheen eerder in “De Utrechtse Boekhouder”, tijdschrift voor Utrechts literair erfgoed nr. 10 – 2014.)