Oud vet ruikt gezellig, de tweewekelijkse rubriek over verdwenen cafés in Utrecht. Dit keer: De Papegaai (1988 - 2008).

Iedereen is tussen 1988 en 2008 wel eens in De Papegaai geweest. Het voormalige café in de Brugstraat aan de Lauwerecht was een steengrill-restaurant waar je geweest moest zijn. Of je kwam er vanzelf, want het was ongelooflijk populair als eettent voor groepen. "Van studentenclubs tot voetbalverenigingen en niet te vergeten de vele bruiloften en vrijgezellenparty's die we in huis hebben gehad", zegt Erik Derksen die twintig jaar lang in de zaak werkte.

Erik Derksen met lavasteen in de jaren negentig. Foto: Gerlinde de Geus

Het steengrill-restaurant was uniek. Alleen in het Noord-Brabantse dorp Made was er voor die tijd een. Joop Soonius en zijn vrouw Anneke, eigenaren van een kurkvloeren-winkel in de Voorstraat, hadden die zaak bezocht en waren enthousiast. Het concept leek ze wel wat voor hun in 1988 pas verworven restaurant De Papegaai.

Derksen: "Ik studeerde nog rechten en had bijbaantjes in de horeca. Soonius had mij gevraagd in de Papegaai te komen werken en ik kon er boven wonen. Hij bedacht dat bij de steengrill onbeperkt eten en onbeperkt drinken een goede formule zou zijn. En dat was het ook."

Soonius schafte de speciale lavastenen (kosten circa 60 gulden per stuk) aan en de bijbehorende oven en ging aan de slag. "Wat hij ook goed deed was er voor te zorgen dat de tafel flink vol stond: acht tot negen soorten vlees, zes koude sauzen, satésaus en veel groentes. Het maakte indruk."

Volle tafel bij De Papegaai. Foto: archief Derksen

De steengrill werd een hit, herinnert Derksen zich. "We hadden in het weekeinde twee shifts op een avond. Dan was er twee keer honderd mensen zeker binnen."

Om bekend te worden werd er geadverteerd in lokale kranten, maar De Papegaai werd vooral druk bezocht dankzij de mond-tot-mond reclame want heel de stad had het over die nieuwe gril in de horeca.

Personeel van De Papegaai tijdens de kerstperiode eind jaren negentig. Foto: archief Derksen

Voor de jongeren die De Papegaai niet hebben gekend: op tafel werd een speciale uit Italië geïmporteerde lavasteen gelegd die in een oven tot circa 400 graden heet was gemaakt en waarop je dan zelf je vlees en groenten kon bereiden. Andere soortgelijke voorgangers op dit gebied waren de vleesfondues en het gourmetten.

"Het liep als een trein", zegt Derksen. "Ook doordeweeks liep het heel goed. Om aan de vraag te voldoen begon Soonius een tweede zaak, De Papegaai-2, aan de Jan van Scorelstraat. Maar niet lang daarna stapte hij eruit. Hij en zijn vrouw zijn helemaal gek op golfen en daar lag hun hart en ze zijn niet lang daarna zelfs verhuisd naar Portugal om zich helemaal met het golfen bezig te houden."

Het was 1993 toen Papegaai-medewerker Derksen de zaak van het echtpaar Soonius overnam. Het zusterfiliaal in de Jan van Scorelstraat werd verkocht aan horecabaas Ton Korsten die het een paar jaar later overdeed aan Derksen.

"Vanuit de horeca werd wel eens schamper gedaan over ons concept, dat het geen haute cuisine zou zijn. Maar onze groenteboer lachte daarom, die zei: "Jullie zijn een van de weinigen die de rekening altijd meteen betalen."

"Wij waren ook een van de weinige restaurants die tijdens de kerst open waren, samen met Chez Jacqueline in Wijk C. Dan kwamen de gasten, van die echte Utrechtse families, helemaal opgedoft bij ons aanschuiven en dan dacht ik: O, jee!"

O, jee? Ja, want aan het zelf grillen op een hete steen zat één nadeel dat iedereen zich nog wel zal herinneren. Het zorgde namelijk voor een vette walm in het slecht geventileerde pand. "De Papegaai was een zaak van zes voormalige kleine arbeidershuisjes waar niet zoveel goede mogelijkheden waren voor een goede afzuiging. De walm ging ook door het plafond heen. In de kamers er boven, waar ik zelf ook woonde, moesten we er ook mee leven. Ach, het was de tijd dat er nog gerookt werd in de horeca. We hebben er nooit klachten over gehad. Je wist waar je naartoe ging."

Het personeel leerde ook steeds beter de blauwe walm te voorkomen door goed op de temperatuur van de lavasteen te letten (niet heter dan 400 graden) en de lamskotelet ging uit het assortiment want teveel vet en het verspreidde ook een penetrante geur. Een ander taboe was peper. Als dat op de stenen werd gegooid moest iedereen de zaak uit vluchten want de verbrande peper sloeg bij iedereen op de luchtwegen.

De Brugstraat met entree tot De Papegaai. Foto: archief Derksen

Groepen

Menig feestje is er gevierd in De Papegaai. "Maar naast al die groepen is me altijd bijgebleven hoeveel vaste gasten we ook hadden. Mensen die soms iedere week een tafeltje bestelden. Wat het zo aantrekkelijk maakte was dat je een vaste prijs betaalde, je kwam niet voor verrassingen te staan."

Maar voor Derksen kwamen met de formule onbeperkt eten en drinken wel steeds meer verrassingen. "We hadden steeds vaker discussies over het onbeperkte. De regel was dat als de tafel was afgeruimd het drinken ook voorbij was maar dat werd niet altijd begrepen. Je mocht ook zelf wijn tappen en het kwam voor dat mensen hele zelf meegebrachte karaffen hadden gevuld en die stonden dan nog onder de tafels."

Toen Utrecht was 'uitgesteengrilld' besloot Derksen er in 2008 een streep onder te zetten. De Papegaai-1 werd verkocht en de Papegaai-2 - in samenwerking met zijn zakenpartner - omgezet in restaurant Vroom en daarmee werd de basis gelegd voor weer nieuwe zaken zoals de buurtrestaurants Buurten.

"Het waren vooral de vaste gasten die verontwaardigd waren dat we er mee stopten", vertelt Derksen. "En dat begrijp ik wel. Het was niet voor hen niet alleen het eten. De Papegaai was ook de inrichting van het pand met z'n koekoeksklokjes en antieke bierbekers. Dat gaf een vertrouwd gevoel."

Interieur van De Papegaai.