Ir. Henk Dam wordt 100 jaar in 2021, hij werkte als stadsarchitect tussen 1950 en 1982 voor de dienst Openbare Werken van de gemeente Utrecht. In de serie Memoires van een stadsarchitect hierbij zijn herinneringen aan die periode.

Deel 1

Henk Zeevalking (1922-2005) was tussen 1970 en 1984 D'66-wethouder en had Verkeer en Monumentenzorg onder zich. Weliswaar op het eerste gezicht een vreemde combinatie, maar het had voordelen zoals hierna zal blijken. Zijn liefde lag overigens bij Monumentenzorg.

Vlakbij de Domtoren, aan de Servetstraat, bevindt zich een grote poort met zware dubbele deuren. Het is een monumentale toegang tot een in verhouding bescheiden open ruimte dat thans een klein openbaar park is, eigenlijk meer een grote tuin.

Rechts de toegang tot de voormalige kwekerij Flora's Hof in de jaren '50. Foto: G.J. Lauwers / HUA

Rond 1950 heb ik voor het eerst dit gebied betreden. Het had de verheven naam Flora’s Hof en werd in die tijd gebruikt als opslagplaats van in hoofdzaak oude afgebikte stenen. In een hoek stond een bouwkeet waar twee bouwkundige tekenaars aan het werk waren. Zij werkten alleen aan restauratieobjecten. Flora’s Hof bezat door dit gebruik een armzalige uitstraling.

Toen de sector restauratie onder mijn leiding kwam, heb ik de beide tekenaars naar het hoofdkantoor overgeplaatst en de stapels oude stenen en andere bouwmaterialen weg laten halen.

De naam Flora’s Hof is afkomstig van een kleine kwekerij die daar ooit was gevestigd. Alleen deze naam al vroeg om verbetering van de matige toestand. Het terrein is geheel opgeschoond en de afd. Plantsoenen heeft er een aantrekkelijk verblijfsgebied van gemaakt.

Toen de sterk verweerde timpanen van het pandhof naast de Domkerk vervangen werden door nieuwe exemplaren, zijn de oude tegen de omringende muren van Flora’s Hof geplaatst. Een mooie plek voor een paar eerbiedwaardige gebeeldhouwde en nog goed herkenbare stukken gotiek.

De hof heeft nog een tweede toegang via een smalle steeg en een kleine afsluitbare poort naar het Domplein. Voor de kenners een aardige route om door te lopen of er eventueel een tijdje te verblijven, zo vlak onder de machtige Domtoren.

Ik ben er nog steeds blij om destijds het initiatief tot openstelling te hebben genomen. Een bijkomend voordeel was dat de aanpalende woonhuizen een veel beter uitzicht aan de achterzijde van hun percelen hadden gekregen.

Er is echter na enige tijd een minder gelukkige praktijk ontstaan. Het geval wil dat naast de hiervoor genoemde dubbele poort een boekenantiquariaat was gevestigd met een wat vrijpostig uitgevallen uitbater. Die had het voor elkaar gekregen om met zijn auto door de poort naast zijn winkel te mogen rijden, wat veel gemak opleverde bij het lossen van zijn auto. Die hoefde in dat geval niet in de smalle Servetstraat te staan, waar onder andere ook nog een bus van het Openbaar Vervoer door reed.

De man moest daarvoor wel over een sleutel van de poort beschikken. Die is hem dan ook welwillend ter hand gesteld. Later merkten we dat hij van de gelegenheid gebruik maakte om de gehele dag en ook de nachtelijke uren daar zijn auto te parkeren. Hij ging nog verder, hij hield de poort overdag gesloten en had daarmee een comfortabele en veilige privé parkeerplaats geschapen. Het openbaar karakter verdween hierdoor en de doorloop was niet meer gegarandeerd. Tevens merkten we dat hij een klein stuk van Flora’s Hof had ingepikt als terras achter zijn winkel. Kortom, het was tijd om op te treden.

Op een stafvergadering bij de verantwoordelijke wethouder Zeevalking werd de zaak aangekaart, waarop hij voorstelde meteen ter plaatse poolshoogte te gaan nemen. “Gaan jullie maar vast”, sprak hij, “ik kom zo”.

Toen we, de belangenbehartigers van de stedelijke monumenten, ter plaatse aankwamen was de poort tot onze verbazing keurig open en was de auto van de boekhandelaar nergens meer te zien. Even later kwam de wethouder met een blik van wat zeuren jullie nou, er is toch niks aan de hand. En het terrasje, net groot genoeg om een stoel op te zetten moest je zo’n man gunnen, daar heeft echt niemand last van. Einde verhaal. Inmiddels zit er een andere boekhandelaar in de winkel, Steven Sterk, die zich beter opstelt dan zijn voorganger.

Het Utrechtse publiek heeft Flora’s Hof inmiddels ontdekt en maakt er dankbaar gebruik van.

Wethouder Zeevalking in 1972 achter zijn bureau. Foto: HUA