De Utrechtse sportjournalist Ton de Ruiter legt sportieve verbanden tussen heden en verleden, tussen toen en nu. Dit keer over de eerste goal in het betaalde voetbal.

Het laatste doelpunt in het betaalde voetbal voordat dit artikel werd geschreven maakte Ruud Boymans afgelopen zondag om 1 minuut over zes. Het leverde FC Utrecht tegen FC Groningen drie verdiende punten op.

De discussie wie het eerste doelpunt maakte laait om de zoveel tijd op en ook nu het zestig jaar geleden is dat betaald voetbal in Nederland werd ingevoerd.
 
Was het Alkmaar-speler Klaas Smit, DOS-aanvaller Luc Flad of Heerenveen-buitenspeler Wim Molenaar. Aan die discussie moeten we een nooit genoemde vierde naam toevoegen. Teus van Rheenen van de profclub Utrecht.   

Deze data zijn voor de discussie belangrijk.
30 juni 1954: Cor Kieboom, zakenman en voorzitter van Feyenoord, belegt een bijeenkomst in het Utrechtse hotel Terminus en nodigt zijn collega’s van Sparta, Excelsior en ADO uit. Van de KNVB is voorzitter Hopster en secretaris-penningmeester Brunt aanwezig.

Omdat in Terminus die avond geen zaal voorhanden blijkt te zijn wordt op een hotelkamer vergaderd. De bespreking gaat als ‘de slaapkamerconferentie’ de geschiedenis in. Tijdens het samenzijn stellen de voorzitters dat betaald voetbal niet langer is tegen te houden. De KNVB ziet in dat een ommezwaai onvermijdelijk is. Drie dagen later, op 3 juli 1954, beslist de KNVB dat per 1 september 1954 betaald mag worden.

14 augustus 1954. Die zaterdag wordt op het Gemeentelijk Sportpark in Alkmaar een wedstrijd gespeeld tussen de betaalde voetballers van Alkmaar’54 en de profclub Venlo. 13.000 toeschouwers betalen twee gulden voor een kaartje

5 september 1954: De eerste speeldag in de eerste klasse. De eerste dag dat voetballers, uitkomend in de KNVB-competitie, officieel geld mogen ontvangen. De winstpremies variëren van 25 premie gulden in het noorden tot 40 gulden in het zuiden.

11 september 1954: Het eerste speelweekeinde in de competitie van de Nederlandse Beroeps Voetbal Bond (NBVB). Tien clubs nemen deel. De profclub Utrecht speelt op zaterdag tegen Fortuna’54, de overige acht ploegen komen in actie op zondag

28 november 1954: De KNVB en de NBVB hebben overeenstemming bereikt over een samengaan. De beide competities worden stopgezet en op 28 november hervat. De profclub Utrecht is gefuseerd met Elinkwijk. DOS is de tweede vertegenwoordiger in de hoogste klasse.

Op 14 augustus scoort Klaas Smit het eerste doelpunt in Alkmaar. De Volendammer verdient bij bakkerij Tol 69 gulden in de week. Als voetballer is dat 20 gulden, plus 10 gulden voor de training, 40 gulden bij winst, 20 bij gelijkspel en een tientje bij verlies. Bovendien krijgt de bakkersknecht een brommer om naar Alkmaar te kunnen reizen. De benzine is voor eigen rekening. Let wel: het betreft hier een vriendschappelijke wedstrijd en geen competitie.

Op 5 september wordt gelijktijdig het beginsignaal gegeven voor 56 wedstrijden in de eerste klasse. Bij Elinkwijk tegen Heerenveen aan het Theo Thijssen-plein gaat dat als volgt. De Fries Wim Molenaar trapt af en speelt Abe Lenstra aan. Die bereikt Germ Hofma en zijn voorzet wordt door Wim Molenaar achter Joop van der Schilden gekopt. Volgens het Utrechtsch Nieuwsblad zijn er twintig seconden gespeeld.
Betalen mocht maar lang niet alle clubs doen dat. De doelpuntenmaker zelf tekent pas in 1955 zijn eerste contract.

Voor de redactie van het Guiness Book is de inmiddels overleden Luc Flad van DOS de maker van het eerste doelpunt in het betaalde voetbal. Amsterdam is 28 november de tegenstander van DOS. De eerste aanval is raak. Cor Luiten schiet tegen de lat en de terugspringende bal wordt na 32 seconden door Flad over doelman Herman van Raalte gekopt.

Een krantenartikel met beschrijving van de goal van Flad (hier nog Flat genoemd).           

De vleugelspeler hoort pas 25 jaar later van zijn historische daad. ,,Ik zit in mijn eentje televisie te kijken. Het zoveel duizendste doelpunt in de eredivisie is gescoord. Komt de vraag wie dan de eerste heeft gemaakt. Luc Flad van DOS! Ik viel bijna van mijn stoel van verbazing. Echt veel wijzer ben ik van die eerste goal niet geworden. Het was veredeld amateurvoetbal. Je had doordeweeks gewoon een baan. We kregen 75 gulden bij winst en een tientje voor de training. Best een aardig bedrag, maar niets vergeleken met de bedragen van nu.’’

Een naam die in de discussie over het eerste doelpunt in het betaalde voetbal nooit valt is die van Teus van Rheenen. Klaas Smit scoort in een vriendschappelijke wedstrijd, Wim Molenaar krijgt voor zijn doelpunt op 5 september niet betaald. Van Rheenen zes dagen later wel degelijk. Salaris 65 gulden per week, 100 gulden bij winst, 50 bij een gelijkspel, niets bij verlies.

De profclub Utrecht speelt tegen Fortuna op zaterdag, de overige ploegen voetballen een dag later. Teus van Rheenen opent de score en maakt op het veld van RUC in de gemeente Jutphaas ook de derde en de vierde treffer. De van Zeist afkomstige speler zorgt in ieder geval voor de eerste hattrick in het betaalde voetbal. En niet tegen een pannenkoek. In het doel van Fortuna staat Frans de Munck. Het wordt 4-4.

Teus van Rheenen is een groot talent, in 1948 speler van het Nederlands elftal onder negentien jaar. Voor hem speciaal komen de toeschouwers naar De Koeburg, het sportpark van de Zeister club. De verkoper van kunstmest hapt toe als de bestuurders van de profclub Utrecht hem een contract voorhouden. Tien wedstrijden speelt Utrecht in september, oktober en november van 1954. Met acht doelpunten wordt Van Rheenen topscorer.

Bij de herstart van de competitie op 28 november wordt hij verplicht naar Elinkwijk over te stappen. Daar scoort de aanvaller 14 doelpunten. Het inmiddels tot het betaalde voetbal toegetreden Zeist koopt de verloren zoon voor 33.000 gulden terug. Op dat moment is hij de duurste voetballer van Nederland.