Jim Terlingen - Gisteren kreeg verzetsheld Jan Zwartendijk postuum een belangrijke onderscheiding. Demissionair premier Rutte overhandigde een erepenning aan zijn kinderen.

Diplomaat Zwartendijk (1896-1976, een niet-Utrechter) redde aan het begin van de Tweede Wereldoorlog in Litouwen de levens van duizenden Poolse joden door ze te voorzien van een Nederlands visum. Zwartendijk was destijds directeur van Philips in Litouwen en ook plaatsvervangend consul.

Jan Zwartendijk. Foto: United States Holocaust Memorial Museum

Ik lees over hem op de website van de NOS en één feit triggert me in het bijzonder: direct na de oorlog werd Zwartendijk berispt tijdens een gesprek op het ministerie van Buitenlandse Zaken voor het ten onrechte verstrekken van visa.

Ja, dit staat er echt.

Het doet me denken aan wat er in dezelfde periode is gebeurd met de Utrechtse verzetsheldin Trui van Lier (1914-2002).

In het begin van de oorlog startte Trui onder het oog van de nazi’s een kindercrèche op Prins Hendriklaan 4 omdat ze voorvoelde dat dit wel eens belangrijk zou kunnen zijn voor joodse kinderen. Haar vader was joods, dus ze wist van de dreiging die op deze groep afkwam. 

Krantenadvertentie uit 1940 voor Kindjeshaven.

Trui - overigens een oudere nicht van verzetsstrijdster Truus van Lier - kreeg gelijk. Ze verstopte er later in de oorlog samen met haar vriendin Jet Berdenis van Berlekom (1920-2010) joodse kinderen in de leeftijd van 0 tot 7 jaar tussen de andere kinderen, waarna het verzet ze weer verplaatsten naar andere onderduikadressen.

Trui en Jet hebben hiermee zeker 150 joodse kinderen veilig door de oorlog geholpen. 

Trui van Lier (links) en Jet Berdenis van Berlekom helpen kinderen in hun jas in Kindjeshaven gedurende WO2. Foto: HUA

Maar wat gebeurde er meteen na de oorlog? Toen ze in mei 1945 haar onderduikadres in Culemborg verliet, heeft ze hemel en aarde moeten bewegen om weer in Utrecht te mogen wonen. “Ik kreeg geen huis. Er waren ambtenaren die er de pest in hadden dat ik in het verzet had gezeten en die hebben me fors tegengewerkt.”, zegt ze in een interview in 1995.

Trui kreeg later ook nog eens een hoge belastingaanslag op grond van de creche-administratie uit de oorlog. Maar het aantal kinderen waarvoor volgens die administratie was betaald, klopte niet. Trui had met de getallen gesjoemeld om het hoge aantal aanwezige kinderen te kunnen verklaren.

Trui legde het uit, maar de ambtenaren gaven geen krimp en dreigden met de gevangenis als ze financieel niet over de brug kwam. Omdat Trui op dat moment zwanger was, vond ze dit te heftig en betaalde ze het geld.

Pas tegen het einde van Trui's leven kreeg zij de erkenning waar ze recht op had. In februari 1992 werd in Israël een Yad Vashem-onderscheiding aan haar toegekend (en ook aan haar hulp Jet). In november 1994 reisde Trui naar Jeruzalem en ontving daar haar oorkonde.

Trui van Lier (links) tijdens de plechtigheid in Israel in 1994. Foto: Yad Vashem

In maart 1995 kreeg ze van de gemeente Utrecht de zilveren stadsmedaille - met de inscriptie ‘Voor 't opgejaagde kind een veilige haven’ - en geld ter compensatie van het naoorlogse gedrag van de overheid.

Burgemeester Opstelten overhandigt in 1995 Trui van Lier in het stadhuis de zilveren stadsmedaille. Foto: Utrechts Archief

Naast Prins Hendriklaan 4, waarin nu ijszaak Vorst is gevestigd, hangt nu een plakkaat dat herinnert aan Kindjeshaven.

Tot slot

Dit verhaal over Trui geeft me de gelegenheid om te vertellen dat er op dit moment plannen worden gemaakt om de speeltuin in het Wilhelminapark naar Trui van Lier te vernoemen. In het Wilhelminapark wandelde ze vaak met de kinderen van Kindjeshaven.

Alle betrokkenen rond het plan stellen zich zeer positief op, weet ik uit betrouwbare bron. Manager stadsteam Fred Nuwenhuis van de gemeente Utrecht sprak zich hierover al uit in De Nuk.

En om nog even terug te komen op het gedrag van de overheid direct na de oorlog: in 2020 betuigde de gemeente Utrecht spijt van de wijze waarop ze na mei 1945 is omgegaan met joodse overlevenden.

Teruggekeerde joden kregen hoge rekeningen van de gemeente voor hun kiezen, bedragen uit de tijd dat ze weg waren geweest en die ze nog moesten betalen. Zie dit bericht van de gemeente.

Ja, de overheid in Nederland had direct na de oorlog nogal bedenkelijke kanten. 

 
PS. Lees ook dit interview uit 1985 door Bert van den Hoed dat Nieuws030 eerder plaatste.
  

Reageren? terlingenschrijft@kpnmail.nl 
Zie ook: www.jimterlingen.nl