Paul Bersee - Uterech heb bijna 90 jaar lang plezier gehad van het magistrale hoofdpostkantoor op de Neude, dat in 2011 als laatste zelfstandige postkantoor in Nederland de deuren sloot. Na een daverende verbouwing biedt het nu een onderkomen aan een diverse grote winkels en aan een moderne bibliotheek met horecafaciliteiten, een theater en een filmzaal.

Er staan duizenden boeken, er zijn tentoonstellingen, lezingen, je kunt er in alle rust studeren, kopiëren, printen en vragen stellen bij een informatiepunt over taal, overheid, geld enzovoort.  Je kunt er zelfs je telefoon opladen terwijl je zwoegend op een groene fiets er zelf de energie in trapt.

Het gebouw is een rijksmonument en zit barstensvol historie. Het nodigt uit om er rondleidingen te geven en die zijn er ook, gegeven door enthousiaste deskundigen. Gratis en eenvoudig online te reserveren.

De hal met paraboolvormige bogen is immens en als je omhoog durft te kijken, dan voel je je lichaam klein worden. De grote zwarte beelden van arduin versterken die beleving. Het is allemaal heel amusant.

Goed zo.

Toch vind ik een bezoek aan een minibieb net zo vermakelijk. Gelukkig staan er, door heel Utrecht verspreid, rond de honderdzestig van die kastjes in voortuinen, supermarkten, buurthuizen, basisscholen, zorgpraktijken, in de Botanische Tuinen en op het Centraal Station (kijk maar op deze website naar de serie Boekenkastjes).

Het onverwachts ontdekken van een kastje maakt al zoveel genotvolle hormonen vrij dat ik een neiging om het hout te strelen moet onderdrukken. Liefkozen, strelen en vertroetelen van het hout gaat me te ver, maar een snelle, liefdevolle aai over het glas kan geen kwaad.

Bij het openen van het deurtje is het altijd spannend of het blijft hangen en of de bieb wel overeind blijft staan. Het komt voor dat ze wankel op hun houten poot in de voortuin staan van een enthousiaste, maar onhandige bibliothecaris.

Blijft alles heel, dan volgt de sensatie van het vaststellen welke boeken beschikbaar zijn. Staat er een niet meer te bestellen boek tussen? Een guilty pleasure wellicht? Ik kijk inmiddels niet raar meer op als ik een puntgaaf exemplaar aantref van Joe Speedboot of Alle verhalen van Roald Dahl. Maar verbluffend blijft het wel en dat mis ik in de Big Bieb.

Akkoord, ik kan in geen enkele minibieb mijn telefoon opladen en ik kan er niet in alle rust studeren, kopiëren en printen. Maar het biedt wel een bijzondere gelegenheid om mensen te ontmoeten.

Zo stond ik op een zaterdagochtend bij een minibieb aan de Platolaan, waar veel studenten langsrijden op weg naar de universiteit, behalve in het weekend. Wel fietste een man langs, gekleed in een net pak en een keurige stropdas, die onmiddellijk stopte toen hij mij zag staan. Hij liep met de fiets aan de hand mijn richting op en vroeg of ik iets naar mijn zin kon vinden. Ik knikte. Ook vroeg hij of ik weleens een boek uit de minibieb terugzette als ik het had uitgelezen. Dat was niet zo. Een goed boek liet ik niet langer zwerven, het bleef bij me in de boekenkast. Als een kleine spijtbetuiging vertelde ik hem dat ik dan wel een door mij zelf geschreven boek terugzette. Hij keek me glazig aan.

Ik vroeg me af of hij soms de eigenaar van de bieb was. Dat bleek niet het geval. Wel had hij iets bij zich dat volgens hem zeer de moeite waard was om te lezen …

Uit zijn fietstas haalde hij een blad tevoorschijn: De Wachttoren … Het zit niet altijd mee met spontane ontmoetingen.

Tot slot een bekentenis die mij een toegangsverbod tot de bibliotheek op de Neude kan opleveren. Het is namelijk zo dat ik bij elk bezoek aan de Big bieb mijn boek Matchpoint Utrecht-Oost uit de kast haal en verplaats naar een opvallende plek op de toontafel met pas verschenen boeken. Het is de enige manier om een boek van een niet heel bekende schrijver in de schijnwerpers te zetten. Voor de bibliothecaris van de 2e etage afdeling literatuur & cultuur is deze ordeverstoring al jaren een ware kwelling. Die zal ongetwijfeld verlangen naar een eigen minibieb …