Door Hans van Echtelt - Zondagmiddag kwart over twaalf. FC Utrecht-PSV staat op punt van beginnen. Dit zou het moment moeten zijn waarop de club via een minuut stilte de voormalige aanvoerder en middenvelder Ries Coté kan eren. Coté, die 170 keer speelde in het shirt van onze geliefde club, is tien dagen geleden op 79-jarige leeftijd overleden.

En Ries voetbalde niet alleen wekelijks op de grasmat van het stadion, hij verzorgde ook dagelijks de grassprieten. In dienst van de USLO (Utrechtse Stichting voor Lichamelijke Opvoeding) was Coté belast met het onderhoud van sportvelden in de stad Utrecht, met name aan de Thorbeckelaan en in het stadion. Ik heb hem dan ook geregeld plagerig Mister Galgenwaard genoemd. 

Daar moest ik zondagmiddag aan terugdenken toen scheidsrechter Joey Kooy het beginsignaal gaf voor FC Utrecht-PSV. Ik ging als enige van de toeschouwers staan om herinneringen aan ‘De Witte’ te koesteren. Want zo werd hij liefkozend genoemd vanwege zijn blonde haar, geliefd bij zowel de fans van Elinkwijk - waar hij 79 duels speelde - als destijds bij de supporters van FC Utrecht. 

Hans van Echtelt tijdens zijn eerbetoon.

Ook moest ik even terugdenken aan het eerste interview met hem als contractspeler. Het gebeurde in een rommelige bouwkeet van de USLO en ik stoorde hem eigenlijk bij zijn werkzaamheden want hij was juist met een maaimachine in actie in Galgenwaard. Hij zat tegenover me in zijn witte werkplunje en bood een bekertje koffie aan uit zijn eigen thermosfles. Contractspelers hadden toen nog een bijbaan.

Ries vertelde ook dat hij goed bevriend was met Jan Groenendijk, de maker van de allereerst FC-goal na de fusie tussen DOS, Elinkwijk en Velox. Dat gebeurde in De Kuip in 1970. Maar deze Groenendijk had geen eigen vervoer en kwam dagelijks per lijnbus uit zijn woonplaats Vianen naar Utrecht waar Ries hem opwachtte bij het buurtstation. ‘’Ik heb Jan toen ook een beetje wegwijs gemaakt in de grote stad,’’ vertelde Ries met een glimlach.

Aan het einde van het seizoen ‘77/78 vertrok Ries bij FC Utrecht en keerde terug naar de amateurs. Naar DSO wel te verstaan waar zijn schoonvader Ellis Hofste bestuurslid was. ,,Toen ik overschrijving had aangevraagd, moest ik bij hem wel zeven gulden vijftig betalen, hij was een punctuele man’’. Ries vertelde dit bij mijn laatste interview met hem, toen hij zeventig jaar werd. Een moeizaam gesprek omdat hij kort daarvoor door een herseninfarct was getroffen. 

Voorafgaand aan Ajax-RKC kreeg de vorige week overleden oud-speler Bennie Muller deze zondagmiddag wel een respectvol eerbetoon (hij kreeg een minuut lang applaus). Hij was nooit aanvoerder van Ajax, maar wel international.

Ries Coté speelde nooit in vertegenwoordigende teams, maar had wel het hart op de juiste plaats: bij Elinkwijk en FC Utrecht. ‘Zijn’ grasmat lag er zondagmiddag bedroevend bij. En misschien was dat nog wel een mooier afscheid dan de minuut stilte die nooit kwam. 

FC Utrecht in de jaren zeventig, met omcirkeld Ries Coté.