Uterech heb een flink aantal tennisverenigingen, verspreid over de stad. Clubs met een uniek verleden en een wetenswaardig heden. In Nieuws030 zijn ze in willekeurige volgorde de revue gepasseerd, vandaag de laatste.

Veel Utrechters zijn vertrouwd met landgoed Rhijnauwen en hebben daar weleens een pannenkoek gegeten of gewandeld langs de met gemalen baksteen bedekte rode tennisbanen van ULTC Rhijnauwen.

Toch is deze tennisvereniging in zekere mate een vreemde eend in de reeks van tennisclubs in de gemeente Utrecht: de club ligt namelijk op een stuk grond van de gemeente Bunnik. Echter, heel veel leden van deze ludiek gelegen tennisclub wonen in de gemeente Utrecht, zoals de schrijver van dit stukje. Begin 2025 staat de teller op 956 van de in totaal 1182 leden. Verder zijn er 122 slapende leden, 97 leden zijn jonger dan 21 jaar en maar liefst 35 actieve leden zijn ouder dan 81 jaar.

Kortom, een mooie club om Tennis in Utrecht mee af te sluiten.

De geschiedenis van ULTC Rhijnauwen begint in 1932. In het begin werd er gespeeld op drie banen en gedurende de jaren kwamen daar nog zes tennisbanen bij. In 1936 werd het stijlvolle clubhuis met twee verdiepingen opgeleverd. Het ontwerp was van gemeentearchitect Johannes Planjer, die ook betrokken is geweest bij de bouw van het Stedelijk Gymnasium en het complex van politiebureau met brug en tramwachthuisje aan de Tolsteegbarrière.   

Er valt over de geschiedenis van deze tennisvereniging heel veel te vertellen en dat is allemaal te lezen in het boek De geur van gravel, 75 jaar ULTV Rhijnauwen, uitgebracht ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de vereniging in 2007. Bijzonder fraai is de door Jeroen Hermkens geschilderde omslagillustratie van het clubhuis. Een lust voor het oog.

Er zijn leden die al decennialang lid zijn van deze club en elk detail van het interieur van het paviljoen kunnen dromen, net als het imposante uitzicht op de gravelbanen in de groene omgeving en de Kromme Rijn op balworp afstand.

Neem bijvoorbeeld Prof. dr. Daniël Vanmaekelbergh (66), tennisveelvraat en lid van de club vanaf 1989: ‘Het is altijd plezierig om na een zware training of wedstrijd op ons verhoogd clubhuis een verfrissing te gebruiken en de zon achter de beuken en eiken te zien dalen. Beter dan vakantie! Ook herinner ik mij dat we vorig jaar, na een uur spelen in de volle zon bij dertig graden, oververhit raakten, meteen naar de Kromme Rijn liepen en in het water doken. Die afkoeling vergeet je nooit meer!’

De eerste keer dat Daniël een tennisracket vasthield, was in 1986. Een zwaar racket van hout. Een vriendin speelde wat ballen aan en de eerste bal op zijn forehand miste hij compleet. De bal op zijn backhand was raak en tennis leek hem wel wat: ‘Mijn motivatie voor tennis had in eerste instantie niets met sport te maken. Eerder speelde ik tafeltennis in een zweterige, bloedhete universitaire zaal en ik zag buiten iedereen lekker genieten op de tennisbaan. Mijn motivatie was dus vooral om ook mee te kunnen doen met een, in mijn ogen, aanlokkende buitensport.’

Toen Daniël in 1987 in Utrecht terecht kwam, merkte hij dat tennis een zeer populaire sport was, met een ledenstop bij veel clubs. Wel was er in die tijd voor hem, als medewerker van de Universiteit, plek om te spelen op de betonbanen van TC De Uithof: ‘Daar kreeg ik tennisles van een tennisleraar die het tennis van de 21e eeuw doceerde, waarbij alleen nog serveren en volleren gespeeld zou worden, volgens hem althans. Hij praatte veel, was van goede wil, maar de lat lag wel erg hoog, voor ons, de arme stervelingen. Ik moest ook vooral weer erg veel afleren wat ik mezelf daarvoor had aangeleerd.’  

Via iemand van zijn werk kon hij in 1989 ook lid worden van ULTC Rhijnauwen. Hij heeft collega’s die nog veel langer lid zijn en waarmee hij nog steeds speelt. Hans Oerlemans (74) is ruim vijfenveertig jaar lid van Rhijnauwen en Daniël slaat al vanaf zijn debuut bij de club regelmatig en fanatiek een balletje met hem over. Daniël: ‘Ik ben wetenschapper en zit veel stil. Tennis is dus mooi complementair aan mijn beroep. Het competitieve element zegt mij niet zoveel. Ik vind vooral de herhaling en de discipline leuk, met hard en repetitief werken zo dicht mogelijk tegen een niveau aankomen dat er goed uitziet en ook effectief is. Helemaal leeg gespeeld naar huis fietsen geeft in ieder geval altijd een goed gevoel.’

Door de jaren heen was hij lid van diverse clubs tegelijk: ‘Naast Rhijnauwen ben ik nu lid van TC Houten en Iduna, omdat ik dan met veel verschillende mensen kan spelen. In Houten kan ik ook in de wintermaanden doorspelen.’

Als de wachtlijst het toelaat worden er elk jaar bij ULTC Rhijnauwen ook weer nieuwe leden aangenomen. Die worden aan het begin van het gravelseizoen uitgenodigd voor een Warm Welkom bijeenkomst met veel informatie over de club. Dan is er ook gelegenheid om elkaar beter te leren kennen en om een balletje te slaan.

Er zijn zowel avonden als ochtenden waarop kan worden getost. Leden kunnen meedoen aan een laddercompetitie, een interne vrijdagavond competitie en de gebruikelijke KNLTB-competities. Er zijn clubkampioenschappen en diverse toernooien, zoals het openingstoernooi, ouder/kind toernooi, open seniorentoernooi en USSV Sphaerinda organiseert elk jaar op het tennispark van Rhijnauwen het befaamde Sphaerinda-Open tennistoernooi met een hoog speelniveau (zie deel 10 op Nieuws030).

Tot slot: met veel plezier heb ik alle tennisclubs in de gemeente Utrecht bezocht en beschreven. Ik bedank iedereen die daaraan heeft meegewerkt, waaronder Jo Groters (USV Hercules), Jan Fraanje (UTV Kromme Rijn), Maria Bongers (Zuilense Tennis Club), Luuk Logtenberg (ULTC Iduna). Wies de Bekker (TV Attila), Lode Dams (TC de Uithof), Petra Jungjohann en Michael Koch (PVDV), Tom van Lijf (At Risk), Wim Klein (LTC Vechtlust), Hein Halfschepel (SV Kampong Tennis), Maurits ten Kate (LTC Vleuten De Meern), Marja Bouwmeester (Desto Tennis), Jeroen van Dam (PVC Tennis), Maarten (TC Domstad), Martine Teeselink (Zwaluwen Utrecht 1911 Tennis), Rob Veldhuis (Oudenrijn Tennis Club), Nathalie Slikker en Farrah Farro (UVV Tennis) en Daniël Vanmaekelbergh (ULTV Rhijnauwen).

En nou gaot ik effe legge