Gerda Oskam - De geest van participatie door bewoners en ondernemers is uit de fles. De afgelopen 5 jaar zijn er grote stappen gezet om bewoners en ondernemers daadwerkelijk te betrekken bij het gemeentelijk beleid en de uitvoering ervan. Toch blijft de praktijk weerbarstig blijkt uit het opstappen deze week van Xander Coolen als voorzitter van de wijkraad Leidsche Rijn.

Voor het ambtelijk apparaat in Utrecht blijft participatie een hete kroket waaraan ze zich niet willen branden. De hete kroket wordt daarom maar snel in de prullenbak of over de schutting naar een andere gemeentelijke afdeling gegooid.

Als voormalig wijkraadvoorzitter (die in 2005 met soortgelijke argumenten als Coolen, opstapte), gemeenteraadslid, fractievoorzitter en collegeonderhandelaar heb ik van nabij de worsteling voor succesvolle participatie in verschillende rollen meegemaakt. Mijn analyse van de 20-jarige worsteling van de gemeente met verschillende vormen van participatie is vierledig - mijn oplossingsrichtingen eveneens. 

  1.      College: geef het goede voorbeeld! De worsteling van het ambtelijk apparaat in het omgaan met participatie is grotendeels een cultuurprobleem. Vele leidinggevenden van afdelingen zitten er al tientallen jaren. Zij zijn aangenomen, worden beoordeeld, afgerekend en zijn expert in bijvoorbeeld het onderhandelen met marktpartijen, het binnen een budget laten aanleggen van een weg, enz. Het in een vroeg stadium betrekken van bewoners en ondernemers vergt volstrekt andere vaardigheden. Dat kan alleen veranderd worden door een college dat consequent ambtenaren aanneemt, stimuleert, beoordeeld en afrekent op hun participatieve vaardigheden. 
  1.      Alle macht en budget aan de wijkwethouder! Een wijkwethouder heeft geen budget en geen zeggenschap. Een wethouder is portefeuillehouder van zijn thema: verkeer, wonen, onderwijs, enz. Stel een wijkwethouder hoort op zijn wijkspreekuur, van een wijkraad of van bewoners iets over een verkeersprobleem in de wijk. De wijkwethouder is echter portefeuillehouder van welzijn. Voor de oplossing en de financiering daarvoor, van het verkeersprobleem dient de wijkwethouder dan te gaan naar de portefeuillehouder verkeer. Dat kan alleen veranderd worden als de wijkwethouder macht en budget krijgt voor alles wat er in de wijk speelt.
  1.      Alle macht en budget aan de wijkregisseur! Binnen het nog altijd centralistisch georganiseerde ambtelijke apparaat blijft de hoogste ambtenaar in de wijk, de wijkregisseur, een vreemde eend. Hij is de spil van het ambtelijk apparaat in de wijk, maar heeft geen macht of budget. Zijn relatie met bewoners en ondernemers in de wijk, met de wijkraad leidt tot een boodschappentassen vol goede, gratis adviezen. Met die boodschappentas moet hij gaan leuren en lobbyen bij andere ambtenaren voor uitvoering en financiering. Die zien de wijkregisseur en zijn boodschappentas vaak liever gaan dan komen. Het succes van de wijkregisseur is nu te afhankelijk van zijn persoonlijke vaardigheden en zijn informele relatie met andere ambtenaren. De wijkregisseur kan bij voortdurende onwil van een afdeling weliswaar naar de allerhoogste ambtenaar in de gemeente, de gemeentesecretaris, lopen – maar voor een succesvolle carrière moet je dat natuurlijk niet al te vaak doen. Dat kan alleen veranderd worden als de wijkregisseur de macht krijgt over die andere ambtenaren en hun budgetten.
  1.      College: financier de participatie! Er zijn uiteraard ook ambtenaren die wel aan de slag willen met adviezen van bewoners en ondernemers. Maar het ontbreekt dan regelmatig aan financiering daarvoor. Dat kan alleen veranderd worden als binnen elk project, binnen elke portefeuille een percentage (ik stel 10% voor) wordt opgenomen voor participatie. De wijkwethouder en wijkregisseur hebben hier de zeggenschap over. Dat vergt overigens ook een gemeenteraad die een gedeelte van hun budgetrecht opgeeft en overlaat aan invulling door bewoners en ondernemers.

Xander Coolen was zeker niet de eerste voorzitter van een wijkraad die opstapte na zich geheel vrijwillig, belangeloos en onbezoldigd maar liefst 9 jaar enorm te hebben ingezet voor de wijk. College en raad van de gemeente Utrecht: u bent gezamenlijk aan zet om hem niet de laatste te laten zijn!

Gerda Oskam

Vleuten