Louis Engelman – Na vijf uur debatteren in de raadscommissie voor economie heeft het Utrechtse gemeentebestuur woensdagavond weinig duidelijkheid kunnen verschaffen aan de 81 standplaatshouders die hun plek in de stad dreigen kwijt te raken.

Voor hen loopt eind dit jaar de vergunning af. Via loting kunnen ze proberen deze terug te winnen, maar daarbij hebben geen voorrang boven anderen.

Bijna alle fracties keerden zich tegen de loting en zochten naar andere mogelijkheden om de standhouders tegemoet te komen, zoals het toepassen van selectiecriteria. Wethouder Susanne Schilderman (D66) hield echter vast aan het lotingssysteem. Omdat dit volgens haar het beste en meest transparant is. Ook voor een overgangstermijn zag zij geen ruimte.

Wel zegde zij de commissieleden toe met een brief te komen waarin wordt aangegeven welke speelruimte er is om eventueel nog iets voor de gedupeerde standplaatshouders te doen. Daarvoor zal ze in overleg treden met de branchevereniging van de standhouders en met hun juridische adviseurs. Juristen van de gemeente zullen daarbij aanschuiven, plus een externe jurist.

De wethouder erkende dat de ondernemers (bloemen, vis, kaas, ijs, snacks enz) nu in een onzekere situatie verkeren. ‘Ik zie u niet graag verdwijnen’, zei ze. ‘U kleurt de stad, Dat wordt zeer gewaardeerd.’
Ook vond ze dat er in de afgelopen jaren veel te weinig met de standhouders was gecommuniceerd over wat hen te wachten stond. Met name gold dat voor de kraamhouders van Venezia en Broodje Ben op de Oudegracht, die vorige week tijdens een informatiebijeenkomst opeens te horen kregen dat ze niet langer op hun vaste plek mochten blijven staan. Voor die blunder bood ze haar excuses aan.

Maar ze herhaalde ook dat de standhouders in 2013 was verteld dat hun vergunning maximaal tien jaar zou gelden. En dat Utrecht aan de Europese regels is gebonden om iedereen een kans te bieden. Ze zegde toe te bezien of het aantal extra standplaatsen, dat nu op 10 wordt geschat, nog kan worden uitgebreid.

Harde woorden

In de middagvergadering werd al duidelijk dat het merendeel van de raadsleden loting voor de standplaatsen een slecht idee vond. Daarbij vielen harde woorden. Mariam Al-Saqaff (VVD) omschreef de methode als ‘een onrechtvaardige handelwijze’. Zij wierp de wethouder voor de voeten dat het stadsbestuur meer dan zeven jaar de tijd had gehad om tot een eerlijke verdeling van de plaatsen te komen en dat het de kwestie veel te laat had opgepakt.

Ook CDA (‘loting is gemakzuchtig’), PVV (‘schandalig’), Utrecht Solidair (‘schokkend’), PvdA (‘geen voorkeur voor’), Volt (‘onverteerbaar’) Stadsbelang Utrecht (‘willekeur’), EenUtrecht (‘loten is klote’) en Partij voor de Dieren schaarden zich achter de zienswijze van de VVD.

D66-er Ralph Peters hield zijn eigen wethouder voor dat dit nieuwe beleid voor meer problemen zorgt dan oplossingen. ‘Europese regels mogen de lokale ondernemers niet zo in de weg zitten’, stelde hij. ‘Want dit is schrijnend. Deze mensen vrezen voor hun bestaan.’
Hij riep het college op voor hen in de bres te springen en de kwestie landelijk aan te kaarten. Peters: ‘Is de wethouder bereid samen met andere gemeenten in Den Haag de noodklok te luiden?’

Veel raadsleden zeiden selectiecriteria te willen invoeren op basis waarvan de bestaande standplaatsen gemakkelijker zouden kunnen worden gehandhaafd. Deze ‘branchering’ wilde de wethouder wel samen met de juristen bekijken, maar zij vreesde dat de mogelijkheden hiervoor beperkt zijn. ‘Als je bijvoorbeeld kijkt naar het begrip ‘lokale binding’ dan moeten we niet vergeten dat heel veel ondernemers nu al van buiten Utrecht komen. En ook ‘kwaliteit’ is objectief moeilijk te toetsen.’

Ze waarschuwde de raadsleden er ook voor tegen het eigen beleid in te gaan als zij de standplaatsen van Venezia en Broodje Ben op de Oudegracht willen beschermen. ‘U hebt zelf gekozen voor een betere doorstroming in het voetgangersgebied dat steeds drukker wordt.’ Beide ondernemers zal een plek op het Vredenburg worden aangeboden.

Zowel de VVD als de PvdA verklaarden niettemin sterk te overwegen in de raadsvergadering van april met een motie tegen de loting te komen. De wethouder reageerde er koeltjes op. ‘Wij hebben er naar gekeken wat volgens ons de beste procedure is. Maar als u voor een andere optie kiest, dan voeren wij die uit.’