Door Zita Eijzenbach - De kinderen uit groep 5 en 6 van OBS Voordorp zitten met gespannen gezichtjes te wippen op hun stoeltjes in de Centrale Bibliotheek aan de Oudegracht. Ze wachten op burgemeester Van Zanen die samen met hen de Week van de Alfabetisering gaat openen.

Nederland telt zo’n 250.000 analfabeten en 1,3 miljoen laaggeletterden. Volgens Igor Ivakic, programmamanager van stichting Lezen & Schrijven is het nu dan ook echt 'vijf voor twaalf'. “Er moet nu echt iets gebeuren. Het is nooit te laat om te leren en kunnen lezen en schrijven maakt het leven zo veel mooier.”

“Hij heeft een hele grote ketting om”, zegt de 8-jarige Daan tegen zijn klasgenootje naast hem. Als burgemeester Van Zanen een moment later de zaal binnen komt, wordt hij als een held onthaalt door de kinderen. Van Zanen biecht op dat hij tegenwoordig nog maar weinig boeken leest, omdat hij ‘heel vaak hele saaie en lange teksten moet lezen', die hij gedwongen mee naar huis moet nemen.
“Toen ik zo oud was als jullie,” vertelt Van Zanen de kinderen enthousiast, “Was Arendsoog mijn lievelingsboek, maar ik las ook graag De Kameleon. Lezen is leuk, leerzaam en lezen zorgt ervoor dat je elkaar kunt begrijpen en kunt helpen. Heel belangrijk dus!”

De 1,3 miljoen laaggeletterden zijn niet evenredig verdeeld over Nederland. Amsterdam spant de kroon met 16% laaggeletterden in de regio, terwijl Utrecht met 8,1% de regio met het laagste percentage laaggeletterden is.

Anneke van Krachten besloot op haar 44ste terug naar school te gaan om alsnog te leren lezen en schrijven. Foto: Zita Eijzenbach

Tot voor kort was ook de Utrechtse Anneke Kragten ook analfabeet. Ze leerde nooit om goed te lezen en te schrijven, maar wist dat altijd goed verborgen te houden voor haar omgeving.
“Ik luisterde altijd heel aandachtig en onthield goed wat er gezegd werd. Zo viel het bijna nergens op dat ik niet kon lezen en schrijven. Op mijn 44e besloot ik om alsnog naar school te gaan om het te leren. Sinds ik kan lezen en schrijven, is mijn wereld veel groter.”

In een klaslokaal van het nieuwe schoolgebouw van de Da Costaschool in Kanaleneiland wordt het belang van voorlezen uitgelegd door Nicoline Sonderman van stichting Taal doet meer. Zo’n dertig moeders van kinderen op de school luisteren doodstil en aandachtig naar haar uitleg. “Je kind op jongere leeftijd voorlezen, helpt het later met zelf lezen en schrijven. Voorlezen kan in het Nederlands, maar er zijn ook boekjes in het Arabisch en het Turks.”
“Mijn kind is snel afgeleid,” vertelt moeder Nisrine over haar vijfjarige zoontje. “Hij wil niet blijven zitten als ik hem wil voorlezen, maar ik kan hem toch niet dwingen?”
Sonderman legt uit dat een rustige plek en interactie tussen de ouder en het kind van cruciaal belang zijn tijdens het voorlezen. “Afleiding van bijvoorbeeld de televisie of andere gezinsleden moet zoveel mogelijk uit de weg worden gegaan.”

Als er juist op dat moment een luid kabaal het klaslokaal bereikt, zien de moeders de humor daar wel van in. Het gejoel en geschreeuw is afkomstig van de brede gang aan de andere kant van het gebouw.
Hier onthalen drie groepen kinderen FC Utrecht-spelers Filip Bednarek, Mark Diemers en Nacer Barazite die de kinderen komen voorlezen. Ook hier blijkt het concentratievermogen erg laag te zijn.
“Ennes! Ennes!” roept een van de jongetjes op gedempte toon. Ennes draait zich naar hem om. “Wat?”
“Messi zit niet bij FC Utrecht hoor!” vertelt zijn klasgenootje hem.
Kort wordt er gelachen door de spelers, waarna ze gestaag verder lezen.
Als de kinderen na het vragenrondje hun helden om een handtekening mogen vragen, barst er een kleine chaos los.
"Hoe kom je bij FC Utrecht?" vraagt een jongetje aan Mark Diemers. 
"Heel veel trainen," antwoord Diemers direct. Dan is hij even stil, waarop hij eraan toe voegt: "Maar heel goed leren op school is natuurlijk het belangrijkste!" 

Spelers Filip Bednarek, Mark Diemers en Nacers Barazite van FC Utrecht worden belaagd door de kinderen van de Da Costaschool in Kanaleneiland. Foto: Zita Eijzenbach