Jeroen Wielaert - ‘Altijd mot.' Conservator Marja Bosma verzucht het met plezier voor de bezichtiging van de Tranen van Eros, de nieuwe expositie rond het werk van de Utrechtse surrealist Joop Moesman in het Centraal Museum. Ze doelt niet op de ophef die kan ontstaan over al dat brute naakt in tijden van #MeToo en nieuwe preutsheid. Het is inherent aan zijn werk. Het zou heel vreemd zijn als Moesman géén rumoer veroorzaakt. Het is waarachtig ook wel erger geweest, vroeger. Voor de entree van de expositie wordt in ieder geval gewaarschuwd dat het surrealistische naaktwerk mogelijk niet geschikt is voor kinderogen.

Sara Lucas, Titi Doris, 2017. Foto: Ton van den Berg

Opgelucht is Marja Bosma alvast wel bij aanvang van de nieuwe tentoonstelling. Ze voelt zich verlost van wat ze liefkozend de ‘Moesmanmaffia’ noemt – een zelfbenoemde elite die zich om Moesman heen heeft geschaard als beschermers, maar ook als dwarsliggers. Die Loek Brons bijvoorbeeld, de textielmagnaat die kunstgeschiedenis heeft gestudeerd, met geld genoeg om na het overlijden van Moesman alles op te kopen, om het vervolgens voor te veel geld aan te bieden aan het Centraal Museum.

Marja Bosma wordt geinterviewd, rechts daarachter curator Nina Folkersma. Foto: Ton van den Berg

Bosma herinnert zich dat de voormalige directeur Sjarel Ex aandacht wilde schenken aan de iconen van Moesman en dat Brons ze toen voor was met een tentoonstelling in het Singer in Laren. Hij had daarvoor zelfs Moesmans beroemde doek Het Gerucht weten te lenen van Freddy Heineken.

Voor de Tranen van Eros hebben ze opnieuw aangeklopt bij de dochter van wijlen de biermagnaat. Marja Bosma legt uit: ‘Nul op het rekest. Elke keer proberen we het weer. We hebben Henk van Os ingeschakeld  als prominente directeur. We hebben hoogleraar Carel Blotkamp ingeschakeld. Voor deze tentoonstelling hebben we voormalig minister Hans Wijers ingeschakeld. Nee, ze willen gewoon niet.’

Niet dat ze het ontbreken van Het Gerucht op deze tentoonstelling een groot gemis vindt. ‘Ik vind het niet zo erg, want ik vind het niet zijn beste en niet zijn meest surrealistische schilderij.’

Als goed ingewijde kent ze de gespannen geschiedenis van Moesman, het museum en Het Gerucht. In 1947 had hij het doek uit 1937 ingestuurd voor de tentoonstelling van het jubileum van Kunstliefde. Op last van burgemeester Ter Pelkwijk moest het worden verwijderd. Hij oordeelde: ‘pervers en buitengewoon onsmakelijk.’

Vijf jaar later werd het doek opnieuw aangeboden aan het Centraal Museum. De flamboyante directeur Maria Elisabeth Houtzager was er voor, de nieuwe burgemeester Coen de Ranitz was niet zo benepen. Deze keer hield de betrokken wethouder het tegen, omdat het te duur was. Marja Bosma: ‘Dat was niet waar. Het is later voor veel meer geld aan Heineken verkocht. Meer dan 15.000 gulden.’

Gretig vertelt Bosma verder over de seksuele aberraties van de schilder. ‘Moesman hield van SM en zijn aanhangers ook. Dat mocht nooit hardop gezegd worden. Hij hield er ook wel van om mensen op de kast te jagen. Tegen Bibeb zei hij in Vrij Nederland: “Het lijkt me leuk om allemaal juffrouwen aan touwen op te hangen.” Hij legde het ook verder uit: sadisme gaat over mensen slaan en zelf ook klappen krijgen en dat dat wat anders is dan de wreedheden van de Nazi’s. Het gaat over lust en seksueel spel. Hij was wel een leuke vent, lekker dwars, anarchistisch. Een selfmade intellectueel.’

Bosma heeft zich verbaasd over de uitlatingen van Emilie Gordenker, de nieuwe directeur van het  Van Gogh-museum of een naakt van een vrouw nog wel in een museum past. Het was uitgerekend een week voor de opening van de Tranen van Eros. Bosma is er duidelijk over als conservator en als vrouw: ‘Het is een hartstikke mooi naakt en dat dat niet meer in een museum zou kunnen…’

The Rumour (2020) van Paul Kooiker. Foto: Ton van den Berg

Voor museumdirecteur Bart Rutten is de Tranen van Eros niet meteen een statement tegen de nieuwe preutsheid. Hij zegt: ‘Nee, dit stond al 2,5 jaar gepland. We laten wel zien dat de discussie niet zwart-wit is. Er is een breed publiek voor.’

Bart Rutten voor een muur met portretten van surrealistische kunstenaars. Foto: Ton van den Berg

Op de tentoonstelling hangen schilderijen met meer seksuele lading dan Het Gerucht, in een omringing van het werk van veel meer surrealistische kunstenaars tot uit de huidige tijd. Bart Rutten hoeft zich geen zorgen te maken dat burgemeester Jan van Zanen doeken zal laten verwijderen. Zo preuts is Jan niet, bij Moesmans terugkeer in Utrecht.

De expositie 'Tranen van Eros - Moesman, surrealisme en de seksen' samengesteld door curator Nina Folkersma in samenwerking met Marja Bosma (conservator moderne kunst Centraal Museum) en assistent-curator Maia Kenney is vanaf 15 februari te zien in het Centraal Museum.

Nue Couchee / Reclining Nude (1969-1970) van Dorothea Tanning

HMS Cockshitter (1997) van Dinos & Jake Chapman

Centraal Museum.