Jeroen Wielaert - Vlak voor de verkiezingen komt uit Frankrijk een opvallende visie over de ontwikkeling van Utrecht. Het stond in een interview met Tour-directeur Christian Prudhomme, mij toegestuurd door een bevriende collega. Prudhomme is onbezoldigd ambassadeur van de Domstad. Hem werd de vraag gesteld: U trekt een directe lijn tussen het gebruik van de fiets en de populariteit van de Tour?

Prudhomme antwoordde: ‘Dat is absoluut duidelijk in het buitenland. Utrecht in 2013 is voor mij een erg mooi voorbeeld... Utrecht heeft de Tour 13 jaar lang gewild... 13 jaar! Drie verschillende burgemeesters en twee Tourdirecteuren... Dat maakte allemaal onderdeel uit van een globaal plan voor de stadsontwikkeling.’

Rechts onder de foto het stukje over Utrecht.

Eind november van  het genoemde jaar 2013 maakte de Parijzenaar bekend dat Utrecht in 2015 de Grand Départ mocht organiseren. Het was niets minder dan een waardering voor de vasthoudendheid van de stad en des te leuker na de tegenslagen die geïncasseerd moesten worden: de eerdere toekenning aan Rotterdam (2010), het gure klimaat in zake doping en het ingewikkelde zoeken naar sponsors.

Die Grand Départ is inmiddels alweer bijna drie jaar geleden en blijft in de herinnering als een groots stadsfeest. Het was méér dan een startfestijn van een lang weekend. De uitspraak van Prudhomme is Touroverstijgend. Hij gaat over de geest achter de groeidynamiek van de stad. Het is opmerkelijk dat de Parijzenaar daarin Utrecht als puntgaaf model noemt. Hem kennende zal hij dat vaker doen.

Niet iedere Utrechter zal blij zijn met die hoge Franse lof. Er zijn genoeg Domstedelingen die het allemaal té globaal beginnen te vinden, met té veel toeristen in het centrum. Ook dat is een teken van groei. Ik kan het mis hebben, maar het toegenomen toerisme is geen prioriteit in de campagne voor de komende raadsverkiezingen, laat staan de beperking ervan.

Zelf vind ik de uitbreiding van de A27 een belangrijker punt. Het is juist géén onderdeel om globaal mee te pronken. Niet doen. Dat is ook de geest van de meeste kiezers. Allemaal mensen die zijn voor behoud van het groen van Amelisweerd, om af en toe eens rustig weg te wezen uit de drukte van de groeistad.

Terug naar de basisvraag aan Prudhomme, over de band tussen het fietsgebruik en de populariteit van zijn Tour. Ik herinner me dat de Tourbaas tot in het Verre Oosten vertelde over de enorme fietsparkeerplaats bij Utrecht Centraal – ook alweer zo’n pronkstuk van de stad. Het enthousiasme is voorstelbaar voor een man uit een wereldstad waar de fiets maar op een dag per jaar centraal staat: de zondag van de aankomst van de Tour. Met ruime ervaring op mijn eigen rijwiel weet ik welk een Wilde Westen Utrecht is. Grootscheeps opbergen is okay, maar het fietsen zélf een stuk minder, vooral in het autoluwe centrum.

In de aanloop naar de Vuelta van 2020 hoor ik in gemeentekring alweer de optie om de Tour nog eens te laten vertrekken in 2025. Dat is een mooi issue voor latere verkiezingen. Aan de stem van Christian Prudhomme zal het niet liggen.