Jeroen Wielaert - De Utrechtse start van de Tour de France is een kapitale herinnering voor minstens een eeuw, niet in geld uit te drukken. Rijkdom met een glimlach, goed voor de geest van de stad. Het is een ander gegeven dan de pure cijfers die nu bekend zijn geworden.

Een prachtomzet van ruim 25 miljoen en een lichte begrotingsoverschrijding van vier ton. Na de presentatie zijn in de media verschillende interpretaties gebleken. Ik heb ze tot me genomen als frappante contrasten.

Grote (sport)evenementen zijn altijd het onderwerp van journalistieke argusogen. Volkomen logisch: ze kosten veel geld en de geschiedenis biedt een waslijst aan miljoenenverliezen en andere schandalen, vooral in zake de Olympische Spelen en wereldvoetbaltoernooien. Iets dergelijks is niet aan de hand met de Grand Départ Utrecht 2015. Het kan onmogelijk worden beschouwd als een debacle.

UN/AD en het NOS-Journaal kozen ervoor om de budgetoverschrijding te brengen als negatief gegeven. DUIC kopte liever met de riante, positieve opbrengst. Het beste was natuurlijk om het te communiceren zoals het was: een geslaagd evenement met een onvoorziene schaduwzijde.

De hitte van vooral de openingszaterdag heeft de gemeente extra zorgen bezorgd. Dat is ook uit te rekenen. Ik heb begrepen dat er zo’n 100.000 mensen zijn weg gebleven, omdat ze geen zin hadden in al die warmte. Scheelt al snel 1,5 miljoen euro. Het ontbreekt er nog maar aan dat de Universitaire rapporteurs de gemeente Utrecht bekritiseren vanwege het organiseren van een Provencaals klimaat.

In het najaar had ik zelf al genoeg gehoord over middenstanders die klaagden over een zaterdag zonder klanten. Ik vernam het echec van parkvenue Wilhelminapark. Er waren winkeliers en verenigingen die traag waren met beloofde afdrachten, of domweg weigerden te betalen. Nee, dat was niet leuk, maar het behoorde ook tot de onvermijdelijke tegenvallers. Veel sterker was alles wat ik te horen kreeg over ongehoorde resultaten: ik ken een aantal kroegen en restaurants die recordomzetten hebben gescoord door de Tour.

In initiatiefclub Tour sous le Dom leeft het idee dat die omzet van 25 miljoen enigszins tegenvalt. Het had op de hoogte moeten kunnen komen van de cijfers van Rotterdam 2010: 33,3 miljoen. Dat getal komt alweer meer overeen met de geschatte mediawaarde van de Tourstart, een vermogen aan advertentiewaarde.
Ik heb altijd moeite met dergelijke berekeningen, het heeft iets van natte-vinger-werk. Daar staat tegenover dat ik ook steeds hoor en lees dat er meer toeristen naar de stad komen dan ooit. Nog even, en niemand heeft het meer over die vier ton. Dan gaat het alleen nog maar over de aangroei van Tourmiljoenen, voor de rest van de eeuw.