Henk Westbroek - Om de paar maanden gaat mijn oudste kleinzoon op zijn blote voeten kaarsrecht tegen de deur van de logeerkamer staan. Ik leg een meetlat op zijn hoofd en op de deur komt met potlood zijn leeftijd in maanden en zijn lengte in centimeters te staan. Twee keer per week komt mijn kleinzoon logeren en op allebei de logeerdagen controleert hij een paar keer hoeveel centimeter hij gegroeid is. Dat zijn teleurstellende ervaringen want hij kan maar niet wachten om groter te zijn. Logisch, want als hij groot is  mag hij met oma trouwen, keihard in de auto van opa rijden, alleen op de fiets naar school en elke vrije woensdagmiddag met de snelste trein ter wereld naar Japan en terug. En niet te vergeten, net zo vaak pizza eten als hij zelf maar wil.

Als mijn kleinzoon straks boven de 1 meter 80 uitkomt zal zijn wens om richting de 4 meter door te groeien vanzelf ophouden te bestaan. Hij zal namelijk beseffen dat hij bij aanhoudende groei regelrecht in het circus belandt om daar net als de vrouw met de baard en de paarse krokodillenogen meelijwekkend bekeken te worden. Hij kan als hij de 4 meter toch haalt misschien wel twee seizoenen een eigen show op SBS 6 krijgen. Waarin hij mannen met zeven hoofden, vrouwen met 11 borsten en schapen met 5 poten door een brandende hoepel mag laten springen. Mocht kleinzoon ondanks zijn lengte geen broze botten hebben en uitgerust zijn met een natuurlijk souplesse, dan lonkt wellicht een kortstondige carrière als basketballer. Al met al durf ik er vergif op in te nemen dat mijn kleinzoon net als alle andere kinderen die groot willen groeien vanzelf ophoudt die wens te koesteren.

Politici in het algemeen, en die in Utrecht in het bijzonder, blijven hun leven lang oprecht geloven dat er niks mooier is dan onafgebroken groter groeien. Elke week wordt immers het persbericht opnieuw verspreid dat Utrecht de grootste fietsenstalling op aarde te wachten staat. En hoewel je op school niet opgelet hoeft te hebben om te kunnen bedenken dat je beter 10 kleinere stallingen door de stad verspreid kunt hebben dan 1 centrale joekel, zijn onze bestuurders niet in staat dat in te zien. Hoe groter hoe beter immers.

Daarom heeft ons stadsbestuur ook een City Marketeer aangetrokken. City betekent Stad maar is Engels wat een grotere taal is dan Nederlands dus dat klinkt gelijk al ambitieuzer. De goeie man heet Rijk van Ark en moet van Utrecht het Nieuwe Amsterdam maken. Amsterdammers mopperen nu weliswaar massaal op hun  stad omdat ze net als de bewoners van Venetië stapelgek van de onafzienbare hordes opgefokte toeristen worden, maar Utrechters lopen op dit gebied achter. Daarom moet er grote groei in het toerisme komen zodat Utrechters daar net zo ongelukkig van kunnen worden als Amsterdammers zijn.

Stadsmanager Rijk van Ark liet ooit voor heel veel geld I AMsterdam bedenken; wat I AMstelveen en I AMelisweerd onmiddellijk deed vergeten. De hier gehanteerde slogan UtrECHT heeft misschien als nadeel dat halverwege België al geen hond meer begrijpt wat ECHT betekent maar Rijk van Ark heeft vast nog wel een paar troeven achter de hand om de Utrechters zover te krijgen dat ze hun eigen stad gaan haten.

(Deze column is eerder gepubliceerd in De Oud-Utrechter en is met toestemming van de auteur overgenomen.)