Roger Vleugels - Ieder station hoort er een te hebben: een stationsklok. In een stationshal hal is een markante prominent aanwezige klok een eerste levensbehoefte. Het maakt niet uit wat je gaat doen altijd is de eerste vraag: hoeveel tijd heb ik nog? Of een kopje koffie nog kan, of een toiletbezoek, of een boodschapje, altijd is hoeveel tijd er nog is de eerste vraag.

Vroeger keek je op je horloge, nu op je smartphone. Dat zijn handelingen. Een blik op een alom aanwezige stationsklok kan in een fractie van een seconde. Een markante klok is als ook een herkenningspunt, een afspreekpunt en draagt bij aan de identiteit van het station.

Natuurlijk zijn er in de nieuwe stationshal van Utrecht Centraal vele klokken te vinden bijvoorbeeld bij de perronaanduidingen. Maar dit is juist het probleem, ze zijn te vinden. Ze zijn niet alom aanwezig. Ze zijn niet markant en niet in één oogopslag te raadplegen.

Tegelijk met het ophangen van de stationsklok kunnen nog enkele andere vlekjes in de nieuwe hal weggewerkt worden. Gemiste kansen voortkomend uit architectonische luiheid, bezuinigingen en gebrek aan fatsoen kunnen gerepareerd worden.

Welke? Nou, bijvoorbeeld:

- De stationshal heeft geen plafond. Als je naar boven kijkt zie je de onderkant van het dak. Het plafond is wegbezuinigd.

- Ook de markante trap naar de eerste verdieping is wegbezuinigd en vervangen door een ielig ding dat bovendien een ontwerpfout heeft. De twee tussenbalkonnetjes zijn twee treden te laag aangebracht waardoor je er niet onderdoor kunt lopen. Dit is ‘opgelost’ door die onderdoorgangen te blokkeren met enkele stuitend vrolijke planten.

- Onbestaanbare armoede ontmoet je als je probeert de busperrons te vinden. De markeringen zijn uitgevoerd in letters meer dan 10x kleiner dan die voor de treinperrons.

- De plannen voor verbreden van twee perrons kwamen nadat de perronoverkappingen besteld en deels zelfs al gemonteerd waren. Het gevolg is dat de overkappingen op de perrons 12 en 9 enkele meters te smal zijn. Je kunt hier dus fors natregenen bij het op de trein stappen; net als op de helft van perron 7, maar dat was altijd al zo.

- In de hal staat in de hoofdzichtlijn naar het Beatrixgebouw een gebouwtje voor onderhoudsmateriaal. Dit had overal geplaatst kunnen worden, maar niet in de hoofdzichtlijn naar de Jaarbeurszijde. Dat geeft niet zolang het Beatrixgebouw oerlelijk is. Maar voor volgend jaar is een flitsende make-over aangekondigd van dat gedrocht.

- Het nieuw toiletgebouw in de hal is sinds de ingebruikname al anderhalve keer verbouwd. Kosten meer dan een ton. De tourniquetjes bij de ingang staan verkeerd opgesteld en leveren onnodige files; de hokken voor de medewerkers zijn verkeerd ontworpen; en de buitenkant aan de halzijde is volkomen dood. Hier had tenminste een halve meter diepe etalage gemoeten. Als lapmiddel een tip: Plak op die buitenkant een drie bij drie meter grote plattegrond van de binnenstad.

Als afspreekpunt wordt die plattegrond op het toiletgebouw een geduchte concurrent van de stationsklok. Samen en apart laten ze het gedroomde meeting point van de NS, het ‘lampenwolkje’, in het niet zinken.

O ja, have fun bij de opening 7 december.