Nestorix - Waar moeten de gebruikers van tippelzone “De Baan” heen, als de grootscheepse woningbouw in de Merwedekanaalzone plaats gaat vinden waardoor de zone moet verdwijnen. Moet Utrecht een nieuwe zone elders inrichten of moeten we maar een eind maken aan een voorziening die door velen gezien wordt als een poel des verderfs.

Wat oudere Utrechters zullen zich ongetwijfeld nog herinneren dat er op diverse plekken in de stad getippeld werd door straatprostituees. Vaak zochten de tippelende dames plekken op waar raamprostitutie en bordelen in de buurt waren. Vogelenbuurt, Breedstraatbuurt, Vleutenseweg en Loevenhoutsedijk waren zo van die plaatsen waar je ze kon tegenkomen. Op hun hoede voor patrouillerende agenten, soms schuilend in portieken maar onmiskenbaar aanwezig.

Vanaf de opening van Hoog Catharijne was ook dit druk bezochte winkelcentrum een hotspot voor, met name, verslaafde meiden die hun lichaam verkochten om in hun heroïnebehoefte te kunnen voorzien. 

Dat die activiteiten veel overlast opleverden, zal geen verwondering wekken. Ontlasting, gebruikte spuiten, naalden en condooms in portieken, cruisende automobilisten door de straat en zo af en toe eens een stevige matpartij tussen de dames en/of hun “begeleiders”. Om nog maar te zwijgen van het “hinderlijk” aanspreken van nietsvermoedende voorbijgangers van beiderlei kunne.

Vanaf het midden van de jaren tachtig van de vorige eeuw is de straatprostitutie in Utrecht geconcentreerd op “De Baan”, een parallelweg van de Europalaan. Dat scheelde een hoop overlast elders in de stad en sinds er vanaf 2005 wordt gewerkt met een vergunningensysteem is er een hoop rust gekomen in de Utrechtse straatprostitutie. Iedereen die op de baan zijn diensten wil aanbieden, moet eerst persoonlijk bij de gemeente een vergunning komen aanvragen, waarbij na een intakegesprek besloten wordt of de vergunning wordt verleend.

Ooit is dit systeem ingevoerd om met name de ongeveer 80 verslaafde Utrechtse prostituees een “veilige” plek te bieden op de Baan en verdringing door “mooiere” en vooral weerbaarder meiden uit de rest van het land tegen te gaan. Een soort van “eigen hoeren eerst”.

Die verdringing ging namelijk niet zelden gepaard met fysiek geweld. Naast een plaats voor de tippelende dames, biedt de Baan ook een opvanghonk en controle door wijkagent en hulpverleners. Daarmee zijn de dames in beeld en kan er gesproken worden van een redelijke gereguleerde broodwinning van sekswerksters en -werkers, waarvan er tegenwoordig zo’n 62 in de Utrechtse prostitutiezone actief zijn. Overigens is de Utrechtse zone wat dat betreft redelijk uniek in Nederland. Zeker na het sluiten van min of meer vergelijkbare voorzieningen in andere grote steden.

Over de keuze verplaatsen of opheffen bestaat binnen de Utrechtse gemeenteraad geen overeenstemming. Met name VVD, CDA en ChristenUnie zijn geen voorstander van verplaatsen. 

Zij beschouwen opheffen als de meest logische oplossing. Naast principiële argumenten spelen natuurlijk ook de kosten een rol. Moet je een, ongetwijfeld, aanzienlijke investering doen voor een groep van pakweg 60 sekswerksters waarvan er bovendien maar 26 uit Utrecht en directe omgeving komen? 

Het spreekt vanzelf dat je die kosten nooit gedekt krijgt uit de opbrengsten van de vergunningen. Bovendien, waar vind je een geschikte plek die voldoet aan alle eisen die aan zo’n voorziening gesteld moeten worden?

Voor de voorstanders van verplaatsing zijn het feit dat prostitutie een legale bezigheid is en dat het opheffen van de voorziening waarschijnlijk tot ongecontroleerde verspreiding van prostituees over de stad zal leiden, belangrijke argumenten. 

De extra inzet van handhavers om de overlast elders in de stad te bestrijden, is immers ook niet gratis. 

Het college, onder aanvoering van de wethouder volksgezondheid Everhardt (D66), zet in op verplaatsing van de Baan en verwacht voor de vakantie met een geheime groslijst van mogelijke alternatieve plekken naar de raad te komen. Ongetwijfeld met een bijbehorend kostenplaatje. Dan is de keuze aan de raad en zou bij een positief besluit de nieuwe Baan op 1 januari 2020 open kunnen. 

Mocht een van onze lezers een geschikte plek weten, schroom niet om die bij de gemeente te melden.

Al met al blijft het een hele worsteling voor de gemeente Utrecht om deze groep kleine zelfstandigen en zzp-ers, ongeacht of ze hun beroep in de vrije natuur of achter glas uitoefenen een geschikte plek binnen onze samenleving te geven.