Nestorix - Overal in de binnenstad zijn de rode lopertjes met de gouden kalveren weer uitgerold en de crème de la crème van het vaderlandse acteergilde laat zich aanschouwen door boeren, burgers en buitenlui. 

Tegelijkertijd is er door het Utrechtse college een historisch voorstel aan de raad gedaan. Na bijna twintig jaar halsstarrig vasthouden aan een alternatieve locatie voor filmhuis ‘t Hoogt is eindelijk het besef doorgedrongen dat het vertonen van films die zich (nog) niet kunnen verheugen in grote aantallen bezoekers ook best zou kunnen plaatsvinden in de bestaande Utrechtse bioscopen en filmhuizen. 

Nieuwe bezems lijken echt schoon te vegen. Waar de vorige wethouder, aan de hand van de afdeling culturele zaken, ons nog probeerde te overtuigen van de noodzaak van een aantal extra filmzalen in het geplande De Kade, lijken met de komst van een nieuwe wethouder (Diepeveen -GroenLinks) en een nieuwe leiding bij de afdeling cultuur, de bordjes verhangen te zijn. 

Wat een gouden kans voor ‘t Hoogt om te laten zien waartoe ze eigenlijk op aarde zijn. Niet langer hoeven ze al hun energie in te zetten om een nieuw eigen pand te vinden. Er zijn immers plekken genoeg in Utrecht waar je met goeie afspraken al die mooie filmproducties uit Iran, Costa Rica of Ivoorkust kunt laten zien. 

In het komende half jaar moet er een nieuw plan komen waarmee ‘t Hoogt kan laten zien waarom ruim vier ton subsidie een terechte uitgave zou zijn. Een belangrijk criterium daarbij, is volgens mij de vraag: “Wat heb ik voor toegevoegde waarde te bieden aan het filmklimaat in de stad Utrecht?” 

Eigenlijk geldt voor alle gesubsidieerde instellingen dat het geen kwaad kan om eens in de zoveel tijd gedwongen te worden na te denken over die vraag. Te vaak ontstaat de situatie dat het voortbestaan van een organisatie belangrijker is geworden dan de missie waar de organisatie voor staat. 

Daarom ben ik heel benieuwd naar de vernieuwende ideeën die ‘t Hoogt naar voren gaat brengen want alleen het vertonen van films die zich nauwelijks in de belangstelling van de Utrechters mogen verheugen en activiteiten die elders in de stad al voldoende worden aangeboden, is geen rechtvaardiging voor de uitgave van zoveel gemeenschapsgeld.

Utrecht wil zo graag een broedplaats zijn voor Utrechts talent. Dit lijkt me een uitgelezen mogelijkheid om die ambitie eindelijk ook op het gebied van de film in Utrecht waar te maken.