René van Maarsseveen - De opkomst bij de boekpresentatie van ‘Van stadsie tot stad’ afgelopen woensdag is groot. Vrijwel alle aanwezige belangstellenden hebben een speciaal plekje in hun hart voor Utrecht. Van sommigen is dat bekend, zoals Frans van Seumeren en Henk Westbroek.

Verder zie ik Jos van Sambeek, van de populaire Utrecht-quiz in het AD, Boudewijn van de Pols, pionier van het Utrechtse Smartlappen-festival, en enkele oud-journalisten die nog met enige regelmaat over Utrecht schrijven.

Schrijver Ton van den Berg vertelt over de totstandkoming van het boek. Meerdere foto’s komen uit het archief van het Utrechts Nieuwsblad. Dat archief is echter grotendeels verloren gegaan of ontoegankelijk. Gelukkig hadden particulieren nog afdrukjes.

Ad van Liempt en Ton van den Berg deelden het onderwerp Utrecht in negen hoofstukken. Daardoor werd de nadruk gelegd op het volkse, de sport of het werk. Ze selecteerden foto’s en schreven er het geschiedkundige verhaaltje bij.

Het is een fraai boek geworden. Dan heb ik het niet alleen over de inhoud, maar ook over de boekvorm. Het is een koffie-tafelboek met hard kaft. Een mooie uitgave, zoals uitgever W-books ook enkele andere Utrecht-boeken uitbracht.

Praktijk

Ik zag als eigenaar van een historisch foto-archief duizenden foto’s uit de periode 50-75. Ik ken ook het stramien van het soort boeken als ‘Van stadsie tot stad’. Het is altijd leuk om te kijken hoe daar in de praktijk op wordt gereageerd.

Na de boekpresentatie ga ik langs bij Hans, een vriend die met hartklachten is opgenomen in het ziekenhuis. En Hans is een echte, oude Utrechter. Want hoewel mijn Utrechtse hart op de goede plaats zit, bij echte Utrechters denk ik aan Wijk-C’ers.

Er blijken nog twee bekenden van Hans aanwezig tijdens het bezoekuur. Na de kennismaking met Rob en Erik toon ik nonchalant het boek en overhandig het aan Hans. Vanzelfsprekend ontstaat direct een gesprek over de bijzondere omslagfoto met het bij iedere oude (oud)Utrechter bekende Vinke-gebouw.

De Rode Brug

Hans gaat van achter naar voren door het boek en blijft steken op pagina 99, waar een antwoordkaart het bladeren bemoeilijkt. Over zijn schouder meekijkend zie ik daar de foto van de doorgezakte Rode Brug.

Dat is een van de favoriete foto’s van Ton in het boek. Tijdens de boekpresentatie vertelde hij dat hij kort daarna is geboren en dat zijn vader, zwangere moeder, broers en zussen er toen vlakbij woonden. In mijn eigen woorden herhaal ik wat Ton vertelde.

‘Ik zie geen schuiten’, merkt Erik op, ‘er waren toen toch al hoeren bij de Rode Brug?’.

Er ontstaat bij de foto een gesprek vol discussie, historische feitjes en losse opmerkingen. De mooiste komt van Rob: ‘er zijn daar altijd hoeren geweest. Als wij als pubers te druk waren en onze hormonen gierden zei onze vader altijd “gaan jullie maar even bij de Rode Brug spelen”.

Koffie bijeenkomst

Vrijdagmorgen ga ik bij Cor langs. Dinsdag en vrijdag zit bij hem altijd een groep buurtgenoten. Ze zijn allemaal rond de tachtig. Velen kent hij nog uit zijn schooltijd. Ik ben de jonge, vreemde, maar gelukkig wel welkome, eend in de bijt.

Ik ben bijtijds aanwezig en laat Cor het boek ‘Van stadsie tot stad’ zien en vertel mijn bedoeling. Cor bladert er even doorheen, kijkt wat langer naar de grote foto van het Smakkelaarsveld (pag. 64) en een foto van de Zeven Steegjes (pag. 37) en legt het boek op de grote ronde tafel waaromheen straks zijn koffievrienden plaats zullen nemen.

Zoals verwacht worden er weer talrijke herinneringen opgehaald. Elke foto wordt op zichzelf bekeken en besproken, maar prikkelt het geheugen ook naar andere verhalen. De krokodil van Holly Hasenbos bijvoorbeeld brengt een van de aanwezigen bij een oud-buurtbewoner die slangen had. De een na de ander heeft daarover zijn eigen anekdotes. Zo gaat dat bij meerdere foto’s

Als het boek even wordt genegeerd, omdat de actualiteit in de wereld wordt besproken, is er al snel weer iemand die het oppakt. Kort daarna zijn er dan opnieuw verhalen en begint het verleden weer te leven.

Van stadsie tot stad

Nog drie van bovenstaande bijeenkomsten bevestigen mijn vermoedens over dit fotoboek. Het is een heerlijke, bonte verzameling foto’s; een doorsnede van Utrecht in de jaren 1950 tot 1975. Ze roepen herinneringen op bij een foto, maar ook aan vergelijkbare gebeurtenissen. De uitvoering, de harde kaft, draagt eraan bij dat het vaker wordt opgepakt.

Een ideaal cadeau voor enkele oude ooms en tantes, bedenk ik. Mijn exemplaar leg ik op de vergadertafel van mijn kantoor. Ik heb daar regelmatig bezoek dat het boek ‘Van stadsie tot stad’ met plezier zal willen inkijken. Wie weet wat dat weer voorprachtige verhalen oplevert.