Wat valt buitenlands bezoekers in Utrecht op? Men toont zich verrast door de mooie oude binnenstad, werven en gezelligheid. Maar vooral opvallend zijn de vele kleine winkeltjes, de echte speciaalzaken, die in Utrecht voorkomen. Eén zo’n winkel en speciaalzaak is passementerie Baars & v.d. Kerkhof aan de Lijnmarkt.

Interview door Jan Jansen

Utrecht was begin juli een week lang een stukje Frankrijk en heeft zeker vanuit dat land de aandacht getrokken. Fransen waren verbaasd een passementerie, van typisch Franse oorsprong, in Utrecht te zien. Clemens Baars (63) en zijn vrouw Laura Baars van de Kerkhof (57) zijn sinds 1977 eigenaar van de winkel.

Wat is een passementerie? Clemens: “Een winkel die zich richt op alles wat voor sier en decoratie dient als sierkoorden, galons, pompons, rozetten, sierknopen, kwasten en dergelijke. Kwasten werden vanouds al toegepast voor de beëindiging van een koord om te voorkomen dat de uiteinden zouden ontrafelen. Je hebt ook een fourniturenwinkel. Dat is een winkel waar je spullen kunt kopen waarvan je kleding van kunt maken als naaigerei, ritsen, bandjes, knopen, schoudervullingen.”

In de 16e eeuw werd in Frankrijk het Gilde van Passementiers opgericht. Er was zeven jaar nodig om meester te worden in het onderdeel van het gilde. Passementerie op kleding werd eeuwenlang toegepast door royalty, aristocratie, geestelijken en militairen. Toen Lodewijk Napoleon in 1806 zich in Utrecht vestigde als eerste koning van Nederland kwamen een groot aantal Franse bedrijven in het kielzog van de koning mee die zich richtten op de voorname uitstraling en symbolen van macht van het hofleven. De Franse invloed is tot de dag van vandaag in onze taal verweven. De passementerie komt ook voort uit die periode. Er zijn nu nog maar een handvol passementeriewinkels in Nederland.

Clemens en Lara Baars. Foto: J. Jansen

Laura vertelt dat haar vader Harry in 1939 in Amsterdam zijn Passementerie H.J. v.d. Kerkhof is begonnen. “Hij was behanger/ stoffeerder van beroep en had veel te maken met oude panden die scheve plafonds hadden. Hij moest daarvoor plafondkoorden boven het behang toepassen. Dat was ook het geval met trapbekleding op scheve trappen. Met koorden werd dat opgelost. De winkel werd na de oorlog een begrip in Amsterdam. Mijn broer heeft de zaak voortgezet. Mijn vader bood mij aan ook een passementerie te beginnen met zijn hulp. In 1977 hebben wij ons hier in de Lijnmarkt 33 kunnen vestigen, een prachtige plek want het is een drukke autovrije straat waar ook veel toeristen langskomen. Het is opvallend dat klanten vrijwel altijd verwonderd zijn over het interieur van onze winkel. Ze proeven de sfeer van het rijke verleden.”

Klanten komen uit het hele land naar Passementerie Baars & v.d.Kerkhof. “Iedereen krijgt wel behoefte aan artikelen die wij verkopen. Zo zijn er versieringen nodig bij carnaval of bij themafeesten die je tegenwoordig veel hebt. Fanfarekorpsen, bestuursleden van het studentencorps, militairen hebben uniformen met versierselen. We hebben corsages voor huwelijken, versieringen ter gelegenheid van Koningsdag en vrijwel alles wat voor kledingversiering wordt gebruikt. Bij het interieur van monumentale panden komen veel gordijnen met koorden en kwasten voor. We vinden het altijd een uitdaging om problemen op te lossen waar de klant geen raad mee weet als bijvoorbeeld het verlengen van klassieke gordijnen enzovoort. Koorden en kwasten maken we in een voorkomend geval ook nog wel zelf. Vroeger had je ateliers met passementwerkers. Het meeste handwerk is verdwenen. We kopen nu meestal in via vertegenwoordigers die namens fabrieken bij ons langskomen.”

Laura is artistiek aangelegd. Ze zorgt voor afwisselende smaakvolle etalages. “Ik vind het ook leuk om zelf nog versieringen te maken. We hadden recent het thema Tour de France in de etalage. Bij kerst maak ik een bijzondere kerstboom. Bij elke festiviteit of bijzondere gelegenheid richt ik de etalage weer op een originele manier in, gebruikmakend van de grote verscheidenheid van producten uit onze winkel. Je moet er een bepaald gevoel voor hebben. Dat geldt ook voor het contact met klanten. Mensen hebben soms hele specifieke wensen die ze niet altijd gemakkelijk onder woorden kunnen brengen. Daar moet je tijd voor nemen. Als een klant iets wil dat ik niet passend vind zeg ik dat want ik wil er achter staan wat ik verkoop. Over opvolging hoeven we ons voorlopig niet druk te maken. We gaan nog vele jaren zo door. We hebben een dochter en twee zoons. Onze dochter staat met regelmaat achter de toonbank, ze heeft er ook gevoel voor.”

(Dit interview is eerder gepubliceerd in De Oud-Utrechter en is overgenomen met toestemming van de auteur.)