‘Zo is het leven en als het anders was zou het ook zo zijn’. Welkom in de wereld van taalkunstenaar, rapper en horecamedewerker Dimitri Arambatzis. Of zit hier Sodimitriop aan tafel? Het typetje dat hij iedere vrijdagnacht speelde in de Radio 3FM-uitzending bij deejay Gerard Ekdom.

Sodimitriop is een druk ventje dat ‘klinkklare nonsens’ vertelt, met woorden goochelt, veel ‘dat is te gek, man’ roept en een beetje vrouwonvriendelijk is. Hier aan het woord is toch de vrouwvriendelijke Dimitri Arambatzis die op zich ook wel een beetje druk is, maar dat is het gevolg van de onrust die een kunstenaar nu eenmaal heeft in zijn hoofd.

Hij kan niet stilzitten, moet tussendoor even naar iemand bellen en zwaait in restaurant Delphi’s waar we elkaar spreken en waar hij 17 jaar werkte, naar alle bekenden. En hij krijgt tranen in z’n ogen als hij vertelt dat echte vrienden hem hebben geholpen toen het wat minder goed met hem ging.

Nu gaat het goed met Dimitri Arambatzis. “Ik voel me fucking goed, man. Ik ben waar ik wezen wil. Er zijn mensen op straat die me herkennen en vragen naar mijn gedichten en dat was wat ik hoopte meer dan tien jaar geleden toen ik begon met schrijven, dat mijn teksten beroemd zouden worden. Ja, mijn teksten. Niet ik, maar wat ik schrijf. Want dat doe ik niet alleen voor mezelf, maar ook voor het volk. Ik ben een straatdichter.”

Hij begon als een woordclown, zeggen z’n vrienden, en werd een taaltovenaar. Z’n eerste tekst die hij opschreef was uit liefdesverdriet. Hij wist dat zijn (veel jongere) vriendinnetje hem in de steek had gelaten en op de fiets op weg naar huis zag hij mensen op straat en dacht ze aan hem allemaal konden zien dat hij verlaten was. “Terwijl ik die mensen zag denken schoot me opeens te binnen: ‘Ik ben liever alleen op de fiets, dan eenzaam op een tandem’.” Die inval schreef hij thuis meteen op en vanaf dat moment schreef hij al die andere invallen ook op. “Alles wat in mijn hoofd zat moest er uit.”

“Ik heb altijd iets met taal gehad,” zegt de in Utrecht geboren Arambatzis die via zijn ouders ook vloeiend Grieks spreekt. “Op de lagere school aan de Amsterdamsestraatweg zeiden de zusters Augustinessen tegen mijn ouders dat ik talent had. Ik was altijd met woorden bezig. Maakte woordgrapjes. Maar ja, ik was jong en ik deed er verder niet veel mee. Ik was in mijn jeugd ook geen gemakkelijke jongen. Ik nam de auto van mijn vader wel eens mee. Ja, joyriding was dat. En ik ging er soms weken vandoor en zat dan in Engeland of zo.”

Hij kwam uiteindelijk na een moeizame mavo-opleiding en een dienstplicht bij de luchtmacht in de horeca terecht. Werkte bij Grieks restaurant Delphi’s en is nu floormanager van café Le Journal, ook aan de Neude, waar hij door de permanente positieve drift in hem ‘professor Chaos’ wordt genoemd.

“Ik hou van het werken in de horeca. Ik zou het niet kunnen missen. Er gebeurt ook zo veel in zo’n zaak. Als ik een ruzie hoor tussen een man en een vrouw en die man zegt: ‘Zit niet zo te zeiken’ bedenk ik weer een tekst: ‘Als je vrouw van plasseks houdt, zal je haar in de zeik nemen’.”

Die teksten overvallen hem min of meer. Hij maakt ze zoals hij zelf zegt ‘aan de lopende band’. “En soms hapert het. Dan is er even niets. Dat is geen writersblock. Nee, als ik een tekst maak heb ik geluk en zo niet dan heb ik pech. Er is niet iets zoals inspiratie, dat woord bestaat volgens mij niet eens.”

De teksten gaan op posters die hij uitdeelt als cadeautjes, die hij plakt op lantaarnpalen of die hij plaatst op reclameborden zoals bij Le Journal en bij kapper Mulder aan de Laan van Nieuw-Guinea. “Mulder is ook een ontdekker van mij. Hij is dol op mijn teksten en houdt vooral van de humor die er vaak inzit. Er hangt nu een tekst van mij: ‘Als je last hebt van hoogtevrees, kun je beter een dwerg beklimmen!’.”

Dat hij met z’n teksten en gedichten ook Radio 3FM haalde kwam doordat hij op het terras van Delphi’s een vrouw het leven redde. “Ze was helemaal wit en kon geen lucht meer krijgen. Niemand deed wat, ik heb haar beetgepakt en ik had wel eens van de Heimlichmanoeuvre gehoord en zoiets ben ik gaan doen en dat werkte want even later kwam er een stuk komkommer uit haar keel en kon ze weer ademen.”

Deejay Gerard Ekdom hoorde erover later die dag en nodigde hem uit om via de telefoon het verhaal te vertellen in zijn nachtuitzending op de radio (die ook op Nederland 3 te zien is). Dat werd een hilarisch gesprek waar Dimitri ook zijn taalkunsten naar voren bracht en een week later was hij vaste telefoongast en werd het typetje Sodimitriop, dat klinkklare nonsens verteld, geboren.

Hij haalt een hand door zijn grote bos haar als hij zegt: “In het begin werd ik nog wel eens uitgelachen door mensen die mij niet serieus namen.” Dat uitlachen is over, ze lachen nu om zijn humorvolle teksten – ‘Als de zus van je vader je ergert, heb je een irritante’ - maar hij kan ook gevoelig zijn: ‘Ik heb twee armen..., maar ik mis er toch één om me heen’.

Interview: Ton van den Berg

Het boek Als ik later groot word, ben ik langer klein is te bestellen via de website van Sodimitriop: http://www.sodimitriop.nl/

Sodimitriop