Door Hans van Echtelt 

Het was een merkwaardige persconferentie: 23 december 1995, twee dagen voor Kerst. De journalisten waren opgetrommeld door het toenmalige bestuur van FC Utrecht, geleid door Jan van de Kant. Iedereen wist wat er ging komen: hoofdcoach Simon Kistemaker zou de laan uitvliegen.

Ik was ook van de partij maar niet van harte. De verhouding met de toenmalige bestuurderen was verre van optimaal, ik had de euvele moed gehad om het geregeld op te nemen voor ‘De Kist’. Was al een keer op bezoek geweest bij Simon en Thea in Santpoort om hun verhaal op te schrijven.

Toen de persconferentie begon, stond er per ongeluk een microfoon open. Iedereen kon duidelijk deze zin, uitgesproken door bestuurslid commerciele zaken Evert Kroon van achter de tafel horen: ‘’Is die klootzak van Van Echtelt ook in de zaal’’. Waarop ik bijna automatisch het woordje ‘aanwezig’ de zaal in slingerde. De toon was gezet.

Een half uur later wisten we dat Kistemaker ontslagen was, Ronald Spelbos zou daarna door bestuurslid Jan Kabalt als opvolger aangezocht worden.

Simon Kistemaker was de trainer die het meest populair was bij de achterban (lees: vooral de Bunnik Side) in de historie van FC Utrecht. Hij genoot die populariteit ondanks de slechte resultaten onder zijn leiding. Simon had het vermogen om met zijn uitstraling het stadion in vuur en vlam te zetten. Dan stapte hij in trainingspak en grote pet op het hoofd uit de dug-out en maande het elftal met wilde gebaren naar voren.

Tactisch was hij geen grootmeester, dat was bekend. Maar desondanks had Kistemaker wat ook voorganger Bert Jacobs had, een natuurlijke ban met de supporters en was daarmee ook kampioenenmaker geweest bij De Graafschap waarmee hij ‘oerend hard’ afstevende naar de eredivisie.

Dat ik nu met weemoed aan hem terugdenk bij zijn overlijden (hij werd 81 jaar) komt vooral door zijn omgangsvormen en zijn no-nonsens aanpak. Simon pakte in Galgenwaard weinig punten maar hij nam wel heel veel mensen voor zich in. Een van hen was deze oud-sportjournalist.