Door Raymond Taams - We leven in een gemakzuchtige tijd, waarin mensen zich achter één woord of afkorting verschuilen om hun eigen moeizame levensloop te verklaren. 'ADHD', 'autisme', 'bipolair' en 'depressief' zijn voorbeelden van zulke termen. Marcel van Roosmalen doet hier niet aan mee, hij gebruikt duizenden woorden om zich een weg door de wereld te banen. Liefhebbers van het leven en van de taal genoten maandagavond in TivoliVredenburg van zijn opmerkelijke overlevingsmechanisme.

'De pannekoekencaravan' is de titel van het stuk dat Marcel samen met zijn trouwe aangever Gijs Groenteman in de Grote Zaal opvoert. Zittend aan een tafel vertelt het duo over de tijd dat ze samen met een caravan langs festivals en braderieën trokken om pannenkoeken te verkopen. Dat dit allesbehalve over rozen ging, lag voornamelijk aan Marcels grillige, melancholische karakter. Dieptepunt was een druk festival waar hij zonder iets te zeggen verdween, waarop Gijs er alleen voor stond.

Door Gijs' opgewekte, aanpakkende aard wordt de pannenkoeken-kraam alsnog een bescheiden succes. Ook op het toneel is hij de ideale partner voor de door indrukken overweldigde Van Roosmalen. Charmant en vrolijk snijdt de zoon van Hanneke Groenteman Marcels klaaglijke woordenstroom in zoete stukjes. Die woordenstroom is er een om te koesteren, vind ik. Volgens mij is hij het resultaat van een levenslange gewoonte de omgeving in taal te vangen.

Van Roosmalen, geboren in 1968 te Arnhem, duidt de dingen graag exact aan. Zijn gestoorde ex-vriendin - niet echt een ding, maar toch - heeft in de voorstelling een voor- én achternaam. Ook de roofvogel die tijdens een thuiswedstrijd van zijn geliefde voetbalclub Vitesse tegen het raam van de skybox te pletter vliegt, clubmascotte zeearend Hertog, blijft geen anonieme zeearend. Goedbeschouwd is Van Roosmalen de ultieme verslaggever: wat op hem afkomt, geeft hij een naam.

Tweeënhalf uur naar zulke opgewekte gekweldheid luisteren was een groot genoegen.