Theo van de Vathorst maakte het portret, de buste van Anton Geesink. Het beeld staat in een uithoek van de Sint Jacobsstraat. De beeldhouwer is blij met een oproep om het beeld te verplaatsen naar het plein naast de Jacobikerk. Een interview in 9 vragen.   

U heeft het beeld in 1990 gemaakt. Hoe ging dat in zijn werk?

"Het beeld is eigenlijk wat je noemt een portret. Hoe het ging? Rien Brouwer, een tandarts, was een vriend van mij en die was weer goed bevriend met Anton Geesink. Ze waren vaak samen op stap naar wedstrijden. Enfin, ik vond Geesink een interessante kop hebben en ik wilde hem wel als model hebben. Toen heb ik tegen Rien gezegd dat ik wel eens een babbeltje wilde maken met Anton en dat is er van gekomen.  

Ik heb Anton toen voorgelegd dat ik een portret van hem zou maken en dat vond hij een goed idee."

Hoe reageerde Geesink?

"Gewoon. Hij was niet iemand die uitbundig was. Hij was wel trots. Anton was de wereldkampioen en ontleende daaraan status en dat wilde hij wel weten ook. Hij vond het wel mooi dat er een beeld kwam. Op een keer kwam hij terug uit Japan en liet me een tijdschrift zien waar dat ook in vermeld was, hij was daar toch wel trots op."

Wat sprak u zo aan in de kop van Geesink?

"Wat me aanspreekt is de plastische aanzet die zijn kop zelf al heeft, de sterke vormen die mij inspireren. Hij heeft zich van een eenvoudige jongen in de bouw opgewerkt tot groot sportman, hij heeft moeten vechten voor die positie en dat straalt van die kop af. Hij heeft een oervorm en ik moest altijd denken aan een groot portret van Constatijn in het Capitolino in Rome, een hele grote kop is dat met een geweldige aanwezigheid, gezag en doorzettingsvermogen en zoiets projecteerde ik daarbij in die kop van Geesink."

Besprak u dat met hem?

"Ik vertelde dat niet tegen Anton, dat had ook geen nut. Dat was voor mezelf. Het is een echte karakterkop geworden. Dat van een overwinnaar. Hij was geen man om het daar over te hebben. Het was voor hem wel vanzelfsprekend. Op foto's die er zijn gemaakt bij de onthulling kun je aan zijn gezicht zien wat hij er van vond."

Theo van de Vathorst en Anton Geesink bij het gipsen portret in het atelier. Foto: C. Richel

Er zijn ook kleine bustes voor op de schoorsteenmantel.

"Dat klopt. Anton belde me later op en vroeg of ik ook een kleinere Geesink kon maken want hij wilde die aan een paar mensen geven, onder andere Samaranch van het IOC, die heeft hij in Utrecht nog aan hem gegeven, en hij heeft er eentje geschonken aan het Internationaal Olympisch Museum in Lausanne en een aantal vrienden."

De gemeente heeft het portret gekocht. Hoe ging dat?

"Bij een portrettententoonstelling in 1990 die ik thuis had, was het portret van Geesink in gips klaar en die stond op een sokkel, een meter hoog en een meter breed. Bij die tentoonstelling heb ik gevraagd of Geesink die wilde openen en dat wilde hij wel. Ook de wethouder van cultuur, Nicky van 't Riet, was aanwezig en zij was meteen enthousiast over het portret en heeft dat bij de gemeente aangekaart om het aan te kopen. En dat is gebeurd."

Was meteen duidelijk waar het moest komen te staan?

"Eerst was er nog een andere vraag, kon je van iemand die nog in leven was wel een beeld neerzetten in het publieke gebied? Was dat ethisch wel verantwoord. Ik weet niet hoe dat gegaan is, die discussie, maar ik heb begrepen dat ze er uiteindelijk overheen zijn gestapt.

Een locatie was eigenlijk al snel gevonden, het moest natuurlijk Wijk C worden waar hij geboren is, en als plek werd de brug bij de Jacobsstraat aangewezen. Een mooie plek omdat daar veel bussen langs kwamen en mensen het beeld goed konden zien. Anton heeft het zelf ook vaak vanuit de bus gezien en vond het wel mooi als iemand er iets over zei terwijl hij daar zelf bij zat, dat heeft hij mij zelf verteld."

Geesink en zijn portret gemaakt door Theo van de Vathorst. Foto: M. Kooren

Waarom is het beeld daar weer weggehaald?

"Er kwam weer water in de singel en zo moest het beeld daar weg, het paste niet meer. Toen begon er een zoektocht naar een andere plaats en dat was niet eenvoudig. De stationshal is nog genoemd, maar het moest wel in Wijk C blijven vonden we allemaal. Dus op zoek. Je kunt een mooie plek bedenken maar dan zegt de Eneco dat er kabels liggen en dat er niets op mag staan en ergens anders vond de brandweer wel een bezwaar vanwege de doorgang van hun voertuigen.

Ik vond het plein bij de Jacobikerk een prachtige plek, maar daar kwam de hele marktwereld die op zaterdag daar staat, tegen in opstand. Zij vonden het niks, dat zo'n beeld maar in de weg zou staan. Ze konden dan geen kramen opbouwen en dat zou hun nering schaden en daar werd door de gemeente naar geluisterd.

Er was ook nog ergens een binnenpleintje in Wijk C dat in aanmerking kwam, maar daar zou niemand het meer zien. En op de stoep bij de Bijenkorf richting Vredenburg is nog aan de orde geweest maar daar had je er eigenlijk ook slecht zicht op. En zo zijn we uitgekomen op die bocht in de straat naar de parkeergarage van de Bijenkorf. Ik vond de plek niet optimaal, maar er moest een beslissing worden genomen."

 Zou u voor verplaatsing zijn?

"Als de kans daar is om het toch weer te verplaatsen ben ik daar wel voor, en dan wil ik daar wel in gekend worden. Wat mij betreft blijft het Jacobikerkhof nog steeds de beste locatie. Maar dan moet er wel iemand voor willen vechten. En op mijn steun kunnen ze dan rekenen."

Een zelftekening van de Vathorst uit 1997 werkend aan het portret van Geesink.