Bij de terugkeer van de singel rond het Paardenveld schreef Mark Boog van het Utrechtse Stadsdichtersgilde bijgaand gedicht.

Catharijnesingel

-

Nog steeds beteugeld maar vrijer

dan in lange tijd, water juicht

zich de nieuwe stad door,

-

herinnert zich de paardentram

en de huizen die verdwenen,

huizen die kwamen.

Ach – water zegt altijd ach –

en wanneer watertrapt de eerste

onder het betonnen viaduct,

-

sorteert uit gewoonte voor,

rechtdoor voor de Straatweg,

wanneer komen de bootjes?

Hoog rijst op de weemoed,

kolossaal gebouw. Binnenkort

verlangen we terug naar asfalt.

Mark Boog