Tekst: Paul Ruiter

Het Domplein is het hart van Utrecht. Cultureel, én historisch. Vanaf 3 juni is het iconische stukje Utrecht een nieuwe dimensie, zo’n vijf meter onder de grond. De nieuwe schatkamer, DomUnder, is gereed en gaat open voor publiek. De opgravingsruimte van 350 vierkante meter vertelt op unieke wijze tweeduizend jaar Utrechtse en vaderlandse geschiedenis.

De archeologische ontdekkingstocht beleeft maandag, de Utrechtse Stadsdag, haar officiële opening, na zeven jaar aan opgravingen en verbouwingen. Minister van Cultuur, Onderwijs en Wetenschap Jet Bussemaker opende de nieuwe Utrechtse aanwinst.

Minister Bussemaker (links) met Theo van Wijk van DomUnder, achter hem Paul Baltus. Foto: Ton van den Berg

In DomUnder dalen bezoekers vijf meter onder het Domplein af, in twee millennia vaderlandse geschiedenis. De roerige historie van de stad - vanaf het prille begin als Romeinse nederzetting aan de Limes, de toenmalige Rijn, tot aan de komst van Willibrord en de grote storm van 1674 - is op unieke wijze te herbeleven.

Diverse aardewerk dat is gevonden bij de opgravingen is te zien in DomUnder.

“We willen het verborgen verleden hier tastbaar maken,” aldus Paul Baltus, mede-initiatiefnemer van DomUnder. “Nergens in Nederland vind je meer historie op één plek, dat zie je aan de restanten.”

De tocht begint in de foyer van het Utrechts Centrum voor de Kunsten, het UCK, waar in een van de eeuwenoude kelders de bezoeker via een spectaculaire animatiefilm tweeduizend jaar Utrechtse historie voorgeschoteld krijgt. Daarbij is ook nog een expositieruimte gewijd aan de “archeologie van de archeologie”. Namelijk aan de eerste opgravingen die de archeoloog Albert van Giffen deed aan het Domplein vanaf 1929. Van Giffen, bijgenaamd “de vader van de hunebedden”, ontdekte de eerste overblijfselen van het Castellum Traiectum onder het plein, waarmee de Romeinse oorsprong van Utrecht definitief kon worden vastgesteld.

Na de animatiefilm is het tijd om in de huid van de archeoloog te kruipen. Na een korte oversteek vanaf het UCK, mogen bezoekers vijf meter afdalen in de opgravingsruimte onder begeleiding van een gids. Gewapend met een slimme zaklamp, begint de ontdekkingsreis. De DomUnder-ruimte is in het duister gehuld, en door de zaklamp te richten op uitgestalde voorwerpen, tijdslagen en zelfs een skelet wordt de vondst gekoppeld aan een verhaal of gebeurtenis.

De nieuwste belevingstechnieken worden gebruikt. Volgens Baltus is de kleinschaligheid en mysterie een goede combinatie. “Het is hier geen Forum Romanum waar alles open ligt. Er hangt hier een spannende sfeer, omdat veel verborgen zit. Klein maar fijn.”

 In de ruimte zijn aan de hand van verschillende tijdslagen de stichters, bewoners en bezoekers van Utrecht door de afgelopen tweeduizend jaar heen terug te zien. Een van de pronkstukken is de Castellummuur, waarvan honderden jaren geschiedenis valt af te lezen, laag voor laag. Zelfs de brand van 69 na Christus, tijdens de Bataafse opstand, is zichtbaar door een oranje tint.

Aan het plafond hangt een oude rioleringsbuis, die er wat verdwaald uit ziet tussen al het eeuwenoude, uitgestalde materiaal. “Die kwamen we tegen tijdens de opgravingen. Een van de eerste waterleidingen, uit 1876. Ten tijde van de cholera-epidemie,” vertelt Paul Baltus. “Utrecht leidde hevig onder de cholera, en dit was het antwoord daarop.” Waardoor een nieuw stuk geschiedenis onverwachts kon worden toegevoegd aan de opgravingsruimte.

Een 19e eeuwse waterleidingsbuis. Foto: P. Ruiter

Een ander hoogtepunt van de rondleiding is de grote storm, ofwel het “schricklijk tempeest” van 1674, waarbij het schip van de Domkerk werd vernietigd. Waardoor de toren vandaag de dag nog steeds eenzaam over het plein heen torent. Het puin van het schip ligt uitgestald in de DomUnder-ruimte, waarbij waterspuwers, de windvaan en vele glas-in-loodscherven het verhaal van de tornado een goed gezicht geven.

Als klap op de vuurpijl is er een animatie waarbij de bezoeker, vanuit de Domkerk, de storm zelf meemaakt. Een prachtig beeld van de oude kerk wordt geschetst, waarna plotseling er gerommel klinkt in de verte. De donder komt dichterbij, en de gouden kandelaars aan het plafond van de kerk  beginnen te rinkelen. Plots stort alles in, en wordt alles en iedereen die de kerk nog niet ontvlucht is bedolven onder gigantische brokstukken beton. De animatie van de instorting doet niet onder voor een bioscoopfilm.

Het verleden tastbaar maken, de grote wens van initiatiefnemer Theo van Wijk, is gelukt in dit nieuwe initiatief. Bijna letterlijk, want bezoekers kunnen met groot gemak archeologische vondsten aanraken, en wellicht zelfs oppakken.  “We willen alles zo naakt mogelijk neerzetten. Dat draagt bij aan de ervaring,” aldus Baltus. “Het zou jammer zijn als er dingen achter glas zouden moeten verdwijnen.”

Dat DomUnder nu open is voor publiek, wil volgens hem ook niet betekenen dat de opgravingen nu ten einde komen. “Het is een doorgaand proces, we gaan steeds een stapje verder. Er zijn dingen waarvan we weten dat ze er zijn, zoals een aantal grafkelders, maar naast dat weten we niet wat we gaan tegenkomen."

Puin afkomstig van Domtoren en Domkerk. Foto: Ton van den Berg

Dom Under wil een internationaal publiek trekken, en genoot onlangs nog internationale aandacht van gerenommeerde media zoals The New York Times, die, volgens Baltus, enthousiast waren over de nieuwe archeologische ervaring.

De rondleiding zal in drie talen worden gegeven (Nederlands, Engels en Duits) en duurt zo’n vijf kwartier. De normale rondleiding is, op maandag na, dagelijks op meerdere tijden beschikbaar. Voor de echte liefhebbers is er twee keer per week een speciale archeologierondleiding, met extra duiding en informatie van een ervaren gids.

Reageren? mail naar reacties@nieuws030.nl

Een in de bodem gevonden skelet. Foto: P. Ruiter