September jongstleden kwam er een muurgedicht van Esther Jansma (1958) achter het Hieronymusplantsoen. Het was pas de eerste van deze gelauwerde Utrechtse dichter in onze openbare ruimte.

Dat is opmerkelijk, want ze schreef meer gedichten die verbonden zijn aan Utrechtse plekken. Nieuws030 heeft toestemming gekregen er vijf te publiceren. Dat doen we in een korte wekelijkse serie. Dit is deel 1 en dit deel 2.

Deze keer deel 3: 'Het begin van iets' uit de bundel Eerst (Arbeiderspers, 2010).

     

Het begin van iets

Stel je vindt op de plek waar je staat nu
een huis waarin alles bewaard is, alles.

Kamers en zolders, kasten en kelders
barsten van echo's verhalen momenten

intenties brieven dienstregelingen in
slapend papier dat zich krakend ontvouwt

nu je eindelijk hier bent. En stel je zoekt
een ontstaan van iets. Wat is je antwoord

als een kersvers zomaar jongetje naast
je zegt ik wil eerst mijn babytijd kennen

terwijl iemand anders zijn jas losknoopt
en glimlacht ik kan het horen, de tijd

is niet deze beweging maar wat eerder
volmaakt is geëindigd en doorklinkt. 
  

-    

Bovenstaand gedicht kreeg een plek in de entree van Het Utrechts Archief, maar is daar inmiddels verwijderd.

De burgemeester spelt Esther Jansma de ridderorde op. Foto: Josja Sanderink

Jongstleden zaterdag kreeg Jansma thuis bezoek van burgemeester Sharon Dijksma, die haar heeft benoemd tot ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw.
Zie ook: Esther Jansma wilde als kind al ridder zijn

  
Vorige week vrijdag (15 november) verscheen Jansma's elfde poëziebundel: we moeten 'misschien' blijven denken.
   

(JT)