Wielaert - 50 Jaar Utrecht (10 en slot)
Gepubliceerd: zaterdag 1 november 2025 09:00
In de nazomer van 1975 begon Jeroen Wielaert in Utrecht aan de studie Nederlands. Het was het begin van een halve eeuw wonen en leven in de stad. Er is in vijf decennia veel gebeurd, persoonlijk en stedelijk, vol ups en downs. Een terugblik in tien delen, wekelijks op Nieuws030.
Deel 10: 2020-2025
Voor het officiële afscheid van de NOS heb ik gekozen voor het café van het Centraal Museum. Het was 9 januari 2020. Ik noemde het opscheid. Stond ik daar, met grote zin om de volgende dag weer te beginnen met het werk dat me lief is. Ik was nog helemaal niet aan stoppen toe. Er ging iets anders gebeuren, iets veel ingrijpenders. Eerst had ik nog andere plannen.

2020 is het 75-ste jaar van de bevrijding. In januari en februari heb ik ineens alle tijd voor een nieuwe versie van mijn boek over Nederlandse oorlogsplekken. Bij winterse temperaturen rijd ik bekende plaatsen nog eens langs, bezoek nieuwe en schrijf aanvullingen. In het hoofdstuk over de Maliebaan ga ik verder in op de dubbele agenda's van de Utrechtse kolenmagnaat Frits Fentener van Vlissingen. Voor de oorlog toog hij op audiëntie bij Hitler, tijdens de bezetting werd hij fel anti-nazi en bood op de Maliebaan ruimte aan onderduikers in zijn kapitale huis, nummer 42. Het boek gaat Erfgoed van de Oorlog heten.
Het Drents Museum Assen organiseert een persreis naar Mexico-Stad, om historische huizen van Frida Kahlo te bezoeken, voor een komende expositie in oktober. Ik heb me aangemeld als beginnend ondernemer in culturele podcasts. Bij de NOS was deelname aan zulke reizen taboe – tegen de onafhankelijkheidsprincipes. Mijn vertrek heeft ook zijn zegeningen. De reis gaat door, ondanks de heftige actualiteit die nu ook Europa binnen is gedrongen vanuit China: Corona.
Als we opstijgen van Schiphol zijn Milaan en Bologna in Italië al volledig in lockdown. Het virus is nog niet naar Mexico gepandemiëerd. In de miljoenenstad bezoeken we onder andere het Blauwe Huis van Frida en Diego. Halverwege de trip gaan we naar een tempelcomplex. Een van de collega's ziet op haar telefoon dat in Nederland alle musea dicht moeten, dus ook het Drents Museum. In Mexico City gaat alles gewoon door. Als we in het weekend landen is Schiphol vrijwel verlaten. Op zondag moeten de cafés vroeg in de zondagavond voor onbepaalde tijd dicht. Ik kan nog net een laatste glas Sauvignon halen bij Orloff. Het café is al vrijwel leeg.
Op Youtube verschijnt spoedig een dystopisch filmpje over de binnenstad van Utrecht. Het zijn absurde beelden van een volledig verlaten stad. Utrecht Ghost Town. Geen ziel te bekennen, alleen verweesde gevels.

Loes en ik willen niet opgehokt op de Leidseweg blijven. We hebben een goede ontsnappingsmogelijkheid: ons onderkomen in Zeeuws Vlaanderen. Het is er heerlijk zonnig in maart. Persoonlijk kan ik beter bijkomen na alle stress van mijn vertrek bij de NOS. Er is genoeg te doen in de tuin, lekker buiten bezig zijn. Een verademing in een tijd van verstikking.
De musea blijven dicht. De situatie is wel zo dat ik in Utrecht verder kan met podcasts met individuele personen. Zo kom ik toch het gesloten Centraal Museum binnen, om conservator Marja Bosma te spreken over Marlene Dumas. Met Felix Visser maak ik een wandeling naar de Oudegracht, om onderweg naar het huis waar hij woonde als stiefzoon van Joop Moesman uitvoerig te spreken over leven en werk van de surrealistische kunstenaar, partner van Felix' moeder Erika.
Later in het voorjaar komt een eerste begin aan een rondzwerfboek over de provincie Zeeland. Het idee bestond al langer. Nu krijgt het een extra laag, omdat wegens corona veel mensen in eigen land blijven. Nog is er veel dicht, ook hotels en restaurants. Ik heb Zeeland vrijwel geheel voor mezelf op deze ontdekkingsreis.
Alle grote sportevenementen worden afgelast, zoals het EK-Voetbal en de Olympische Spelen in Tokio. Ergens in mei belt Bert Wagendorp me over een evenement dat wel probeert door te zetten. Hij polst me of ik voor de Muur een boek wil schrijven over de Tour de France in coronatijd. Ik aarzel geen moment. In de loop van augustus haal ik in Utrecht een gunstig COVID-bewijs op en rijd via Dijon naar Nice. De verlate Tour begint daar op 29 augustus. Het is een bizarre terugkeer in business en wordt een van de meest indringende reportages die ik ooit heb gemaakt. Na afloop bedenken Bert en ik de titel op een terras in Parijs: Tour Masqué.

In Nederland gaan er met corona vertraging toch weer dingen beginnen. Een daarvan is de tentoonstelling Ommuurde Stad, in het Centraal Museum, over het middeleeuwse Utrecht. Dat wordt een nieuwe podcast reeks met René de Kam. Per plek in de stad kan hij het zo vertellen, alsof we eeuwen terug zijn gewandeld en de oude muren en torens er nog staan.
Begin december volgt nog een eyeopener: een expositie op drie verdiepingen en in de kelders van het voormalige Warenhuis de Zon, beter bekend als het latere behuizing van Broese en de Bieb. Zij hebben zich verplaatst naar Oudegracht en Neude, nu is er even ruimte vrij voor een grootse tentoonstelling van hedendaagse actuele kunst van kunstenaars uit de stad. Het is georganiseerd door Utrecht Down Under.
Dan blijkt hoeveel talent er in Utrecht woont en werkt en ook hoe weinig van hun werk zichtbaar is. In deze samenbundeling op ruime vloeren is het ronduit verbluffend. Het heet Actuele kunst in de oude bieb. In de NUK noem ik het spontaan het UMAK, het Utrechts Museum voor Aktuele Kunst. Conservator Elaine Vis zegt: 'Je moet niet vergeten te dromen.' Ik maak er een speciale podcast over met Elaine en fotograaf Luuk Huiskes die ik eerder heb leren kennen op de Oudekamp – goeie gozer.

Is het geen droom om dit simpelweg voort te zetten als permanent Utrechts museum op deze toplocatie? Het ís er al, kost geen miljoenen aan ontwerp en nieuwbouw. Elaine wil er wel over in conclaaf met de gemeente, maar dat is te laat. Er blijkt al een andere gegadigde te zijn: het Nederlands Letterkundig Museum. Zij willen weg uit Den Haag, hebben hun oog laten vallen op Utrecht. Dat is goed voor het landelijke aanzien van literatuurstad Utrecht, maar de lokale kunstenaars moeten naar ruimte blijven zoeken.
Op een oude locatie buiten het centrum gebeurt al wat langer veel nieuws. Het is ook al in het Werkspoorkwartier: de Nijverheid, een fijne rauwe plek voor autonome kunstenaars. Er is ruimte voor exposities, een kunstcafé. Er hangt een positieve energie.
Voor RTV-Utrecht ben ik begonnen aan een serie talkshows in de grote hal van de Neude-bieb: Wielaert gaat aan. Ook dit wordt gehinderd door corona afgelastingen. Zo kan herhaaldelijk een deelname van Maarten van Rossem niet doorgaan, zoals praten over de Amerikaanse presidentsverkiezingen in november 2020. Interessant genoeg, door de nederlaag van Donald Trump tegen Joe Biden. Daarover is al genoeg gezegd als het besluit valt om begin 2021 een gesprek op te nemen bij Maarten thuis in de Frans Halsstraat. Het wordt een prettig interview over zijn ervaringen als inwoner van Utrecht. Geestig wat hij te melden heeft over zijn begintijd als student, 60 jaar eerder. Hij vond het destijds 'een melige klotestad.' (De podcast is nog terug te beluisteren).
In het najaar van 2021 komt de biebshow echt weer op gang, samen met producer Machteld Smits. Ronald Giphart is te gast om te vertellen over zijn novelle Nachtangst. Hij heeft net corona gehad. Vooraf was ik al behoorlijk aan het hoesten. Bij een test in het weekend na de show blijk ik nu zelf een van de gelukkigen. Loes blijft in Utrecht, ik vertrek spoorslags naar Zeeuws Vlaanderen. Het herstel duurt ruim een week, wellicht dankzij eerdere injecties.

De Utrechtse biebsessies gaan verder, eens in de maand. Hans Spekman komt graag, op suggestie van Ton van den Berg. Hans noemt Utrecht een yuppenstad. Freek de Jonge vertelt sterk over de expositie Van God Los in Museum Catharijneconvent die hij vroeg heeft kunnen zien. Jessica van Geel spreekt uitgebreid over haar boek over verzetsvrouw Truus van Lier. Jan van Piekeren en Johan Fransen komen zingen en spelen. Ingeborg, is de titel van de nieuwe roman van Jerry Goossens, over zijn achternicht, omgekomen in de terreuraanslag op de Twin Towers. We hebben er ruim de tijd voor. Er is veel publiek voor Spinvis. En toch houdt ook dit weer op. De bieb moet bezuinigen. Wielaert gaat uit.
In Oog en Al verhuizen we maart '22 bij Paleis Soestdijk naar een groter appartement in de losse vleugel aan de Ravellaan. Beneden in het gebouw gebouw woont Theo van Wijk, ijveraar van DOMunder. Hij vertelt me over de ontsluiting van het oude Paleis Lofen, tussen Vismarkt en Domplein. In het late voorjaar moet de restauratie van de gewelven voltooid zijn. Het levert een mooie driedelige podcast op voor RTV-Utrecht. We nemen alles ter plekke op aan de vooravond van de viering van 900 jaar Utrecht.

Dat stadsfeest wordt bijzonder aardig, 2 juni 2022. Er is veel volk op het Domplein, maar ik krijg niet de indruk dat ze allemaal echt verheugd zijn over die negen eeuwen. Des te enthousiaster is het publiek over het optreden van Kensington, boven op de Domtoren. Het is zomers, de cafés zijn weer vol na de benarde jaren, al is er ook wat veranderd.

Corona heeft invloed gehad op het horecabezoek. Zo merk ik dat er minder bekenden naar Orloff komen dan voorheen. Collega Harry van Dam is er nog wel regelmatig. Het zou wel heel erg zijn als Harry er niet meer zit. Hij heeft veel familieleed te verwerken gekregen, doet dat waardig, verliest zijn humor niet.
Heel feestelijk is deze zomer de start van de Vuelta, in 2015 geopperd door Cor Jansen, in het kader van de betere stadsmarketing. Utrecht, enige stad ter wereld met drie grote ronden over de vloer. De Ronde van Spanje had eigenlijk al in 2020 moeten vertrekken uit Utrecht, maar ook dat werd uitgesteld wegens corona. Nu valt het mooi samen met het 900-jarige jubileum van de stad. Er is vooraf wel eens gesproken over een kleinere ronde dan de Tour, maar daar blijkt op vrijdag 19 augustus helemaal niets van. Bij de ploegentijdrit staat het weer rijen dik in de stad. Het ontroert me danig. La Fiesta!

Dat najaar is nog iets anders aan de hand. Ik moet nu echt aan pensioen geloven. Ik ben er nooit mee bezig geweest, het was iets voor ouderen. Eind 2022 is het zover, met AOW en al. Ik word een Young Utrecht's Pensionado, nog niet oud genoeg voor een bedaard leven. 'Blijven spelen' is het adagium van Henk Hofland dat ik graag koester. Er is nog veel te doen, op passend gemak. De ratrace is voorbij, maar de scheppingslust niet. In Utrecht blijf ik schrijven voor Nieuws030 en de NUK. Na Zeeland volgen rondzwerfboeken over Friesland en Groningen. HP-De Tijd wordt een nieuw podium.
Vroeg in 2023 ga ik in Bunnik weer eens langs bij kameraad Bijlo. Hij heeft geen afspraak voor een oudejaarsconference. Het is een goede reden om voor te stellen er samen een te doen, in de theaterzaal van de bieb op de Neude. Daar hebben ze er wel oren naar. Het is aanleiding om de actualiteit van het jaar extra nauwgezet te volgen.
Het Centraal Museum komt dat voorjaar met de tentoonstelling Bentvueghels. Er is uitbundig veel werk te zien van de groep Nederlandse en Vlaamse schilders die vanaf 1620 in Rome een beruchte kunstenaarsgroep vormden: de Bent. Er zaten ook Utrechtse vogels bij als Dirck van Baburen en Cornelis Bloemaert. Tegelijkertijd begint in het Rijksmuseum de expositie over Johannes Vermeer. Dan blijkt een groot verschil. Vermeer was een brave kamerschilder. De Bentvueghels schilderden zeventiende-eeuwse rock&roll. Het loopt storm in het Rijksmuseum, maar ook in het Centraal Museum wordt het druk. De Bentvueghels zijn hotter dan Vermeer.

Vincent Bijlo en ik sluiten het jaar af met de voorstelling Uit-Geluid. De theaterzaal van de bieb zit bomvol, 30 december 2023. Vincent is sterk in uiteenlopende gedaanten: een gedesillusioneerde zwevende kiezer, een boze boer, een actievoerder, Paul van Vliet, een das, zichzelf, premier Rutte, een Groninger, Ronald Plasterk, een deskundige, een commentator. Terugkerende zin: 'Wat een kolerezooi...'

In het voorjaar van 2024 gaat de Singel nu ook bij Hoog Catharijne volledig open. Het voorafgaande graafwerk was imposant. Andermaal wordt een oud ideaal van Leefbaar Utrecht werkelijkheid.
Er stroomt nog iets. Heel verheugend is hoe Merel zich ontwikkelt als radiopresentatrice. Op de Louis Bouwmeesterlaan had ze met vriendinnen al in 1998 een begin gemaakt met Radio Grapjesland. Er volgde een heftige adolescentie. Nu komt ze fris en sprankelend voor de microfoon. Eerst bij FunX, daarna bij BNN-Vara. Ze krijgt een eigen Radio-1-programma laat in de nacht: Vroeg. Snel kan ze ook als invalster aantreden in de NieuwsBV en het zondagavondprogramma Ter Plekke. Zo gaat ze ook het land in, maar niet om reportages te maken. Het is haar eigen weg, niet de voortzetting van de mijne.

Er volgt diep familieverdriet. Op 3 februari 2024 sterft mijn moeder in Veenendaal in het huis waar ze altijd is blijven wonen. Ze is bijna 96. Mijn jongste broer Marc is lange tijd een heel goede mantelzorger voor haar geweest, naast zijn drukke baan als muziek samensteller bij de NTR. Halverwege november 2024 belt hij me op: er is kanker geconstateerd, met onzekere prognoses. Spoedig heeft hij een nieuw bericht: hij wordt niet meer beter, gaat een behandelingstraject in. Op 2 januari 2025 overlijdt hij. Merel en ik hebben hem nog even kunnen spreken in het ziekenhuis. Op Marcs uitvaart wordt het enorm druk.
Het is het begin van een zwaar jaar met meer van dit soort plechtigheden. In augustus is er eerst de uitvaart van Dick van der Peijl en daags erna die van Marja Bosma. Het is goed om mooie verhalen over hen te horen – ze hebben intensieve, rijke levens gehad. Het wordt uren napraten met alle bekenden die in 50 jaar Utrecht lang behoorlijk jong zijn gebleven en nu toch decennia ouder geworden.
Het is allemaal net na de verjaardag van Jelleke Meijer. Ze wordt 70 en viert het eind juli in Fort Jutphaas. Het is een leuk stuk naar Nieuwegein fietsen voor Loes en mij. En goed om het leven te vieren met de hele Utrechtse kunstenbende. Ja, het leven gaat door, in heftige contrasten van verdriet en blijheid. Gelukkig maar. In Binnen Best hangen nog steeds Jellekes portretten uit 1986. Er zijn gasten van toen genoeg die nog leven.
In dit nostalgische kader volgt het mooie historische toeval van de herinneringen aan de Flights to Lowland Paradise, de grote popfestivals uit de jaren zestig waarvan Utrecht de primeur had. Eerst gaat een leuke expositie open in de gangen rond de Grote Zaal van TivoliVredenburg. Schrijver Patrick Bakkenes presenteert een gaaf boek over de Flights. Ook dit wordt een groot weerzien met mensen van toen. Bunk Bessels is er, de animator van het eerste uur. Hij zit als broze tachtiger in een rolstoel, is nog goedlachs. Beter ter been en nog even geestrijk is Robert van Gemert. Heleen Schuttevaêr, destijds Nederlands eerste jonge popjournaliste, is ogenschijnlijk mooi jeugdig gebleven.

Er komt nog een Flight Revisited in en om de Jaarbeurs, zaterdag 30 augustus. Het bezoek valt tegen, het is een wat sneue bedoening. Ik stap zelf nog even spontaan het dichterspodium op voor een versie van Johnny van Doorn's Magistrale Stralende Zon. Voor een publiek van rond de honderdvijftig mensen sluit Super Sister mooi af. Robert Jan Stips (75) is aan het toetsenbord de enige muzikant van toen, in een trio met Rinus Gerritsen en Leon Klaasse.

Will Jansen kampt al vanaf het begin van het jaar met zware ziekte. In de zomer zoek ik hem nog een keer op. Het is niet best. De horecapionier van De Zaak en Orloff en latere maker van het tijdschrift Bouillon vindt het niet lang erna echt genoeg. Op 2 september komt de verlossing door euthanasie. Dan zijn Loes en ik al op reis naar Denemarken.
Zo blijkt weer het verschil tussen eindige individuele existenties en het voortdurende bestaan van de stad, als onuitputtelijke entiteit die met een bloeiende universiteit voortdurend verjongt, bij het heengaan van kleurrijke inwoners.
Het is vijftig jaar verder en de stad bevindt zich midden in de twenties van de 21-ste eeuw. Hij is rijk aan meerdere, jaarlijkse festivals: Tweetakt, Oude Muziek, de Parade, het Nationaal Film Festival, Americana (Ramblin' Roots), nieuwe oogst (Le Guess Who?) en het International Literatuur Festival Utrecht met de Nacht van de Poëzie als afsluiter. Zo zijn er nog meer. Het gaat allemaal door, ondanks ingrijpende bezuinigingen. En FC Utrecht blijft goed presteren als stedelijke verbindingsclub. Mooi, dat bord Ron Janskerkhof.
Het ILFU begint eind september 2025 met een Lezersmars, een optocht voor het vrije woord. Meer dan duizend mensen lopen vredig door de stad, houden hun favoriete boeken omhoog. Die middag breken rechts-radicale rellen uit op het Haagse Malieveld.
Het contrasteert stevig. Ook Nederland beleeft stevige verrechtsing, al gaat het niet zo ver als de autocratische radicalisering elders in de westerse wereld. Utrecht blijft een progressief eiland, zoals woensdag 29 oktober is gebleken. Het is bijna een modelstad op het gebied van diversiteit en inclusiviteit, in grote omarming van lhbtiqa+ .Het typeert de permanente jeugdigheid en de verlichte geest van de stad, al is er genoeg grootstedelijke problematiek – onvermijdelijk.
GroenLinks was van oudsher een prominente partij in de stad met duidelijke ideeën over het lokale verkeer. De harde praktijk wijst uit wat er terecht komt van dat idealisme. De aanleg van de Uithoflijn is een hoofdpijndossier geworden voor GL-wethouder Lot van Hooijdonk, al lag het niet alleen aan haar dat het uit de hand liep en symbolisch werd voor gemeentelijk en provinciaal geschutter.
Vijftig jaar wonen in Utrecht is voor mij vijftig jaar fietsen door de stad, met een eigenzinnige cowboy rijstijl. Omdat een toegenomen hoeveelheid mensen met een dergelijke geest rond fietst, is het zo geroemde fietsen in Utrecht vooral tijdens spitsuren een waar Wilde Westen. Ik merk dat zelf het sterkst in het stationsgebied. Fietsen als survivalproef.
De stad staat niet stil, nooit.
Utrecht is in een halve eeuw sterk gevorderd in urbanisatie. Van wijk tot wijk doen zich veranderingen voor. Overvecht en Kanaleneiland blijven de wijken vol mensen met niet oorspronkelijk Nederlandse wortels, als stadsdelen zijn ze minder problematisch dan ze waren, al is er nog genoeg te verbeteren. In Oog in Al is het voormalige militair hospitaal al lang een tamelijk kalm AZC. Onvermijdelijk zijn er spanningen, er komen steekpartijen voor, er wordt gejat, de politie moet er regelmatig op af, maar het heeft niet de beruchtheid van Ter Apel.
Leidsche Rijn blijft groeien als stad naast de stad, de bevolking is vooral wit en hoog opgeleid. Het stationsgebied beleeft andermaal een nieuwe fase met inbreiding nieuwbouw aan het Merwedekanaal en op het Smakkelaarsveld – allemaal voor mensen die het kunnen betalen. Een uniek fenomeen is de realisatie van Wonderwoods, jungle in etages, een typische projectontwikkelaars variant op groen wonen – niet echt conform de oude idealen van Leefbaar Utrecht.

Het is hoogst dynamische stadsontwikkeling, met bijbehorende groeipijn en sociale verschillen. De gentrificatie aan de Croeselaan wekt protest. Het ergst is het met de misstanden in de huursector en de woningcorporaties, grondig onderzocht door Cees Grimbergen met indringende stukken in de NUK en Louis Engelman in Nieuws030. Van de woekerwinsten die met de foute huur- en kooppraktijken worden behaald, zouden veel jongeren beter kunnen wonen. De gemeente Utrecht kijkt machteloos toe bij de ernstige scheefgang van de geldstromen.
De nieuwbouw draagt toch bij aan het nieuwe gezicht van een stad om trots op te zijn. Daar past zowaar ook de good old Domtoren in. Als middeleeuws Utrechts symbool komt hij in de herfst van 2024 na een ingrijpende renovatie van vijf jaar uit de steigers als een soort perfecte replica.
Op 1 februari 2026 gaat Nieuw China dicht, 50 jaar een instituut op de Biltstraat. Het is toch een einde van een tijdperk voor onze generatie, zij die het begin van het restaurant hebben meegemaakt en er steeds graag terugkwamen. Vlakbij blijft Grieks Restaurant Europa open en is Jacques Rijks na Rosie op het Lucas Bolwerk nog een nieuw etablissement begonnen op Biltstraat 1:Pjay.
Aan de Oudegracht zijn het Union House en het Conscious Hotel een aanstekelijke nieuwe invulling van het voormalige Tivoli. Voor het eerst in vijftig jaar boek ik een hotelkamer in eigen stad. Aparte ervaring in een nieuwe binnenstedelijke hotspot.
Negentig jaar geleden kwam een stel stedelijke kunstenaars bij elkaar op het terras van Café Flora, nu Villa Orloff. Het waren de dichters Hendrik Marsman en Martinus Nijhoff, hun collega en journalist Jan Engelman, schilder Pyke Koch, componist Wouter Paap en de Antilliaanse dokter en schrijver Nicolaas Cola Debrot. Onder vorderend innemen zochten ze naar een treffende typering voor het karakter van de Utrechter. Laat op de avond werden ze het eens. Het kwam neer op: 'Alles is niets.'
Zelf ben ik een halve eeuw gevorderd in de stad, met alle omzwervingen elders en ingrijpende persoonlijke metamorfoses. Natuurlijk is er meer te vertellen over die vijf decennia en de verandering van het karakter van de stad, maar ook over hoe het verder gaat. Er zijn tal van alternatieve visies denkbaar. Het lijkt me een leuk idee om een keer met hedendaagse schrijvers en kunstenaars te gaan zitten bij Villa Orloff. Ik kom alvast met een voorstel voor een nieuwe karakterisering voor de Utrechtse ziel: Alles is veel.
Alle afleveringen van '50 jaar Utrecht':