De rubriek Welvaart Utrecht over de opkomst van de stad in de afgelopen vijftig jaar, iedere maandag, woensdag en vrijdag in Nieuws030. Vandaag deel 50.

Louis Engelman - Economisch heeft Utrecht minder te lijden gehad van de recessie dan andere steden (met uitzondering van Amsterdam). Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) herstelde Utrecht haar positie in 2014 al met een groei van 1,4 procent. In 2016 ging het met een toename van 2,3 procent nog beter. Ook daalde vorig jaar de werkeloosheid van 7,3 procent naar 6 procent. Met name de groepen van 45 jaar en ouder en de laagopgeleiden vonden gemakkelijker een baan.

Het CBS had in 2014 ook al geconstateerd dat het ondernemersvertrouwen positief was gebleven. Met name de ICT-dienstverlening vond de weg naar boven. Die groeide met 5,1 procent. Deze dynamiek in de stad is ook zichtbaar in het aantal nieuwe zakelijke initiatieven. In 2014 werden circa vijfduizend nieuwe bedrijven opgericht.

Bovendien vond er een verschuiving plaats van type werk. Zo meldde AD/UN vorig jaar dat de winkeliers uit de binnenstad hun omzet zien wegvloeien naar webwinkels. Maar dat juist deze bedrijven de laatste jaren op de Lage Weide volop voor nieuwe werkgelegenheid zorgen.

Winkels aan de Oudegracht. Foto: Nieuws030

Waar daar in 2014 nog 30.000 vierkante meter bedrijfsruimte leeg stond, is dat teruggelopen naar 4000 m2. Bij de presentatie van de Utrecht Business Barometer zei wethouder Jeroen Kreijkamp dat dit met name wordt veroorzaakt door de callcentra en internetbedrijven die pakjes verzenden. Zij profiteren van de goede aansluiting op de A2.

Dat neemt niet weg dat de sluiting winkelketens in de binnenstad (o.a. V&D) er stevig inhakte. Dat sloeg gaten in de winkelvoorziening, ook al gaan andere bedrijven die plekken innemen.

Maar de Utrechters zijn in grote meerderheid (90 procent) nog wel tevreden over de stedelijke winkelvoorzieningen. Daarbij heeft de stad het voordeel dat ze beschikt over een recreatief winkelmilieu. Je kan er niet alleen shoppen maar ook een museum bezoeken, een terrasje pikken of uit eten gaan. Dergelijke winkelmilieus hebben de beste kansen levendig te blijven.

Uit onderzoek van het ING Economisch Bureau komt bovendien naar voren dat de provincie Utrecht het hoogste innovatiepotentieel heeft in Nederland. Die berekening is gemaakt op basis van het aantal hoger opgeleiden, kenniswerkers, innovatieve banen, de gemiddelde groei van het aantal innovatieve starters en het aantal zelfstandigen. Utrecht scoort op deze aspecten relatief hoog. Maar als het gaat om het benutten van dit potentieel, de innovatieve prestaties, dan blijft de regio wel achter bij andere provincies. Daar is dus nog wel een slag te slaan.

De arbeidsmarkt in Utrecht blijkt vooral aantrekkelijk voor hoog opgeleiden, die nu al meer dan de helft van de bevolking omvatten. Voor laag opgeleiden is het lastiger om werk te vinden in de stad en regio. Dat bleek duidelijk uit de eerste arbeidsmarktmonitor van de regio Utrecht die in november 2015 verscheen, hoewel het aantal bijstandsuitkeringen in de stad sinds lange tijd een lichte daling liet zien. Maar ook het Sociaal Cultureel Planbureau meldde dat landelijk de lager en middelbaar opgeleiden terrein verliezen ten opzichte van de hoger opgeleiden. Die eerste groep wordt ‘kwetsbaar’ genoemd.

Onderzoekers constateerden dat sommige stadsbesturen de gedachte huldigen dat met veel hoger opgeleide (twee)verdieners binnen hun gemeente de positie van de lager opgeleiden zal verbeteren. Met name door de bestedingseffecten van de eerste groep. Dit verschijnsel wordt ‘doorsijpelen’ genoemd. Omdat de hoger opgeleiden veel geld in de stad uitgeven creëert dat – is de gedachte – arbeidsplaatsen voor de lager geschoolden.

Deels geven de cijfers de aanhangers van deze theorie gelijk. Zo constateert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) dat laaggeschoolden in steden met veel grootverdieners een hoger salaris ontvangen dan elders. Met name Amsterdam en Utrecht springen eruit. In de hoofdstad liggen de lonen gemiddeld 4,4 procent hoger dan op het platteland. Utrecht volgt met een verschil van 3,7 procent, in Rotterdam is dat 2,8 procent.

De oorzaak ligt in het samenklonteren van de zakelijke dienstverlening in grote steden. Bij adviesbureaus, advocatenkantoren en grote bankfilialen verdienen veel medewerkers meer dan 50 duizend euro bruto per jaar. Zij besteden relatief veel geld aan uitgaan, kleding en voedingsmiddelen, waardoor de vraag naar personeel in de detailhandel en horeca stijgt. Die hogere vraag leidt tot hogere lonen. Utrecht profiteert daarvan.

Volgende deel: Lager opgeleiden profiteren minder mee